Treurbuis
week 1

De Nederlander keek ook in 2011 gemiddeld drie uur en elf minuten televisie per dag. En dat doen hij of zij al jaren. Noch de opkomst van internet, noch de verbreiding van handzame digitale apparatuur lijkt iets aan de populariteit van het TV-kijken af te doen.

Zelfs Twitter, een sociaal netwerk waarvan de gebruikers online korte berichtjes met elkaar kunnen uitwisselen, lijkt vooral te bestaan om op hetzelfde moment tegelijk over televisie te kunnen praten.

Mij verbaast dat — al zou het me niet mogen verbazen. Maar het hypnotiserende blauwe oog heeft voor mij al een tijd zijn voornaamste aantrekkingskracht verloren. Ik lijk nog alleen een televisie te bezitten om rechtstreekse sportuitzendingen op te bekijken. De dagen dat er een atletiekkampioenschap wordt uitgezonden, of een Olympische Spelen, zijn de enige dagen dat ik die drie uur en elf minuten kijktijd haal.

Al wordt ook dat minder vanzelfsprekend. Sportuitzendingen op de Nederlandse televisie gaan tegenwoordig te veel van hup holland hup. Al zijn de zenders uit nabije buitenlanden overigens niet minder bijziend.

Maar, erger nog, de voornaamste charme is weg. Vroeger werden ook de minuten voor de start van een loopwedstrijd uitgezonden. Als de atleten heen en weer drentelden, en net deden of ze elkaars aanwezigheid konden negeren. Waardoor ook de kijker zenuwachtig kon worden; de hartslag alvast steeg, de ademhaling oppervlakkiger werd, de keel wat dik was in anticipatie.

Tegenwoordig komt er pas beeld op de zender als de deelnemers voorgesteld worden aan het publiek. Onmiddellijk voor het begin.

Terwijl een race pas interessant wordt als daar naar wordt toegeleefd. Zeker bij zulke korte evenementen als de 100 en 200 meter sprint.

Daarna ook wordt steeds de uitslag van de meeste wedstrijden heel belangrijk gemaakt. Terwijl zo’n uitslag mij almaar minder interesseert. Van belang is slechts of er een beetje aardig strijd werd geleverd.

Want slechts strijd is memorabel. Er moet een verhaal overblijven. Van winnaars weet je te goed, na ruim dertig jaar sport kijken, dat er vaak volgend jaar al weer een nieuwe is.

En strijd is iets dat er vaak bij blijft tegenwoordig. Om de zakelijke belangen. Omdat rekenen meestal ook wel loont. Omdat niet verliezen belangrijker is geworden dan de poging om te winnen. Daarom is de Tour de France tegenwoordig oninteressant, op éen of twee etappes na. Daarom is voetbal doorgaans niet om aan te kijken.

Dus kan ik me heel goed voorstellen die televisie nog eens weg te doen.

Het nieuws is ook online te vinden, met bewegend beeld en al.

 


Dutch disease
week 2

Nieuws is merkwaardig genoeg vaak helemaal niet nieuw. Wat het journaal of de kranten groot brengen, bestaat doorgaans uit een deeltje van een veel groter verhaal dat al heel lang speelt.

En anders gaat er wel aandacht uit naar iets dat niet meer is dan een mening van iemand, waar vervolgens anderen weer een opinie over hebben.

Dus als ik absoluut het allergrootste nieuws moest selecteren uit wat er gebeurde in de tweede week van 2012, dan blijft er opvallend weinig over. Wat was een week terug nog werkelijk onbekend? Er was eens een ongeluk hier. Een Britse mevrouw bleek door een speling der natuur in het bezit van twee vagina’s te zijn — wat zij al lang wist. En er werd heel veel gas gevonden onder de Friese bodem.

Prompt barstten in de provincie speculaties los over wat er met de onverwachte opbrengsten van de bodemschat moest gaan gebeuren. Een loterij was gewonnen, waarvan niet eens iemand wist dat die gehouden werd. En ineens was de hoge olieprijs van het moment geen probleem meer, of de dreiging van oorlog tegen Iran iets ernstigs. Omdat de prijs van aardgas op de markten zo leuk gekoppeld is aan die van olie, wordt ook de ellende elders een zegen voor wie gas te verkopen heeft.

Slechts buitenlanders kennen de ‘Dutch disease’; en begrijpen dat je zulke extra inkomsten juist niet moet uitgeven aan sociaal wenselijke zaken van het moment, maar beter heel goed kunt gaan beheren.

Ondertussen heeft een vorig kabinet juist bepaald dat de aardgasbaten niet meer automatisch in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) komen, maar gebruikt worden om gaten in de begroting vullen.

En straks ook gaat ergens in Friesland de bodem nog dramatisch zakken. Volgt er misschien nog een aardbevinkje hier of daar. Waarbij de overheid steevast zal ontkennen dat dit door de gaswinning komt. Omdat overheden in een juridische werkelijkheid leven, die vreest voor aansprakelijkheden, en daarom weinig heeft uit te staan met de wereld waarin mensen leven.

Dus gebruik ik ook dit nieuwsfeit maar om uit te leggen wat enkele van de grotere verhalen zijn in onze tijd. Want nieuws is slechts heel zelden nieuw.

 


Opgezwolle
week 3

Utrecht heeft de naam, of anders Amersfoort wel. Als daar eens een sein verkeerd staat, of een wissel bevriest, kampt meteen heel het treinverkeer in Nederland met een vertraging.

Toch bestaat er een nog veel groter knelpunt in het Nederlandse spoorwegnet. Het treinstation Zwolle. Omdat alle verkeer naar de drie noordelijke provincies door dat ene station moet. Een alternatieve route bestaat er niet, onnozel genoeg. En alleen daarom al voelde het als een ontstellende minachting voor drie hele provincies dat NS en ProRail station Zwolle wel even een paar maanden dicht konden doen in de zomer van 2012.

Er moest worden verbouwd.

Ondertussen gingen er dan bussen rijden tussen station Meppel en het station in éen van die muffe legerplaatsjes aan de IJssel. Geschatte vertraging zeker een uur. Hoe het dan moest met reizigers die een fiets meenamen in de trein wist nog niemand.

Daarom zou ik opgelucht moeten zijn dat er blijkbaar voldoende protest is geweest, en station Zwolle nu wel gewoon openblijft tijdens de verbouwing.

Alleen blijft dus dat knelpunt bestaan. En bedenk ik me voor het eerst dat in alle pleidooien voor de Zuiderzeelijn maar zelden is benadrukt hoe goed het zou zijn om naast Zwolle een alternatief te hebben voor een verbinding met het Noorden. [En ik heb wat pleidooien voor de Zuiderzeelijn aangehoord].

Dus blijft het railnet in Nederland merkwaardig negentiende-eeuwse trekjes houden.

Nu goed, alle problemen met de Ketelbrug indertijd hebben bewezen dat ook het autoverkeer naar Noord-Nederland heel makkelijk te ontregelen is. Maar voor auto’s bestaan er nog altijd sluiproutes — of desnoods het alternatief om niet door de polders te rijden, maar gewoon om de oude Zuiderzee heen.

En normaal kost het me amper veel meer dan een uur om vanuit het Noorden met de auto in Amsterdam te komen. Dat de afstand andersom voor Amsterdammers oneindig veel groter lijkt, mag niet verrassend heten. Daar is alles poesta en boerenland eenmaal buiten de stadsgrens gekomen.

Ik hoef dus helemaal niet door Zwolle met de trein. Alleen moeten ze me de mogelijkheid dat wel te kunnen doen niet zo maar afpakken; bijvoorbeeld omdat ik in de trein wel werken kan, en achter het stuur alle reistijd verloren tijd wordt.


Sneeuwverwachting
week 5

Het Openbaar vervoer in Nederland kent er een paar zekerheden. En zo’n zekerheid, die ook wet mag heten, is dat alles in korte tijd compleet vastloopt bij de eerste de beste sneeuwbui van het jaar. Wissels bevriezen dan ineens, seinen vallen uit, treinen staan plotseling onderweg stil.

Op de grote stations verzamelen zich dan al gauw duizenden reizigers die vermoeden geen kant uit te kunnen, en slechts hopen op een uitweg tegen beter weten in. Maar treinen rijden er al snel niet meer. Of amper.

En ondertussen werkt de informatievoorziening aan deze reizigers niet — wat nog wel de grootste belediging is in deze eeuw van digitale communicatiemogelijkheden.

In 2005 kende ik deze wet al, maar meende ik nog beter te weten. Bovendien reed toen het openbaar vervoer in de noordelijke provincies die dag eind november gewoon door, omdat daar geen sneeuw viel. Elders werden gestrande reizigers voor de nacht opgevangen in jaarbeurzen en andere hallen.

Sindsdien weet ik dus beter. Als de weersvoorspelling voor het eerst in lange tijd sneeuw aankondigt, zeg ik alle eventuele afspraken elders af. En reis ik niet. Om te voorkomen in een mêlee terecht te gekomen van waaruit het vrijwel niet ontsnappen is.

Maar als ik dit weet, en ik niet eens een heel geroutineerde treinreiziger ben. Waarom hebben al die duizenden gestrand op de stations dat dan niet door?

Ja, de Nederlandse Spoorwegen beloven elke rampspoed weer het een volgende keer beter te doen. Maar elk jaar is er weer een eerste dag met sneeuw, en elk jaar komt dus met dezelfde taferelen. Om een paar dagen later zonder problemen te rijden. Ze kunnen het ook wel, alleen niet hup meteen.


Nepkoorts
week 6

Het gaat me te ver om alle menselijke gedrag terug te redeneren tot wat automatische hersenreacties en wisselingen in de hormoonspiegels. Maar wij mensen kunnen een paar dingen absurd goed, terwijl die objectief gezien een beetje vreemd zijn.

Zo zijn we allemaal belachelijk optimistisch. En dit, gecombineerd met ons vermogen om na te denken, en dus vooruit te kunnen kijken naar de toekomst, maakt dat wij al gauw eens grote verwachtingen koesteren over wat komen gaat.

Dat trekje is door de hele geschiedenis heen meedogenloos geëxploiteerd. Niets is simpeler om mensen in de macht te krijgen dan door hen iets prachtigs te beloven. Een mogelijkheid op iets moois, of beters. Een hemel na de dood. Of de kans op heel veel geld, zonder daar enige inspanning voor te hoeven doen.

Dus hebben zo meteen miljoenen Nederlanders meer hypotheekschuld dan hun huis waard is. Omdat nu blijkt dat huizen niet altijd vanzelf meer waard worden.

Dus betalen talloos veel miljoenen wekelijks kapitalen aan de organisatoren van loterijen en andere gokspelen. Terwijl ze kunnen weten dat de kans op winst in zo’n spel verwaarloosbaar klein is.

Alleen gaat het al die mensen om de bij hen gekweekte verwachting. Want door een lot te kopen, of op een andere manier geld in te zitten, weten ze even heel zeker kans te maken.

En gokverslaving schijnt ook precies dat te zijn; een verslaving aan de verwachting dat zo meteen in éen klap alles beter wordt.

Misschien gaat het te ver om de Elfstedenkoorts van afgelopen week in zo’n zelfde rijtje op te nemen; en alle Nederlandse media te beschuldigen overspannen verwachtingen te hebben willen kweken. Maar, gevoelens werden er wel degelijk geëxploiteerd toen het zo stevig vroor. Er stond iets prachtigs te gebeuren.

Alleen, wat stelt die Elfstedentocht nu helemaal voor? Als er geen ijs ligt, is er in de meeste van die elf steden niets te beleven. En een rondreis lijkt me daarmee al helemaal een getuigen van een totale overbodigheid.

Al die heisa komt enkel omdat het zo van de natuur afhangt of de tocht doorgaat, en doordat er ooit éen enkele Elfstedenrit heroïsch werd, om het weer. Waarbij er nog altijd mee geschermd wordt dat in 1963 maar zo weinig mensen die rit uit hebben kunnen schaatsen.

Welnu, duizenden meer hadden het misschien ook gekund, maar die werden toen gewoon van het ijs geveegd door de autoriteiten.

En elk jaar wordt op Tweede Pinksterdag de Elfstedentocht gefietst. Daar besteden de regionale media nog wel wat aandacht aan, omdat er veel volk op de been is, maar doorgaans passeert dat evenement volkomen geruisloos.

Dus het kan wel.


Lawine
week 7

Nederland is in recessie. Er was twee achtereenvolgende kwartalen geen economische groei. En omdat ons hele wereldbeeld is ingesteld op eeuwige groei wordt elke luttele stagnatie dan meteen gezien een probleem.

Me dunkt dat eens over deze idée fixe gediscussieerd zou moeten worden. Tegelijk is de kans op zo’n fundamentele gedachtewisseling nihil. Onze politieke elites hebben nu eenmaal besloten dat groei het enig mogelijke antwoord is op alle problemen. Ook al omdat deze oplossing ze ontheft van elke verdere mentale inspanning om te begrijpen waardoor stagnatie ontstaat. Groei overwon nu eenmaal tot nu toe telkens alles.

Was het nog mazzel ook trouwens dat de Nederlandse bevolking te weten kwam dat het statistiekbureau krimp heeft gemeten. De melding kwam precies tussen de ene mediahype over de komende Elfstedentocht, die er niet gekomen is, en een lawine aan nieuws over een in de sneeuw gesmoorde man van koninklijke bloede.

En ziet: zowel de Elfstedenkoorts als de manier waarop de media berichten over de verongelukte prins hebben al wel tot publieke discussie geleid. Want te veel is te veel. Al helemaal omdat er bij beide evenementen feitelijk niet meer te melden was dan speculatie. Toch besteedde het TV-journaal van de staatstelevisie gisteravond op prime time vijftien minuten aandacht aan de prins. Nadat er al anderhalve dag om het uur extra bulletins zijn uitgezonden met aandacht voor deze man. Terwijl hij al sinds vrijdagmiddag in coma ligt, en er pas maandag iets te zeggen is over de gevolgen van zijn ongeluk.

Maar gewoon even afwachten tot er meer te zeggen is, mag niet meer in deze tijden.

En, zoals iemand Twitterde: benieuwd wat de media nog aan beelden en sprekende hoofdjes achterhouden voor als hij dood gaat.

* update 24 ii 2012


Zorgplicht
week 8

Niets zou me mogen verbazen over het cynisme van de media. En toch gebeurt er altijd weer wat dat nog merkwaardiger is dan ik het had kunnen bedenken.

Zo dacht de firma Eyeworks dat het een goed idee was om permanente camera’s op te hangen op de afdeling spoedeisende hulp van het VU medisch centrum [VUMC]. Enkele medewerkers hielden vervolgens bij wat er aan interessante plaatjes binnen kwam, en hup een nieuwe televisieserie was geboren. Dat hiervoor de privacy van duizenden mensen was geschonden, of de vertrouwelijkheid van de arts-patiënt relatie, ach.

Dit gegeven haalde pas het nieuws toen bleek dat niet iedereen die in zijn ellende gefilmd werd om toestemming was gevraagd.

Alsof mensen die geen ervaring met de media hebben beseffen welke impact kan volgen op een krabbel onder een vrijwaringsbrief.

Nu ja, van mediaproducenten verwachten dat ze mensen tegen zichzelf in bescherming nemen, is al jaren te veel gevraagd. Heel veel televisie is inmiddels afzeik-TV; een freakshow waarvoor het publiek gewoon thuis kan blijven; de kermis trekt vanzelf langs.

Alleen is er dan nog dat ziekenhuis, en de leiding daarvan die toestemming gaf om patiënten ongemerkt te filmen in hun misère. Alles onder het mom: dat is goede PR.

Nu lopen er telkens ook schrijvers rond op afdelingen van het VUMC, en deze schrijven daarop een boek over wat ze daar zagen. Bert Keizer deed dit ooit, en die was vervolgens zo kies om zijn beschrijvingen in de vorm van een roman uit te brengen. Alles met als doel om de echte patiënten niet herkenbaar te maken.

Dus kan het wel dat iemand van buiten iets doet of maakt dat vervolgens heel goed verduidelijkt over hoe medici functioneren, en op welke problemen zij stuiten in hun dagelijkse praktijk.

Maar dat paar schrijvers volstond de VU blijkbaar niet. Wie leest er nog boeken tenslotte.

En daarop bleken de VU-bestuurders donderdag nog verbaasd ook dat hun beslissing kritiek opriep. Om een dag later ineens hun medewerking aan het programma in te trekken. Ironisch genoeg mede omdat zij aan den lijve voelden hoe het was om door een stomme fout ineens uitgebreid op televisie te komen; en daar de gevolgen van te moeten dragen.

lees verder »»


Piskijker
week 9

Het mechanisme is inmiddels duidelijk. De politicus Geert Wilders laat weleens een boertje. Meer gebeurt er niet. Maar in plaats van die valse lucht te negeren, wordt de oprisping vervolgens door de media beschreven alsof er een orkaan aan land kwam.

Morgen pas presenteert Wilders een rapport, dat hij zelf betaalde, waarin uitgelegd wordt dat Nederland beter af is met de gulden. Toch kon ik gisteren overal de conclusies uit deze studie al lezen, terwijl niemand uit het rapport kon citeren. Wilders mocht enkel even een een-tweetje scoren met dagblad De Telegraaf.

Nu luidden die conclusie niet anders dan al in de onderzoeksopdracht was verordonneerd als uitkomst. En wie betaalt bepaalt. Helemaal bij onderzoeksrapporten. Wilders wist al dat de euro een vergissing is, en nu levert een Brits bureau dus op verzoek gretig het bewijs bij dit vooringenomen standpunt.

En op zich ben ik nog wel geïnteresseerd ook in de goochelwiskunde die de researchers daarbij zullen hebben moeten bedrijven.

Voor een aantal landen in het noordelijke deel van de EU heeft de euro namelijk ongekend veel geld opgeleverd. Nederland is zo’n land.

Nederland is bijvoorbeeld voor een heel groot deel van zijn inkomsten afhankelijk van handel. En ruim driekwart van die handel gaat inmiddels naar andere landen in de EU, omdat de interne markt zo goed werkt. Dankzij die euro. Maar mijnheer Wilders weet zeker dat de euro bij al dit een belemmering is. En hij heeft daar nu dus bewijs voor ook.

Dat is heel knap. Maar de stelling is dus zo uitzonderlijk dat die ook een buitengewoon bewijs vraagt. En tot dat beschikbaar komt, is Wilders en zijn rapport niets anders dan een piskijker die beweert met éen simpele oplossing alle kanker te kunnen genezen, en AIDS al helemaal.

Er worden dan ook enkele zaken verward. Zoals de schaarse feiten waarover alle deskundigen het eens zijn, en het woud aan meningen die verder bijna iedereen het zicht ontneemt aan die feiten.

Dat politici ongelooflijke fouten hebben gemaakt bij de invoering van de euro zal niemand kunnen betwisten. Italië moest en zou bij de Europese monetaire unie, bijvoorbeeld, terwijl het aan geen van de entreevoorwaarden voldeed. En vervolgens was het al even corrupte en armlastige Griekenland niet te weigeren. Decennia voor deze landen bankroet gingen, was zowel de geloofwaardigheid van de Europese politici als de accountancy al failliet.

Verder maakten Nederlandse politici de wisselkoers voor de gulden expres te laag bij invoering van de euro als betaalmiddel. Daardoor werden producten uit ons land voor het buitenland even een stuk goedkoper, ten opzichte van daarvoor, wat de nationale economie een enkel ogenblik ten goede kwam.

Door de invoering van de euro leek het daarom wel of in Nederland alles ineens nog duurder was dan normaal — wat cijfermatig ook te onderbouwen is. En de nog altijd nasudderende onvrede daarover, gecombineerd met de diepe onzekerheid over de financiële crisis van het moment, kan vervolgens vrij eenvoudig geëxploiteerd worden door een politicus die claimt als enige het beste voor te hebben met de mensen.

Zo’n politicus die weet dat angst te exploiteren is.

En nu kondigen de kranten en nieuwsprogramma’s niets anders dan bezuinigingen en andere rampspoed aan. Alleen omdat Duitsland weigert de euro een tikje te devalueren.

Bij al dit geldt dus dat het grotere goed voor de staat niet altijd parallel heeft gelopen met de belangen van zijn burgers. En mij lijkt dat een beetje politicus dit verschil zou horen uit te leggen, en dat het merendeel van het publiek die uitleg vervolgens ook zou begrijpen.1 Alleen gebeurt dit niet, of alleen na aandrang van onderzoeksjournalisten, die wat toenmalige hoofdrolspelers opsporen. Actieve politici leven namelijk altijd zonder enig verleden; omdat ze immer op weg zijn naar een mooiere toekomst.2

Wilders wil nu een referendum. In naam om te tonen hoeveel mensen de gulden terug willen. Maar in werkelijkheid om de onzekerheid van dit moment lekker te exploiteren.

En op zich is hem dat nog niet eens kwalijk te nemen. Wat mij zo ergert is dat iedereen hem daarbij zo gedienstig helpt. Tot zijn verontwaardigde tegenstanders aan toe.

  1. Let wel, hierbij gaat om de Nederlandse situatie. In Spanje, Griekenland, of Italië — landen die ineens goedkoper dan ooit geld konden lenen door de invoering van de euro, en dat prompt ook voluit deden — zal geen politicus durven uit te leggen waarom hij en zijn vriendjes in een enkel decennium een depressie over hun land hebben afgeroepen. []
  2. En dat politici ooit zullen erkennen fouten te hebben gemaakt, is natuurlijk wel een illusie. []

Atavisme
week 10

‘Nature and nurture’ maken de mens. En van die twee wordt natuur waarschijnlijk het makkelijkst genegeerd.

Zo weet ik vrij zeker dat vrijwel iedereen in ons deel van de wereld te weinig beweegt, en niet genoeg buiten is. Tienduizenden, zo niet honderdduizenden jaren aan evolutie maakten ons tot een relatief grote tweebenige jager-verzamelaar. Een beest met een ongekend groot uithoudingsvermogen. In potentie. Zet iemand met zo’n lichaam passief op een stoel tussen betonnen muren, en welvaartsziekten liggen dus op de loer.

Maar hoeveel beweging is dan wel goed? En welke aard moet die beweging dan hebben?

Er zijn te veel mensen die daarop het antwoord wel weten, en dit des gewenst tegen betaling kunnen verstrekken.

Ik denk slechts: matige belasting moet, verspreid over een relatief lange periode. Matige belasting met nu en dan een piekje. Maar die vorm van inspanning kost veel tijd. En geen fitnesscentrum zal zo’n vorm van sport kunnen aanbieden. Daar moet alles snel en intensief, en in een uur weer buiten. Andere soorten beweging kunnen daar niet uit.

Volgens mijn eigen theorette zou golf dus éen van gezondste bezigheden denkbaar zijn. En daarmee verras ik toch ook mijzelf. Omdat ik in dit tekstje had willen concluderen dat het aloude jagen een vrijwel ideale vorm van beweging kan brengen.

Zij het, dat het geweer de jacht veel te makkelijk heeft gemaakt.1

Ook de eierzoekers, die in Friesland elk jaar in maart de kieviten lastigvallen, doen éen ding heel goed. Ze zijn buiten, lopen door drassige weiden, en spannen zich daarbij in. Aloude jachtinstincten mogen daarbij even ongebreideld los. Tot het raapseizoen over is, en dezelfde mannen zich ineens inspannen om broedende weidevogels te beschermen tegen maaimachines en andere landbouwmechanisering.

Onder eierzoekers is er dan ook grote weerzin tegen valsspelers. Dat zijn mannen die hun auto aan de rand van een stuk land parkeren, en dan met de verwarming aan een beetje door de kijker loeren waar er ergens een kievit op de wieken gaat.

De rest van de wereld snapt dan weer niets van de eierzoekers. Omdat cultuur ons met strikte ideeën opzadelt over natuur. En over wat goed en rechtvaardig zou zijn in dat. Dus is ook het eierzoeken gevat in een gebouw van regels. Waardoor de activiteit het ene jaar verboden wordt, en vervolgens dan weer mag.

En dan zijn er nog beroeps-Friezen die de activiteit willen zien als onmiskenbaar onderdeel van de Fries-eigene. En die nu bescherming willen door het eierzoeken de status te geven van Cultureel erfgoed. Het liefst dan nog middels erkenning door de Verenigde Naties.

Dat is tot nu toe de merkwaardigste opinie over dat kievitseierenzoeken die ik ben tegengekomen. Alsof jagen en verzamelen gebonden kan zijn aan een provincie. Alsof de menselijke evolutie tot jager-verzamelaar slechts in een klein perifeer en nat gebiedje heeft plaatsgevonden in wat later Nederland ging heten.

  1. Valt meteen wel op dat zowel golfen als jagen rijkeluisbezigheden zijn. Als gewone mensen jagen heet dat al gauw stropen en is het illegaal. []

Encyclopædia
week 11

Naslagwerken hebben voor twee activiteiten een direct nut. Je kunt er snel iets in opzoeken, om zeker te weten hoe het ook alweer zat. En je kunt ze gebruiken aan het begin van een groter onderzoek; om vanuit het zo verworven overzicht met begrip te kunnen ingaan op een detail.

Want tijdens mijn studie geschiedenis werd me nog geleerd dat een goed onderzoek begon met het raadplegen van overzichtwerken; waaronder de grote encyclopedieën. Maar die stap sloeg ik meestal over, omdat de lemma’s daarin altijd net te algemeen waren en te weinig bijzonder. Hoogstens leverden de bronverwijzingen nog weleens een nuttige nieuwe titel op.

Dus bleef ook voor mij de algemene encyclopedie een uitgave om even snel iets in na te gaan.

Al de andere toepassingen doen er veel minder toe. Met hoeveel nostalgie ook iemand zich misschien kan herinneren vroeger weleens in een encyclopedie gebladerd te hebben. Hoe fraai een in leer gebonden rij van encyclopediedelen ook staat in de boekenkast — en de betekenis als statussymbool moet groot zijn; want dat is de enige reden die ik kan verzinnen waarom de uitgever van de Britannica zo lang aan de publicatie op papier heeft vastgehouden.

De rol van snelle raadgever is al een hele tijd terug overgenomen door digitale naslagwerken. Eerst stonden die nog op CD-Rom; al draaide er bij mij al gauw een image daarvan op een harde schijf. Later kwam daar het wereldwijde web bij.

Encyclopedieën op papier waren ook nooit heel aantrekkelijke uitgaven vond ik. De torenhoge prijs stond voor mij gewoon in geen verhouding tot het nut. Encyclopedieën waren boekwerken om te raadplegen in de bieb. Net zoals daar alle telefoonboeken in te kijken waren van provincies ver uit de buurt. En meer van zulke uitgaven van een algemeen belang.

De naslagwerken die ik dan nog wel kocht waren de beste woordenboeken voorhanden. Maar ook daarbij gold al dat ik hun prijsstelling overdreven vond. En hoewel ik bijvoorbeeld blij ben met mijn vier dikke vertalerswoordenboeken voor Duits en Engels, Google translate werkt een stuk sneller, en is actueler.

In de afgelopen twintig jaar werd me wel met regelmaat een set encyclopedieën aangeboden. Soms wilde iemand van zijn Winkler Prins of Grote Oosthoek af, dan weer was het de Encyclopædia Britannica die weg mocht. Indertijd moest overname nog een hoop geld kosten. In deze eeuw aangeland mocht de boel meestal wel al gratis weg. Nooit maakte mij dat heel erg gretig. Terwijl ik toch lang kritiekloos boeken mijn huis in sleepte.

Eén uitzondering is er overigens we op deze regel. Oude encyclopedieën worden ineens interessant als historische bron, omdat daarin alle opvattingen en kennis uit de jaren van uitgave gestold zijn. In de eerste Oosthoek uit 1923 staat bijvoorbeeld soms nog gewoon het huisadres vermeld van personen waar een lemma aan gewijd werd.

En de 13e editie van de Encyclopædia Britannica is aantrekkelijk omdat daarin Freud zelve over psycho-analyse schrijft. Plus dat het een nauwelijks bewerkte heruitgave is van de 11e en 12e editie, die ook beroemd zijn om de kwaliteit van de mensen die eraan bijdroegen.

Maar ook dat zijn afgeleide betekenissen, die er voor slechts een gering tal mensen toe doen. Wat deze naslagwerken aan kennis te bieden hebben, is meestal gedateerd of zelfs fout en verouderd.

Het is kortom een wonder dat de Encyclopædia Britannica nog altijd gedrukt werd, tot op dit moment.

* A.J. Jacobs las de hele Encyclopædia Britannica


Selexyz
week 12

Het heeft jaren geduurd voor ik de naam begreep die de keten grote boekhandels in de steden ineens had. Selexyz. Spreek dit uit als ‘selecties’. En heb daarbij ook nog ‘xyz’ in de naam; een rijtje dat net als ‘abc’ fijn naar het alfabet verwijst, en daarmee geletterdheid belooft.

Ik ga ook nooit naar een Selexyz. Die winkels heten zoals ze voordien heetten. De Tille. Scholtens-Wristers. Broese. Scheltema.

En dat het mij al jaren kostte voor ik de naam foutloos spellen kon, laat staan begreep, was een teken. Ik ben doelgroep. Of beter, was doelgroep. En ik vond dat gedoe met ‘xyz’ niet zo prettig. 1

De meeste van mijn landgenoten zijn geen publiek voor de boekhandel. Die op zich overigens een economische activiteit van niets is, vergeleken met de meeste andere bezigheden. De Nederlander koopt gemiddeld nog geen drie boeken per jaar, en vindt die dan ook nog te duur.

En de meeste boeken die verkocht worden, zijn een cadeau voor een ander.

Ik daarentegen heb jaren gehad dat ik evenveel boeken kocht in een week als twee gemiddelde Nederlanders in een jaar. En niet om weg te geven. Toch doe ik mijn inkopen zelden bij een filiaal van Selexyz. Als ik daar binnenloop, is het vooral om even te kijken wat er in de ramsj ligt. Maar sinds de ramsjkrant ook online te vinden is, hoeft dat zelfs niet meer.

Zulke grote boekhandels doen namelijk precies wat ze niet moeten doen. In plaats van hebberig te maken, door hun overvloed, deprimeren ze me slechts. Omdat er naast elk begerenswaardig boek minstens tien keer zo veel onzinboeken worden uitgegeven in Nederland. En omdat zelfs de Selexyz-winkels bijvoorbeeld nauwelijks Duitse boeken verkopen, en van het aanbod aan Engelstalig werk ook maar een heel bescheiden beetje.

Nu goed, dan zou ik nu de verdiensten van de kleine gespecialiseerde boekwinkel horen te schetsen. Of die van het op liefde drijvende antiquariaat. Omdat daar geen studenten achter de kassa zitten die de boekverkoop er even bij doen voor enkele uren in de week, anders dan bij de megastores. Maar de realiteit is dat ik toch heel zelden een interessante gedachtewisseling heb gevoerd over boeken, of over lezen, in een winkel.

Het bijhouden van een boeklog leidde in enkele jaren tot meer en diepere discussies dan een heel leven aan winkelbezoek.

Ook in die zin verplaatste alles zich naar internet.

  1. Eén van de grootste fouten van het concern was dat het te laat inzag dat internet de boekhandel compleet zou kunnen wegvagen. De andere fout was dat niemand spontaan Selexyz goed spelt, dus toen er eenmaal wel een website was met boekverkoop, bleek die heel moeilijk te vinden. []

Noodzakelijkheden
week 13

De nieuwsmedia zijn onthand. Want hun normale manier van werken werkt even niet meer. De politici die er toe doen, praten nu niet met hen. Dus is er vreemd genoeg ineens geen enkel hard nieuws. En daarom wordt net gedaan of speculatie en opinie dat nieuws is.

Momenteel zijn namelijk de drie partijen die het kabinet Rutte uitmaken in onderhandeling. Want er schijnt drastisch bezuinigd te moeten worden. Vanwege het begrotingstekort, de te hoge staatsschuld, en omdat de triple-A status gevaar zou lopen, waardoor lenen voor de Staat duurder wordt.

Alleen heeft Nederland helemaal geen staatsschuld, anders dan men ons wil doen laten geloven.

Als politici de pensioenreserve in Nederland mee zouden nemen op de balans, zoals in Duitsland wel gebeurt, zijn plots alle problemen weg.

Maar het vreemde met die pensioenreserve is: die telt helemaal nergens bij mee. Dus wordt paniekerig gedaan dat de Nederlandse bevolking zulke hoge hypotheken heeft afgesloten — wat de mensen heel arm zou maken. Terwijl Nederlanders juist heel rijk zijn. Aleen weegt bij deze uitspraak niet mee dat iedereen die werkt ook nog ergens een hoop spaargeld heeft opgepot, waar ze mogelijk pas iets van terugzien na hun vijfenzestigste.

En zeg nu niet dat er toch Europese afspraken gelden voor het bepalen wat de staatsschuld is.

Indertijd, toen nog alleen Luxemburg aan de voorwaarden voldeed om toe te treden tot de Europese Monetaire Unie, heeft Financiën hier wel degelijk even de pot aan ambtenarenpensioenen bij het landsvermogen meegeteld. Kon Nederland ineens wel meedoen aan de EMU.

Dat dit nu niet gebeurt, heeft daarmee een reden.

En die reden lijkt me geen andere dan dat politici de meeste macht hebben als het kiezersvolk overtuigd is dat de toestand nog amper te redden valt.

Maar in plaats dat onze nieuwsmedia zulke mechanismen uitleggen, gaat iedereen mee in het bedrog. Want nieuwsmedia die tegen de macht aanschurken, voelen zich daardoor vanzelf ook een beetje machtig.

Het is allemaal heel erg.

Rampen komen, mits onze leiding de passende maatregelen weet te nemen.

Me dunkt, wie zich afhankelijk maakt van de grillen van VVD, CDA, en PVV verdient niet beter dan angst.


Bereikbaarheid
week 14

Mijn e-mail doet raar. Aan de ontvangende kant tenminste. Sommige aan mij gerichte post komt pas dagen na verzending binnen. Een paar uur vertraging is zelfs gewoon.

Grootste moeilijkheid bij dit soort problemen is dat je er zo weinig aan doen kunt. Zulke storingen laten allereerst zien met welke ketenen je gebonden bent; een slaaf bent van je gewoonten; een Pavlov-hond die langzaam in paniek raakt omdat de bel niet meer klinkt.

Maar de webmail lijkt wel goed te werken; of in elk geval beter. Dus check ik nu een paar per dag de webmail, in plaats van enkel op het normale e-mailprogramma te vertrouwen.

En de problemen zullen ook wel weer eens verdwijnen. Alleen is nu wel een vraag geworden of ik mijzelf niet veel minder afhankelijk van e-mail moet maken. De papieren post kwam voorheen maar éen keer per dag. Toen werd er toch ook gewoon gewerkt. En gedacht. En geschreven.

De alternatieven voor e-mail zijn ondertussen ook niet meer zonder hun problemen. Ineens liggen hele mobiele netten er rustig uit voor een week. Bij Vodafone brandde een centrale af, en prompt had de hele Randstad geen bereik meer. KPN was ook al onverklaarbaar gestoord deze week. En over de enig overgebleven concurrent, T-Mobile, past slechts een gnuivend zwijgen.

Die telecomaanbieder heeft onder de beste omstandigheden al problemen om al zijn klanten bereik te bieden.

Is er nog het aloude vaste telefoonnet. Natuurlijk. Zelfs al loopt ook dat inmiddels voor een groot deel digitaal via internet. Maar hoe vaak zit ik nog op de plek waar die vaste telefoon staat? Met alle nieuwe communicatiemiddelen kwam ook de vrijheid de traditionele werkplek los te laten. Om op andere tijden of zelfs op heel andere continenten actief te zijn dan die ander waar iets mee moet worden uitgewisseld.

Elk probleem met de moderne communicatietechnologie is dus een aantasting van mijn vrijheden, zo bezien. Terwijl ik me, zoals gezegd, daarbij op een andere manier juist afhankelijk heb gemaakt van wat anderen presteren. Terwijl die vrijheid dus alleen bestaat in gebondenheid.

De Wet van behoud van ellende laat zich weer eens gelden.


Kamp
week 16

Terwijl er genoeg nieuws was ineens voor extra journaaluitzendingen op televisie — overigens zonder veel inhoud — ging mijn belangstelling veel meer uit naar een melding uit de marge. Persoonlijk drama gaat voor mij dan ook boven politieke abstracties.

Een atlete stopte met haar geliefde sport, omdat ze nooit meer wedstrijdfit raakt; de ene blessure volgt op de andere. Dus traint ze niet om nog beter in haar sport te worden. Alle die uren aan training dienen slechts om op haar oude niveau te komen. Maar zelfs die wens houdt er al om.

Meerkampers vind ik de meest interessante atleten. Elders schreef ik al uitgebreid over mijn fascinatie voor dit altijd wat weggestopte onderdeel van de sport. En wat bij die fascinatie meespeelt, is dat de meerkamp slechts gedaan wordt door de schaarse liefhebbers onder de professionele sporters.

Niemand kan meer dan drie vier keer in een jaar op niveau een zevenkamp of een tienkamp doen. Terwijl een goede honderdmetersprinter in het seizoen elke week wel ergens een lucratief wedstrijdje kan lopen.

Bovendien is het blessuregevaar immens veel groter voor iemand die goed moet zijn op alle onderdelen. Het hele lichaam moet het altijd maar blijven doen.

Meerkampers hebben dus een tic.

Jolanda Keizer meldde een paar dagen terug met de discipline te stoppen. Terwijl ze naar mijn idee nog amper begonnen was. En zo gaat het vaker helaas met meerkamptalent in Nederland. Eén of twee wedstrijden op hoog niveau zitten er nog net in. Die doen ze dan leuk. En net als je als volger van de sport dan verwachtingen krijgt over zo’n atleet volgt al de mededeling dat meer er niet in zit; om de vele blessures.

De namen verschillen dus telkens, maar zo’n nieuwsbericht als dat hierboven heb ik helaas nu al te vaak gezien.


Vertrouwen
week 17 en 18

Toen ik boeklog op de spaarbrander zette, voor 2012, was dat onder meer om me op eamelje.net te concentreren. Een boeklogje schrijven was me te makkelijk geworden. In sommige opzichten dan. Omdat zulke logjes altijd dezelfde elementen bevatten.

Mijn mening moest erin, met de ideeën die ik over het boek had. Er diende iets over de inhoud te worden verteld. En zo waren er wel meer kleine vaste onderdelen.

In plaats van die routines wilde ik hier eens andere onderwerpen gaan beproeven. In de illusie dat vrijheid me goed zou doen.

Alleen gedijd geen mens zonder kader. Als er geen richting is, tolt de kompasnaald al te makkelijk zoekend rond.

En dus merkte ik bijvoorbeeld al gauw telkens eenzelfde soort onderwerpen uit te kiezen om over te schrijven voor het wekelijkse rubriekje 2012 in woorden. Onderwerpen bovendien die vaak al uitputtend behandeld waren op boeklog.

Waar ik los van mijn tijd probeerde te blijven, wordt ik nog altijd gekneveld door de actualiteit. En op zich luchtte het ook wel op om bijvoorbeeld even wat zinnen te formuleren over het onbenul van onze politici. Alleen waren die woorden een zoveelste variatie op een versleten thema. Dus zette ik die dan maar niet online.

Bovendien, sinds ik heb gezien hoe makkelijk die politici wegkomen met wat goedbeschouwd oorlogsmisdaden zijn, is hun hypocrisie over andere zaken goed beschouwd verder klein bier.

Dus heeft het geen zin om verder enige gedachte te besteden aan dat gedrag. Behalve als die gedachten in een vorm gepresenteerd kunnen worden die er nog niet eerder was.

CDA ging na fors verlies in de verkiezingen regeren met een partij die de rechtsstaat deels wil afschaffen — en iedereen zag daar allereerst een wanhoopspoging van de partij in om aan de macht blijven. CDA kelderde vervolgens dramatisch verder in de peilingen. En juist op het moment dat de partij geen leider had, en het zijn gezicht dus ook al was verloren, viel onverwachts dat kabinet. Dus komen er weer verkiezingen. Dus wordt er gauw in de media gemeld dat het CDA nooit had willen regeren onder de voorwaarden waaronder is geregeerd. En wordt net gedaan of er nooit iets gebeurd is.

Meer dan éen paragraaf lijkt me de hele kwestie niet waard ook.


Grootspraak
week 21

Je kunt van de politicus Geert Wilders zeggen wat je wilt, maar hij zal niet gauw claimen de volgende premier van Nederland te willen worden. Anders dan al die andere lijsttrekkers. En deze lui ergeren me.

Toen een PvdA-bons verklaarde graag met het CDA te gaan regeren, was mijn onmiddellijke reactie: maar beide partijen staan zo laag in de peilingen dat zo’n uitspraak aan de grootheidswaanzin raakt. Waarom benoemt niemand dan die waanzin?

Wilders blies het kabinet op waarin zijn partij zat, op het moment dat hij echt verantwoordelijkheid diende te gaan nemen. Die last was hem te zwaar. Verantwoordelijkheid dragen kost namelijk veel te veel stemmen. Het is een stuk makkelijker om alle onderhuidse ontevredenheid te exploiteren dan om ineens zelf het mikpunt te worden van ontevredenheid.

Maar hoe graag ik ook het gedrochtelijke kabinet Rutte verdwijnen zag, een nieuwe regering is er nooit al direct. En tot de nieuwe verkiezingen worden gehouden, in september pas, voert iedereen campagne.

En de media doen daaraan veel te domvrolijk mee. Terwijl Den Haag amper nog betekenis heeft, en door de kredietcrisis nog amper nationaal beleid te maken is, doet iedereen even net of de wereld buiten Nederland niet bestaat.

Verkiezingscampagnes zijn ook zo dodelijk vervelend, en een belediging voor ieders intelligentie, omdat elke politicus aantoonbaar liegt. Geen verkiezingsbelofte zal heilig blijken te zijn, als een partij eenmaal plaats neemt in een volgens kabinet. Want zo’n kabinet bestaat uit een coalitie van meerdere partijen — die elkaar even eerder nog allemaal voor rotte vis uitmaakten. En die dan ineens over alles compromissen moeten zien te bereiken.

Maar over de samenstelling van het volgende kabinet, en dus de compromissen, mogen wij nu nooit eens stemmen. Daar houdt de democratie meteen al op. Stemmers mogen slechts de leugens belonen.


Filedruk
week 22

Terwijl de kranten vol staan met angstaanjagende verhalen dat het crisis is, zou de afname van files ergens anders aan liggen. De aanleg van nog meer asfalt, en daarmee het wegnemen van knooppunten, heeft de doorstroming het meest verbeterd, aldus Rijkswaterstaat.

Het kan best dat dit klopt. Maar mijn gevoel zegt toch ook dat er aardig wat minder vrachtwagens en bestelbusjes rijden op het moment. De hele bouw ligt op zijn gat. Consumenten kopen geen grote spullen meer. Men is voorzichtig met dure uitgaven.

Transport en logistiek Nederland [TLN] meldt bovendien een sterke toename aan faillissementen bij de transportbedrijven. Die hebben te weinig werk.

En komen files niet vooral omdat weggebruikers knullig reageren op elkaar, en een heel kleine verstoring in de normale voortgang al snel versterkt wordt door de achterliggers? Rijdt het verkeer niet altijd beter door als vrachtwagens de weg niet op mogen, en er dus geen grote snelheidsverschillen bestaan tussen alle verkeersdeelnemers?

Enfin. Bovenstaand voorbeeld geeft in kort bestek aan waarom het voor mij vaak zo moeilijk is om de krant te lezen. Zelfs de feiten die gebracht worden als neutrale feiten hoeven dat niet te zijn. Journalisten hebben idealiter vervolgens de taak om te onderzoeken of kleuring is aangebracht. Dat eigen onderzoek blijft tegenwoordig vrijwel altijd uit. Persberichten komen vrijwel onaangepast in het nieuws.

Maar de aanleg van nieuwe wegen is allereerst een politieke zaak; de staat bekostigt alles. Sommige partijen hebben er bovendien belang bij dat wegen worden aangelegd. Zelfs Rijkswaterstaat is partij, omdat deze organisatie werk houdt als er infrastructuur aangelegd moet worden. Cijfers en de daarop gebaseerde opinies van Rijkswaterstaat zouden daarom gewogen moeten worden met statistieken uit een andere bron.

En als er geen andere bron bestaat, zou ook dat moeten worden geconstateerd.


Tunnelvisie
week 23

In Nederland zijn er foetussen die nog niet eens geboren zijn en toch al onder toezicht staan van de Staat. Vorig jaar waren dat er 251. En vaak betekent zo’n ondertoezichtstelling dat als het kind eenmaal geboren wordt, en eindelijk kind is, het meteen de moeder wordt afgenomen.

Ergens heeft dan een rechter geoordeeld dat het de ouders niet gaat lukken om haar baby goede zorg te bieden.

Deze week werd bekend dat de Staat nu ook te dikke kinderen van hun ouders kan afpakken. Want je kind verkeerd te eten geven, is nu blijkbaar ook een vorm van mishandeling die bestreden worden moet.

En bij al deze voorbeelden geldt dat ze op zich misschien begrijpelijk zijn, maar me toch behoorlijk kopschuw maken.

De almacht van de Staat groeit almaar meer. Met de beste bedoelingen.

Terwijl de Staat niet zal ingrijpen als een kind een totalitair geloof opgedrongen krijgt, in eerwraak gaat geloven, of er stukjes van zo’n jongetje of meisje af gekerfd worden; omdat een ware gelovige besneden hoort te zijn. Godsdienstvrijheid gaat boven alles. Terwijl Godsdienst aantoonbaar leugens in stand houdt, en daarmee mensen hersenspoelt.

Niet dat ik er hiermee voor pleit om gelovigen hun kroost af te pakken. Maar als het om preventie gaat zijn er wel meer categorieën gedrag te bedenken die mogelijk met schadelijke gevolgen komen.

Het probleem van alle actieve preventie is bovendien dat er gehandeld wordt voor er schade optreedt. Omdat de problemen er nog niet zijn, moet dus voorspeld worden wie problemen kunnen krijgen. Dit gebeurt steeds vaker door ‘profiling’; waarbij risicofactoren op een rij worden gezet; en gezinnen in de dossiers van bijvoorbeeld de consultatiebureaus een voldoende of onvoldoende krijgen.1

Mij verbaast slechts mijn eigen verbazing over dit al weer. Ik zou inmiddels toch moeten weten dat overheden geen idee of visie hebben, en altijd het systeem heilig verklaren; terwijl ze principieel niet begrijpen wat dat doet.2

Terwijl elk regime rigide is en daarmee ruis veroorzaakt, en fouten dus. Die vervolgens meestal niet als fouten erkend worden omdat het systeem nu net werd ingesteld om vergissingen voortaan uit te sluiten.

lees verder »»

  1. Eerder dit jaar verwoordde Dimitri Tokmetzis uitgebreid zijn bedenkingen bij het ‘Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg’. Daar heb ik niets aan toe te voegen. []
  2. Daarom is het probleem met de euro vooralsnog onoplosbaar — de munt staat boven alles. []

Voorbeeld
week 24

USADA, de Amerikaanse dopingautoriteit, verdenkt Lance Armstrong van een structureel gebruik van illegale hulpmiddelen [pdf]. En omdat oud-wielrenner Armstrong inmiddels weer een actief sporter is — hij doet aan triatlons, en weet die zelfs te winnen — wordt hij voorlopig geschorst.

Heel interessant is dit allemaal niet. Behalve dan dat Amerikaanse dopingautoriteiten nog net iets agressiever doen dan Europese. En deze dreigen nu Armstrong’s zeven overwinningen in de Tour de France af te pakken.

Grotendeels zijn hun beschuldigingen daarbij gebaseerd op bekende verhalen. Want oud-ploegmaats hebben vaker beschuldigend naar Armstrong gewezen. Al gebeurde dit telkens wel pas nadat hun eigen dopinggebruik bewezen was. Daardoor kunnen ze een groot belang hebben gehad om ook anderen erbij te lappen — dat zal in de strafmaat schelen.

Maar USADA zou ook een bewijs van dopinggebruik ontlenen aan recente bloedstalen — afgenomen tijdens de laatste jaren van Armstrong’s tijd als renner. En sinds Alberto Contador moest hangen voor een minieme vervuiling van zijn bloed met clenbuterol is ook bekend dat de dopingautoriteiten graag voorbeelden willen stellen. Dat werkt lekker afschrikwekkend in de strijd tegen verboden middelen. Is het idee.

Ondertussen weten we bovendien van vrijwel alle grote tegenstrevers van Armstrong in de Tour dat zij doping hebben gebruikt, of dopingdokters bezochten. Hem de zeges afpakken zou dus betekenen dat die wedstrijden helemaal geen winnaar meer hebben. Want vervangende winnaars aanwijzen, kan zo maar niet, zo lijkt mij tenminste. De pakkans bij dopinggebruik is klein. Lang niet iedereen wordt gecontroleerd bovendien.

Of anders: in de atletieksport is er met regelmaat voor gepleit om de lijsten met wereldrecords op te schonen. Vooral bij de vrouwen zijn sommige records onaantastbaar. Die werden gevestigd in de jaren tachtig en negentig; een tijd dat landen structureel dopingprogramma’s uitvoerden om de nationale eer, en de dopingautoriteiten in de VS nooit controleerden.

En voor het wegstrepen van records is inderdaad nog wel iets te zeggen — zelfs al ontkennen de sporters nu nog dat hun prestaties tot stand kwamen met middelen die hen mannelijker maakten. Records maken prestaties vergelijkbaar. Terwijl atletiekbanen overal hetzelfde formaat houden. Jaar in, jaar uit.

Bij het wielrennen geldt nu net dat de prestaties vrijwel onvergelijkbaar zijn. Tijdens het uren fietsen in de buitenlucht heeft alles invloed. De temperatuur. De wind. Of het droog blijft of niet. Het koersverloop. Het belang van de wedstrijd. En of iedereen op zijn fiets blijft zitten.

Bij al dit voorbehoud zij gezegd dat wel vergeleken wordt hoe snel de coureurs bij een helling opreden. Ook al omdat daarbij meteen opvalt dat de rijders daar tegenwoordig veel meer tijd nodig hebben dan bijvoorbeeld in de periode Pantani gebruikelijk was.

Maar iedereen reed harder dan de renners nu toen Pantani koerste. Zeker mijnheer Armstrong.

Dus zou het schrappen van Lance Armstrong als winnaar van de Tour de France — zo dit juridisch al mogelijk is — slechts betekenen dat een zondebok wordt aangewezen voor wat cultuur was indertijd. Want als eigenlijk iedereen achteraf van de uitslag moet worden gehaald, dan kun je die uitslagenlijst net zo goed laten zijn zoals die is.

lees verder »»


Stroomkring
week 25

Het verraste me dat het elektriciteitsnet blijkbaar nog altijd zo is opgezet dat storingen niet heel makkelijk te vinden zijn. Weinig had me simpeler geleken dan de controle toe te voegen die nu pas, bij wijze van experiment, wordt ingevoerd. Een PLC‘tje of een meetchipje hier en daar kost toch helemaal niets, vergeleken met alle graafwerk dat nodig is voor de aanleg van een stroomnet?

Maar ik besef wel meer niet te weten over onze stroomvoorziening.

Zo is een vraag of het tal storingen almaar toeneemt, sinds de elektriciteitsvoorziening geprivatiseerd is, of dat elke stroomstoring ergens inmiddels automatisch het landelijke nieuws haalt.

Ik vermoed weliswaar dat er meer problemen zijn. Maar dat kan ook komen omdat problemen met de stroom ingrijpender zijn dan ooit; waardoor mensen er harder over klagen.

Sowieso is raar aan stroom dat die altijd pas op het moment zelf wordt opgewekt, en vervolgens niet ergens bewaard kan worden — ander dan bij gas, of olie als bron van energie.

Ondertussen willen politici en energieleveranciers dat iedereen overstapt op slimme meters. Want door elektriciteitsmeters die van een afstandje uit te lezen zijn, kunnen de stroomcentrales efficiënter gaan werken; en nauwkeuriger produceren wat op dat moment gevraagd wordt; in plaats van een ruime marge te moeten nemen.

Aan die slimme meters kleven alleen wel vele privacy-bezwaren, waarover nog niets geregeld is. [pdf]

En ik vraag me nu af of die proef met dat stroomnet in Rotterdam niet slechts gebaseerd is op het installeren van slimme meters. Dat de sensoren in het net, waarover de media spraken, niet gewoon bij de klanten van het elektriciteitsbedrijf thuis in de kast komen te hangen.


Mishandeling
week 26

De wetten en verdragen zijn helder. Tot kinderen meerderjarig zijn geworden, verdienen ze alle zorg. En daarmee respect. De VN heeft weliswaar 54 bepalingen nodig om te preciseren waar die zorg en respect uit hoort te bestaan. Maar de meeste mensen zullen daar geen enkel probleem mee hebben.

Toch is het allemaal niet zo simpel. Zo weigert de VS bijvoorbeeld dit VN-verdrag te ratificeren; als éen van de weinige staten in de wereld. Maar van dat land mag ook bekend worden verondersteld dat slechts het gewend is om anderen de wet voor te schrijven.

Tegelijk houdt mijn vaderland zich evenmin aan het VN-verdrag. In hun potsierlijke angst om het grauw tevreden te houden, schenden Nederlandse politici bijvoorbeeld stelselmatig de kinderrechten in hoe zij minderjarige asielzoekers en economische vluchtelingen behandelen.

En dan zijn daar nog de gebruikelijke uitzonderingen die georganiseerde religies claimen op de kinderrechten. Want zelfs de grootste barbarij mag nu eenmaal, als een bronstijdvolkje uit het Midden-Oosten zulk gedrag maar heeft vastgelegd in een boek dat nu nog altijd voor heilig wordt versleten.

Van gewoonten vragen ook slechts weinigen zich af waarom die normaal zouden moeten zijn.

Dus is het niet raar dat een Duitse rechter nu eens de besnijdenis van jongens verbiedt. Net zomin als religies vervolgens te keer gaan dat het hun goed recht is om kinderen genitaal te verminken.

Ooit werd het bezit van slaven goedgepraat omdat de Bijbel dat zo zei. Vrouwen zijn nog altijd minderwaardig aan de man voor wie de Schrift letterlijk neemt. Net als dat kinderen nooit meer dan spuug en luizen waren, tot zeker in de achttiende eeuw, zoals Marja Roscam Abbing schreef.

Beschaving is niet iets vanzelfsprekends. Dat daarin heel soms een klein beetje vooruitgang geboekt wordt, zou optimistisch moeten maken over de mens. Maar dan gaat het nieuws weer over de totaal verziekte bankensector in Spanje, en wordt duidelijk dat hoop op zijn best een kwetsbaar kaarsvlammetje is, dat veel te makkelijk dooft.


Ongelukkig
week 27

Een van de grootste taboes aan het begin van de eenentwintigste eeuw is een economisch taboe. De vraag of economische groei nu werkelijk voor ons het grootste streven moet blijven, is een vraag die buiten de bestaande orde valt. Hint zelfs maar naar deze kwestie en je wordt meteen uitgesloten van elk debat; of bijvoorbeeld direct in het kamp van de milieufanaten geplaatst.

Toch kan het voor mij met sommige economische sectoren niet slecht genoeg gaan. Wapenfabrikanten of andere leveranciers van dodelijk tuig mogen van mij allemaal morgen failliet gaan. Op Big Pharma is ook heel wat aan te merken, om hun methoden om eerst pillen te maken en die dan de maatschappij door de strot te duwen door kwalen te bedenken. En die bankensector, wat heeft die eigenlijk aan meerwaarde?

Dat nu de autoschadebedrijven in crisis zijn, omdat er niet genoeg ongelukken plaatsvinden, maakt me eerlijk gezegd zelfs vrolijk.

De rotonde heeft gewonnen.

En de weg kan mij ook niet veilig genoeg zijn. Simpelweg omdat elke auto een moordwapen wordt van een paar duizend kilo in de handen van een onbekwame bestuurder.

Dat er tegenwoordig zo veel alcoholsloten geïnstalleerd moeten worden in Nederland is daarmee enerzijds goed nieuws. Maar anderzijds ook het pijnlijke bewijs dat er nogal wat chauffeurs zijn die hun handelingsbekwaamheid stelselmatig hebben overschat. En deze idioten wil je liever niet tegenkomen. Nooit.

Tegelijk is niet alle technische vooruitgang een verbetering. Door de groeiende populariteit van de elektrische fiets moet je tegenwoordig nog behoorlijk uitkijken op het fietspad. Menig bejaarde gaat ineens een stuk sneller dan zijn of haar reflexen nog aankunnen.

Plots kan ik dus een ander laten verongelukken op de fiets. Rijd achter zo’n bionisch voortgedreven bejaarde en bel, en er lijken maar twee reacties mogelijk. Of zo’n mensje hoort niets omdat met de leeftijd ook het gehoor verdwijnt. Of ze schrikken zo dat ze gaan slingeren, wat met hun bovenmatige snelheid ineens levensgevaarlijk wordt.

Gelukkig valt goed te voorspellen wanneer er te veel auto’s op de weg zijn, wanneer het autoverkeer beneveld onderweg is, of wanneer bejaarden de fietspaden bevolken.


Domheidsbelasting
week 28

Er zijn een aantal onderwerpen die heel goed tonen wat voor raar ding een overheid eigenlijk is. Privacy lijkt me zo’n thema bijvoorbeeld; en daar schreef ik vaker over. Maar ook het gokbeleid laat zien dat de boven-ons-gestelden een behoorlijke Januskop hebben.

Met gokken en wedden is het simpelweg zo dat de Staat daarop het o zo lucratieve monopolie bezit. Dit dient allereerst om te voorkomen dat iedereen op eigen houtje loterijen gaat organiseren, en zo veel geld verdient op een manier die zich aan alle toezicht onttrekt.

Daarom mag er in Nederland ook niet om geld gepokerd worden. Poker is namelijk een kansspel volgens de wet. Waarmee het wettelijk gezien dus onmogelijk is dat er beroepspokeraars kunnen bestaan.

Toch worden er wel degelijk soms legaal pokertoernooien georganiseerd in Nederland. Omdat de Staat vanuit zijn monopoliepositie weleens uitzonderingen toestaat. Ook is de exploitatie van veel traditionele gokspelen inmiddels uitbesteed aan bedrijven, zoals De Lotto en Holland Casino; die op hun beurt dus monopolies hebben gekregen.

Een probleem voor de Staat bij het gokken is evenwel dat er binnen de EU vrij verkeer van handel en diensten bestaat. Voorheen maakte dit niet uit. Maar dankzij internet kunnen allerlei bedrijven van buiten hier simpel gok- en wedmogelijkheden aanbieden op een website, zonder dat zij daartoe een Nederlandse vergunning hebben gekregen. Het Staatsmonopolie kan inmiddels doorbroken worden.

Dus hebben Nederland en enkele andere lidstaten een uitzondering bedongen bij de Europese Commissie. Zij willen de inkomsten houden uit alle georganiseerde gokken en wedden, en in ruil daarvoor zullen ze zo goed als het kan het gokken en wedden ontmoedigen bij het publiek.

Nationale overheden hebben namelijk vanuit de EU opgedragen gekregen om gokverslaving te voorkomen. Anders deugt hun gokbeleid niet. En zonder duidelijk gokbeleid is dat handelsverkeer uit andere landen niet te stoppen, laat staan te verbieden.

Is er wel nog het probleem dat bedrijven als De Lotto en de Postcodeloterij iedereen in Nederland bijna dagelijks bestoken met post waarin de ontvanger gouden bergen wordt beloofd.

Dus als nu een staatssecretaris belooft dat er eind komt aan al die ergerlijke acties van deze loterijen is dat enkel om te garanderen dat deze loterijen blijven bestaan; en niet uit de markt gedrukt worden door buitenlandse loterijen die nog hogere winstkansen beloven.

Maar natuurlijk wordt zo’n besluit heel anders verkocht.


Liefhebber
week 29

Was het professionele wielrennen leuker toen iedereen nog flink doping gebruikte? Toen ging nog weleens iemand heroïsch in zijn eentje voorop over de bergen, op jacht naar succes.

Of speelt hierbij gewoon de algemene wet dat slecht onthouden wordt hoe het vroeger werkelijk was… In de jaren dat Miguel Indurain altijd won, of anders Lance Armstrong wel, klaagde ik toch ook vooral saaie koersen te hebben gezien.

De Ronde van Frankrijk leverde in 2012 voor het eerst een Britse winnaar op. Terwijl toch heel lang gold dat Britten evenveel met wielrennen hadden als de Belgen met cricket.

Bovendien was de tweede man in de einduitslag ook al een Brit, uit hetzelfde team als de winnaar. En won dat team zes van de twintig etappes. Omdat de duivel hopen schijt.

Bewonderenswaardig was daarmee de controle van dit wielerteam. Saai vervolgens de strijd om het algemeen klassement. De winnaar won door zijn overmacht in de tijdritten. Bergop klampte hij slechts aan. Maar meer was ook niet van hem gevraagd.

En elke winnaar is zo goed als zijn tegenstand toelaat.

Ik merkte dit jaar nog weer minder naar de Tour te hebben gekeken dan voorheen. Weliswaar stond de televisie wel aan als ik thuis was. Maar die TV gaf zelden geluid. En waar altijd wet was dat vijftig kilometer aan koers het zo gewenste inlevingsvermogen opriep, kon het nu wel toe met twintig. En dan nog was meestal slechts de laatste kilometer echt spannend.

Andere jaren ook had ik altijd een kater op de eerste maandag na een grote wielerronde. Dan waren mijn middagen plots nogal leeg. Maar anno 2012 verandert er niets aan mijn ritme. Waarom dit is, ik moest het mezelf maar niet afvragen.


Het sterkste onrecht
week 30

Merkwaardig aan dit weblog, maar ook aan boeklog trouwens, is dat het in mijn gedachten meer ruimte bezet dan het werkelijk inneemt. Mijn geheugen koppelt blijkbaar automatisch schrijven aan publiceren. Ik ga er als vanzelf vanuit dat alles wat ik heb getypt ook online is komen te staan. Terwijl ik bijvoorbeeld in e-mails ook nogal wat zeg.

Dus komt het met regelmaat voor dat ik op mijn websites veel minder over bepaalde onderwerpen kan terugvinden dan er zou horen te staan.

Eén zo’n onderwerp is Wikileaks; en dan niet alleen omdat Julian Assange al zolang buiten het normale recht is geplaatst. Want de reactie van Amerikaanse overheid op Wikileaks past in een veel bredere trend aan openlijk machtsmisbruik.

In plaats met veel misbaar oorlogen te beginnen, en dit dan te verkopen door te stellen dat hun soldaten democratie komen brengen, doodt dit land nu liever stiekem mensen. Met drones bijvoorbeeld; van afstand bestuurbare vliegtuigjes, die in hun domme vernietigingsdrang ook weleens een landgenoot meepikken.

En wie bepaalt dat drones mogen doden? Dat is enkel de Amerikaanse president en diens adviseurs. Die daarmee aanklager, rechter, en beul ineens zijn geworden.

En wie legt de Amerikaanse president iets in de weg? Geen enkel land met enige invloed protesteert openlijk. Alsof er niet zoiets als rechtsorde bestaat; en er internationaal geen afspraken bestaan over de inzet van geweld.

Dankzij internet heeft de Amerikaanse president bovendien zeggenschap gekregen over personen of bedrijven die voordien helemaal niet onder de jurisdictie vielen van de VS. Enkel omdat iedereen online de diensten gebruikt van grote Amerikaanse ondernemingen — om data op te slaan, te zoeken, te communiceren, of betalingen te verrichten. Dus kan de Amerikaanse justitie desgewenst nogal wat inzicht krijgen in privé-gegevens en andere gevoelige informatie.

Maar als de principes al zo verkeerd liggen, krijgt het nieuws vaak dezelfde lading. De VS misbruikt zijn macht. En niemand doet er iets tegen. Dus lijkt dat machtsmisbruik normaal. Of zelfs iets om te negeren.

Moeilijk wordt het dan om redenen te vinden hier iets over te blijven schrijven. Tenzij misschien als het je lukt om met enkele goed gekozen bewoordingen de belachelijkheid van dit alles aan te tonen. Maar dat maakt je dan al gauw tot een raaskallende cabaretier.


Opgroeien
week 31

De dood houdt ineens nogal huis onder mijn favoriete mopperaars. Christopher Hitchens stierf in december. Gerrit Komrij begin juli. En nu is Gore Vidal ook al kasjewijle.

Bovendien zie ik zo éen twee drie geen opvolgers voor hen. Terwijl deze tijden als geen andere om fel commentaar vragen.

Opvallend bij al deze drie auteurs is dat mijn liefdesaffaire met hen verliep volgens eenzelfde patroon. In het begin genoot ik vooral van hun oneerbiedigheid. Daarop raakte ik verslaafd aan hun woordkunst. En altijd ook volgde er een moment van verwijdering. Of misschien was het slechts ikzelf die een draai maakte.

Toen Hitchens de illegale inval in Irak begon te verkopen als een noodzakelijke ingreep heb ik hem nooit meer geheel serieus kunnen nemen.

Komrij ontmaskerde zichzelf toen hij makkelijke columns over de actualiteit ging schrijven voor de achterpagina van NRC-Handelsblad. Werk dat verzameld werd in de bundels Gouden woorden en Meer gouden woorden¸ maar dat behoudens een enkele geslaagde formulering doorgaans binnen een maand na publicatie in de krant al overleden was. De analyse ontbrak. En geschimp lezen, is toch leuker als je daardoor beter gaat kijken.

Vidal was zichzelf niet meer toen zijn partner Howard Austen stierf begin deze eeuw, waardoor er blijkbaar niemand meer was die hem kon temperen in zijn rol als narrige oude man. Zelfs al had hij doorgaans gelijk in zijn kritiek op het bewind van de zo matige Amerikaanse president George Bush jr.. Alleen ware die kritiek zo veel sterker geweest als deze uit meer had bestaan dan enkel gescheld.

Toch zit er ook wel iets moois in deze ontwikkeling. En in zekere zin denk ik zelfs dat onderwijs altijd zo hoort te werken. Eerst leert de leraar zijn pupil zien, daardoor gaat deze leerling zelfstandig denken. Om dan te merken dat veel van wat hem als waarheden zijn voorgespiegeld op zijn best grove generalisaties zijn, en op zijn slechtst zelfs helemaal niet waar.

Tot er een punt komt dat ook de waarheden van de leraar niet maar vanzelf spreken. Waarna ook afstand tot de leraar wordt genomen. En er misschien wel vadermoord plaatsvindt.

En vervolgens neemt het tijd voor er eerlijk gekeken kan worden naar wat ooit zo veel invloed had.


Miljarden
week 32

Rubert Murdoch was al eens actief op de Nederlandse mediamarkt. Het commerciële radiostation Sky Radio behoorde tot zijn bedrijf. En een vreselijker radiozender bestond er niet — elk uur kwam precies dezelfde muziek langs.

Maar vanzelfsprekend vond het grote publiek juist die voorspelbaarheid heel prettig.

En dat gegeven kleeft toch al aan Murdoch’s media-activiteiten. Zijn zenders en uitgaven op papier geven hapklaar wat de mensen zonder na te denken willen hebben. Gemak. En de blijvende bevestiging van vooroordelen.

Waarbij het grote voordeel voor het mediabedrijf dan weer is dat zulks heel weinig kost om te produceren. Dat maakt de winsten prettig groot. Want winst is uiteindelijk het enige dat telt.

Dus is het niet vreemd dat Murdoch weer in het Nederlandse medialandschap opduikt nu betaal-TV eindelijk winstgevend lijkt te worden. En dat zijn bedrijf daartoe wel enige miljarden wil investeren in de rechten op de voetbalcompetitie — overigens valt me het genoemde bedrag nog aardig mee, gezien de lange termijn.

Ik vind ook simpelweg dat commercieel zo populaire sporten als voetbal, autoracen, en schaatsen bij commerciële omroepen thuis horen. Die trekken zo veel belangstelling, daar hoeft geen publiek geld bij. Publieke zenders zouden het publiek slechts moeten bedienen met sport waar anders geen of nauwelijks aandacht voor is. De Olympische Spelen hebben weer eens bewezen dat er vele heel boeiende activiteiten zijn die normaal geen tel zendtijd krijgen.

Maar in Nederland is ook de publieke omroep retecommercieel — kijkcijfers regeren, reclame-inkomsten genereren is een hoofdzaak. Dus raakt iedereen daar in paniek als de status quo doorbroken wordt, en men de kans loopt om een goed bekeken onderwerp kwijt te raken aan een commerciële partij.

Alleen wordt dat allemaal nooit zo verwoord.


Over mijn lijk
week 33

Toen ik mijn rijbewijs had gehaald — in éen keer — en dat roze papiertje ophaalde op het gemeentehuis, werd mij daarbij ook een donorcodicil overhandigd.

Dat voelde niet goed.

Weliswaar was ik toen amper achttien, en zijn jonge mannelijke chauffeurs de grootste brokkenpiloten. Maar dat donorcodicil overhandigd krijgen bij dat rijbewijs vond ik toch iets te cynisch van onze overheid.

Vervolgens heb ik dat codicil overigens wel ingevuld. Zij het dat daarbij enige voorbehouden waren ingebouwd. Zo zouden mijn organen niet mogen gaan naar iemand die meer dan modaal verdiende. En wie mijn hoornvliezen kreeg zou op zijn minst een bibliotheeklidmaatschap moeten hebben, en liefst ook een museumjaarkaart.

Deels waren die voorwaarden spot, natuurlijk. Maar als ergens te weinig van is, treedt daardoor ook heel makkelijk corruptie op. Als dan in het nieuws komt dat ergens rijke patiënten de wachtlijsten voor orgaandonatie kunnen negeren, kijk ik daar niet bijzonder van op.

Later is me te verstaan gegeven dat ik wel mijn organen mag donoren, maar dat het verboden is om daarbij voorwaarden te stellen. Als iedereen voorwaarden zou kunnen gaan stellen, levert dat namelijk te makkelijk discriminatie op.

En hoewel ik me daar van alles bij kan indenken, betekent dit tegelijk ook dat ik inmiddels niet langer een donorcodicil draag, noch ergens geregistreerd sta als potentieel donor.

Volgens sommige Nederlandse politici is dat een probleem. Dus vindt men telkens weer dat iedereen automatisch orgaandonor zou horen te zijn, tenzij na heel veel moeite is aangegeven dat men dit vertikt.

En van die overheidsdwang word ik balsturig. Terwijl ik ook wel geloof dat onze medici te zeer getraind zijn om alles in leven te houden wat nog een sprankje leven heeft. Dus niet zo maar de stekker uit een hersendode trekken om fijn diens organen en weefsels te gaan recyclen.

Ik betrap mijzelf slechts op een totaal wantrouwen over hoe de zorg ingericht is en betaald wordt. Met dat vreemde kartel aan zorgverzekeraars. Met die overdreven eerbied voor techniek en dure diagnose. Met al die inefficiëntie, alle stelselmatig kostopdrijvende factoren, en de wanstaltig stijgende specialistentarieven. Een beroepsgroep die zo geil op geld is, lijkt me overigens nu juist bijzonder gevoelig voor omkoping.

Je hoeft ook maar éen keer slecht behandeld te zijn door een medicus, zoals mij overkwam, met mijn knie, om de hele stand nooit meer het voordeel van de twijfel te gunnen.

Overgave zonder voorwaarden zit er daarmee niet in, bij mij. Over mijn lijk.


Tour de Wrangs
week 34

Houd maar lang genoeg een weblog bij, en als vanzelf ontstaan reeksen postjes over hetzelfde onderwerp. En die kun je dan dossier noemen met een protserig woord.

Toch lijkt het er nu op dat tenminste éen dossier afgesloten kan worden. Dat over de Amerikaanse wielrenner Lance Armstrong. Die weliswaar al jaren niet meer in het profpeloton actief is, maar nog altijd wel het nieuws haalt.

De Amerikaanse dopingautoriteit USADA heeft deze week al zijn overwinningen sinds 1 augustus 1998 geschrapt, wegens Armstrong’s dopinggebruik. Daarmee zou hij in éen keer zijn zeven Tour de France-winsten verliezen.

Vraag is nog of USADA wel de macht heeft om Armstrong al zijn overwinningen te ontnemen. Maar dat lijkt me een detail.

Onduidelijk blijft wel óf Armstrong daadwerkelijk iets gebruikt heeft dat niet mocht.

USADA claimt dat die bewijzen er nu zijn, omdat resten zijn aangetroffen in oude bloed- of urinemonsters. Maar omdat de ex-wielrenner het vertikt om zich nog langer tegen de aantijgingen te verdedigen — die hij een heksenjacht noemde – heeft hij automatisch zijn lot in handen van de dopingautoriteiten gelegd. Die hoeven nu niet eens meer te bewijzen dat Armstrong fout zat om over te gaan tot straf.

Overigens zal er nauwelijks een wielerkenner zijn die twijfelt aan Armstrong’s dopinggebruik. Daarvoor werd er te idioot hard gefietst in de jaren dat hij domineerde — ook door anderen die ondertussen al wel zijn betrapt op dopinggebruik. [Alleen Mart Smeets gelooft er allemaal nog niets van — die wil eerst een rechterlijke uitspraak. Maar Smeets zat er dan ook al die bloeddopingjaren bij mooi weer te spelen; en met zijn vriendschap met Armstrong te koketteren.]

De meeste wielerkenners maakt al dat dopinggebruik verder niet uit. Het wielrennen is zo interessant omdat het een profsport blijft; waar prestatiebevorderende middelen een miniem en niet heel interessant deel van uitmaken.

Dat alle renners in veel belangrijke wedstrijden tegenwoordig een radiootje dragen, en vanuit de ploegleiderswagen aangestuurd worden, is bijvoorbeeld aanzienlijk dodelijker voor de sport geweest. Koersen worden daar vervelend door.

En natuurlijk is de affaire Armstrong niet afgelopen. Er loopt nog een zaak waarin hij en zijn ploeg verdacht worden van samenzwering tegen de sport. Er is nog het gerucht dat de renners die tegen hem getuigen zouden ook een korte schorsing zouden krijgen. En er zullen verder vast sponsoren en andere geldschieters zijn die hun miljoenen terug willen en daarover zullen procedureren.

Bovendien begon de hele affaire ooit met een onderzoek van de FBI. Want Armstrong reed ooit voor de US Postal-ploeg. En onderzocht is of deze ploeg met overheidsgeld van de postdiensten doping heeft gekocht.

Maar uiteindelijk is dat allemaal bijzaak. Sport is altijd slechts even belangrijk, op het moment dat de wedstrijd speelt. Zodra de uitslag vastligt, doet sport er al niet meer toe.


Verdovende drugs
week 35

Het woord luidt doorgaans dat de beschaving van een land zich toont in hoe het zijn zwakste leden behandelt.

Vervolgens wordt dan al een vraag wie deze zwakste leden zijn. En bij dit antwoord wegen politieke zo niet religieuze overtuigingen nogal mee.

Voor de Paus zijn het de ongeboren kinderen, en vormen de bijna dode bejaarden de zwakste leden. Anderen denken eerder aan de gevangenen. Een derde maakt zich sterk voor de werklozen.

En ik heb daar eigenlijk geen mening over.

Maar in mijn denken werkt wel eenzelfde mechanisme door. Ik beoordeel de kwaliteit van elk landsbestuur op hoe dit omgaat met problemen die altijd en overal zijn voorgekomen.

Dus doen de meeste argumenten van de abortustegenstanders er in het geheel niet toe, voor mij.

Niet iedere zwangerschap is nu eenmaal gewenst. Dat is overal en altijd zo geweest. En dan leef ik liever in een samenleving die een ongewenst zwangere vrouw vervolgens helpt, dan dat zij wordt uitgestoten.

Net zo heeft er altijd en overal euthanasie bestaan. Een verschil met vroeger is alleen dat mensen nu aan machines kunnen worden gekoppeld, en dan kunstmatig in leven te houden zijn.

Een land dat daarom protocollen heeft over hoe de doctoren in zulke gevallen moeten handelen, en dat vastlegt waarop de nabestaanden mogen rekenen, lijkt me een hoogst beschaafd land.

Vandaar dat ik de eeuwige juridische strijd tegen roesmiddelen zo slecht begrijp.

De hele menselijke geschiedenis door hebben we ontsnapping gezocht in verdovende middelen en andere drugs. Geen samenleving heeft ooit bestaan die geen vorm kende van gebruik.

En door een historisch toeval is alcoholverkoop en openlijk alcoholgebruik gewoon toegestaan — al worden er tegenwoordig dan wel ineens strikte leeftijdsgrenzen gevoerd. Terwijl andere middelen dan alcohol stelselmatig verboden zijn.

Daarmee zijn er dus kunstmatig nogal wat problemen gecreëerd. Want doordat er slechts dat wettelijke verbod bestaat, zit er gouden handel in die verboden middelen. En daarmee wordt het bijvoorbeeld zelfs interessant voor sommigen om weed te telen onder huis-tuin-en-keuken-omstandigheden.

Hiermee zeg ik overigens niet: geef alles vrij. Laat staat: verbied alles toch. Ik vraag me slechts af wat de onuitgesproken taboes zijn die een normaal debat over dit onderwerp onmogelijk maken.

Sommigen mensen raken nu eenmaal aan alles verslaafd — zelfs aan internetgebruik — dus het argument dat een restrictief drugsbeleid de bevolking tegen zichzelf in bescherming neemt, lijkt me ongeldig.


Topsport
week 36

Alle sport wordt gedicteerd door een simpele wet, wat mij betreft. Hoe groot een winnaar is, ligt allereerst aan de potentiële tegenstand.

Dit gegeven maakt hardlopen dan tot de moeilijkste sport. Want elk gezond mens kan hardlopen; tot de armste Afrikaan aan toe. Schoenen zijn namelijk niet eens nodig.

Een hardloopkampioen is daarmee de grootste atleet denkbaar; uit potentieel enige miljarden tegenstanders werd hij of zij de beste.

En daarom ook kan ik de Paralympics niet heel serieus nemen als topsportevenement. Al betekent dit niet dat ik veel van de geleverde prestaties niet bijzonder zou vinden.

Maar elke deelnemer aan de Olympische Spelen voor mensen met een beperking strijdt tegen wel een heel select tal deelnemers. Die tegenstanders moeten namelijk toevallig maar net hetzelfde gebrek hebben.

Dus als over de rolstoeltennister Esther Vergeer wordt geschreven dat zij de meest dominante sporter is ter wereld, in welke sport ook, lijkt dit me onzin.

Goed, zij is sinds 2003 ongeslagen, en dat al 470 wedstrijden op rij. Maar tegen wie strijdt ze? Haar tegenstanders moeten komen uit landen met een voor iedereen toegankelijk hoogwaardige sportinfrastructuur. Tennisbanen zijn duur in onderhoud en aanleg. Daarmee valt tweederde van de wereld weg aan mogelijke tegenstand.

Bovendien is zij vrouw, en zijn er nogal wat landen met olierijkdom die de vrouw zo zeer minderwaardig achten aan de man dat sporten in het openbaar er niet inzit voor hen.

Verder valt op dat bij het rolstoeltennis op de Paralympics de eerste drie vrouwen uit Nederland kwamen. En ook dat wijst, gezien de zo gebrekkige sportcultuur hier, er eerder op de belangstelling voor deze sport lokaal toevallig bovenmatig groot is dan op iets anders.

Overigens is dit gegeven niet uniek voor de Paralympics. Diezelfde moeilijkheid kleeft aan het snelschaatsen op ijs — ook die sport wordt alleen in Nederland nog serieus genomen. Ook deze sport stelt daarom mondiaal gezien nauwelijks iets voor.


Democrazy
week 37

Vlak na de Kamerverkiezingen van 2012 dringt zich de overweging op: had ik daar geen aandacht aan moeten besteden op mijn weblogs?

En dan is het antwoord simpelweg: nee. Verkiezingen vinden in Nederland inmiddels plaats om de anderhalf jaar. Maar ondertussen verandert er in het politieke beleid betrekkelijk weinig. Hoeveel drukte er verder ook gemaakt wordt door de media; hoe groot de suggestie ook zijn mag van een geweldige dynamiek.

Maar daar heb ik al zo vaak op gewezen.

Nog steeds luidt bijvoorbeeld éen van de belangrijkste vragen: waarom is elk kabinet bereid meer uit aan villasubsidie te besteden dan alle andere overheidsuitkeringen samen? Drieëndertig miljard euro is het huidige bedrag per jaar.

En in het verlengde daarvan blijft de vraag staan die nooit eens onderzocht wordt: en waar betaalt de staat Nederland zijn hypotheekrenteaftrek eigenlijk van? OESO stelt bijvoorbeeld in herhaalde waarschuwingen dat de belasting op werk hier veel te hoog is.

Niet dat die hypotheekrenteaftrek me nu zo vreselijk interesseert. Maar dat onderwerp laat als beste zien dat er enorme taboes bestaan in Nederland. Niet alles kan eerlijk besproken worden hier — zoals ook de huizenbubbel, in het verlengde van die aftrekregeling, en de gemene zaak die gemeenten maakten met de vastgoedmafia. Ook daar gingen miljarden publiek geld aan op die al verdampten, of nog verdampen moeten.

En als iedereen — dus ook de media — zulke elementaire gegevens steeds maar negeren, doet het er zo weinig toe wat er wel allemaal wordt beweerd.


Status Quo
week 38

Amerikaanse opiniewebsites hebben niet meer dezelfde aantrekkingskracht op me als tien jaar terug. Als ik nog een site volg is dat via de RSS-feed, van een afstandje. Waarbij doorgaans weken kunnen passeren voordat ik eens doorclick naar de tekst online.

Maar waarom is dat?

Voor een deel lag de mediawereld er toen anders bij, dat is zeker waar. Aan het einde van de twintigste eeuw werd menigeen duidelijk dat dat internet niet zou verdwijnen. Waarmee enige aanwezigheid online toch wel nut zou kunnen hebben, voor tijdschriften en andere periodieken.

Ik zal gretig genoten hebben van de enorme uitbreiding van wat ik zo maar thuis te lezen kon krijgen. Tot de overvloed wende.

Bovendien speelde er indertijd van alles. De verkiezingsfraude in de VS waardoor de jonge Bush aan de macht kwam. De dotcomcrisis. Of 9/11, en de nasleep daarvan. De illegale inval van VS in Afghanistan eerst – aan de wereld verkocht als gerechtvaardigd omdat 9/11 de aanval van een ander land zou zijn.

En naast dit al de critici in de VS, wie zoveel beter geïnformeerd waren dan hun collega’s in Europa, die behalve meningen ook feiten aandroegen, waardoor mijn beeld over de recente geschiedenis ineens een heel andere focus kreeg.

Tot daar weinig meer aan bij te stellen viel.

Maar zoals laatst op Tom’s Dispatch werd opgemerkt, stukken zoals Chalmers Johnson schreef in 2004 over het Amerikaanse buitenlandbeleid, zijn eigenlijk nog geen syllabe verouderd.

En weliswaar hebben we sindsdien een bankencrisis beleefd, en is het feilen van de Euro aangetoond, op mij maken die niet per se de grootste indruk. Emotioneel raken die ontwikkelingen me niet.

Dat mensen hebzuchtig zijn, en egoïstisch, en methoden verzinnen om anderen zo veel mogelijk geld af te troggelen, is ook niet meteen nieuws. Zelfs niet nu de schaal van dit bedrog industrieel geworden is. Of nu blijkt dat degenen die ons tegen dit bedrog zouden moeten beschermen — de door ons betaalde overheid — degenen zijn die de crisis hier grotendeels veroorzaakt hebben.

Oorlogvoeren en angstzaaien met illegale middelen, zoals mensen buiten de rechtsorde stellen door ze tot terrorist te bestempelen, vind ik nog altijd een aanzienlijk grotere misdaad dan oplichting.

En erger nog is het zwijgen van de autoriteiten hier. Want bij veel van wat de VS mispeutert, doen Europese landen vrolijk mee.

Weliswaar ligt er in Nederland een heel officieel rapport van een hoge jurist dat stelt dat meedoen aan de oorlog in Irak illegaal was. Daaruit zal nooit de toch zo logische consequentie worden getrokken dat de toenmalige bewindslieden derhalve oorlogsmisdadigers zijn die berecht dienen te worden.


Coach
week 39

In de meeste sporten is de betekenis van een trainer of coach nog wel te begrijpen.

Zijn de sporters jong dan brengt zo iemand kennis over van hoe iemand beter kan bewegen. En zijn de sporters inmiddels getraind dan is zo’n coach een dwingend oog van buiten, die door deze afstand wat rommelen kan aan de opstelling of de tactiek.

Toch blijft de prestatie allereerst de verantwoordelijkheid van de sporter zelf.

Moeilijker ligt het al met de plaats die bondscoaches en bondstrainers innemen. Want, deze mensen hebben dan weliswaar misschien wel de meest verantwoordelijke baan op hun gebied in het land, zelden kunnen ze fulltime over hun sporters beschikken.

Zelfs de bondscoach van het Nederlandse voetbalelftal kan daardoor weinig anders doen dan van tijd tot tijd een zo goed mogelijk team selecteren. En dan zorgen dat die jongens het een beetje gezellig hebben samen.

Maar de bondscoach van het nationale wielerteam heeft waarschijnlijk de raarste positie van al. Wielrenners rijden namelijk slechts éen wedstrijd per jaar voor een nationale ploeg. Dat is de dag van het wereldkampioenschap. De rest van het jaar rijden ze in professionele ploegen, meestal met meerdere nationaliteiten naast elkaar.

Zo’n coach van de wielerbond kan dus weinig meer doen dan een adequaat team selecteren, zorgen dat de vliegreis naar het kampioenschap vlot verloopt, dat het hotel deugt, en de sfeer een beetje ontspannen blijft.

Tactiek doorgeven, of rollen verdelen, gaat verder al nauwelijks, omdat de bondscoach alleen vooraf de wedstrijd rechtstreeks met zijn renners kan praten.

Als deze bondscoach, zo’n man met éen dag in het jaar werk, dan gaat klagen over de renners die hij geselecteerd heeft, roept dat vragen op. Want hij had domweg ook andere renners kunnen selecteren. Of vooraf al voor de eer moeten bedanken, als het werkelijk zo erg was.

Waarop de conclusie uiteindelijk wel moet luiden: o ja, bondscoaches dienen allereerst om de media-aandacht te kanaliseren; liefst door sporters uit de wind te houden.

Leo van Vliet meende echter hardop te moeten kankeren over de mentaliteit van de Rabobankrenners. Alleen was dat na de wedstrijd. En nadat hij drie van de vier opgeroepen Rabobankrenners tot gedeeld kopman had gemaakt in zijn team.

Conclusie derhalve: coach Leo van Vliet deugt niet voor zijn vak. Zelfs al is dat vak niet meer dan een erebaantje van een dag.

Maar daarin is hij lang de enige niet.


Informatie
week 40

Het uitzonderlijke wordt onthouden. Want als er helemaal niets bijzonders gebeurt, passeert alles ongemerkt. Dus puur uit dit gegeven al moet ik constateren dat de NS op dit moment niet bijster goed presteert. Er lijkt telkens iets te gebeuren als ik een treinreis maak. Ik heb nogal wat verhalen over wat er allemaal misging in de laatste weken.

Maar kwaad maak ik mij daar niet over. Kwaad worden, heeft geen zin.

Andermans problemen nemen alleen zo veel van mijn tijd. Dat blijft steken.

Neem nu mijn terugrit vorige week uit Amsterdam. Toen ik op een moment iets na de avondspits op mijn gemak terug naar het Noorden hoopte te reizen, en al binnen een half uur duidelijk werd dat die trip tot in het oneindige voort zou slepen.

Eerst werden de reizigers op mijn perron op het laatste moment naar een ander perron verordonneerd. En daar stond ook keurig aangegeven dat onze trein spoedig zou komen. Tot zover leek alles goed.

Dus toen er een trein binnenreed, op het geëigende moment, drong menigeen zich fluks naar binnen toe.

Ik, iets wijzer geworden door de stunts die NS met me heeft uitgehaald, vroeg toch maar aan de conducteur welke bestemming zijn trein had. Er stond namelijk niets op de zijkanten aangegeven. En deze conducteur zeide ‘Nijmegen’. Schrok van het gegeven dat tal van passagiers daarmee verkeerd waren ingestapt. En hij haastte zich de trein in om daar een onheilstijding te kunnen omroepen voor reizigers die niet naar Nijmegen wilden.

De goede trein arriveerde iets later. Bleef alleen nog ruim een kwartier staan wachten, waardoor de cabines zich langzaam tot de nok toe vulden met halfdronken hangouderen uit de provincie die fijn naar de stad waren geweest. Heel leuk allemaal, zij het dan dat deze mensen niet naast elkaar konden zitten door de drukte en daarom maar dwars over ieders hoofden heen op orkaankracht met elkaar gingen praten.

GEZELLIG WAS HET, HÈ!

Toen ging het op een sukkelvaartje naar Hilversum, want er reed een goederentrein voor ons. Die ver achter ons had kunnen rijden als wij normaal op tijd vertrokken waren geweest. Dus van alle aansluitingen die ik had gehoopt te halen, waren de eerste twee me al spoedig onmogelijk gemaakt.

En toch ware dit allemaal te verdragen geweest als ook maar iemand van NS of ProRail even wat informatie had gegeven over het waarom van het wachten, of het sukkelen achter die goederentrein aan.

Dat hierin iets gaat verbeteren, wordt me ondertussen al ruim twintig jaar beloofd.


Zij en ik | dopen
week 41

 

ik:Mij verbaast niets meer. Toen ik leerde dat anabolicagebruik bij mannen vaak samengaat met vroegtijdige kaalheid, zag ik meteen verbanden die er misschien wel helemaal niet zijn. Maar nogal wat Nederlandse topschaatsers zijn veel te jong kaal geworden. Ids Postma. Rintje Ritsma. Carl Verheijen…
zij:Dus het zit overal?
ik:Overal waar mensen veel geld kunnen verdienen en roem oogsten zullen ze er alles aan doen om te winnen. En sommigen gaan daar heel ver in. Lance Armstrong was al eens bijna dood, dus is het niet heel raar dat hij daarna besloten heeft nog eens alles uit dat leven te halen.
zij:Niets van aantrekken dus zeg je. Valsspelen is menselijk.
ik:Maak je vooral geen helden. Geniet van prestaties, geniet van het verhaal, van de spanning en van de ontknoping, maar mijdt het leeg gezelschap van de mensen die presteerden.
zij:Dat is een behoorlijk cynische kijk op zaken.
ik:Wat jij cynisme noemt, is al een hele tijd realisme voor mij.
zij:Maar kun jij dan nog zonder bijgedachten naar een wielerwedstrijd kijken op televisie?
ik:Net als ik een boek kan lezen, en daarvan ook kan genieten, terwijl de schrijver zich in andere boeken ontpopt heeft als een gruwelijke antisemiet.
zij:En alle dopingnieuws van deze week was helemaal geen nieuws.
ik:O jawel. Het is heel bijzonder dat niet éen, maar meteen een heleboel renners de collectieve zwijgplicht doorbroken hebben, en tegen hun baas hebben durven getuigen. Ook is duidelijk dat Armstrong jaren beschermd werd door de internationale wielerbond, en dat de UCI daarmee heel veel vragen te beantwoorden heeft. Al waren ook die geruchten er altijd al.
zij:Zijn verhaal was te mooi om daaraan af te gaan doen.
ik:Het kankerslachtoffer dat die ziekte overwon, en sterker terugkeerde dan ooit.
zij:Het sprookje.
ik:Al heeft Armstrong dan weer die kanker waarschijnlijk zichzelf aangedaan. Doordat hij al groeihormonen en anabolica slikte vanaf 1990. En het veel vaker voorkomt dat er dan kanker ontstaat.
zij:Is dat ooit te bewijzen?
ik:Nee. Wat wel vreemd is aan het verhaal van die balkanker is dat Lance Armstrong nooit beter gepresteerd heeft dan in het jaar van de kanker. Wat helemaal niet kan. En dat hij toen ook al nooit betrapt is op dopinggebruik. Terwijl zijn testosteroncijfers totaal niet meer konden kloppen. Er zijn andere sporters geweest met balkanker die misschien wel nu alleen nog leven doordat ze betrapt werden op die vreemde testosteronpieken.
zij:Maar neem jij bijvoorbeeld de sportjournalisten nog iets kwalijk? Die hebben toch al die tijd meegeholpen om sprookjes te maken. Mart Smeets doet nu nog mee aan de NS Publieksprijs voor het beste boek met iets over Lance dat wel een sprookjesboek moet zijn.
ik:Smeets is een entertainer, en geen journalist. Maar zijn sportjournalisten onnozeler dan politiek journalisten die net doen of wat er gebeurt in Den Haag vreselijk belangrijk is? Die politiek beschrijven als een heel spannende strijd, in plaats van een zompig moeras waarover tegelijk grotendeels elders beslist wordt?
zij:Maak je geen helden, zei je.
ik:Denk na. En blijf nadenken.
zij:Dat is moeilijk.
ik:Dat is ook lang altijd niet vol te houden.
zij:Wat is jouw grootste teleurstelling op dit gebied dan? De grootste desillusie?

Sponsoring
week 42

Zelfs de grootste voetbalclub in de wereld heeft een relatief kleine omzet. In een beetje kiene buurtsupermarkt gaat al meer geld om, zo schreef Simon Kuper, toen hij eens wat cijfers over sport op een rij zette.

Zo bezien is het met wielrennen helemaal klein bier. Wat een sponsor daar in stopt, klinkt misschien als veel geld voor een privé-persoon, maar is dat zeker niet voor een multinationale onderneming.

Daarbij geldt ook nog dat de ploegen in de wielersport automatisch de de naam aannemen van hun sponsor — anders dan voetbalclubs. En dat wielerwedstrijden uren lang rechtstreeks op de TV worden uitgezonden.

Er is nauwelijks een goedkopere manier te vinden om gratis televisiereclame voor een bedrijf te krijgen dan door een succesvolle wielerploeg te steunen.

Punt wordt dan wel hoe zo’n team successen kan oogsten.

Het wielrennen is bijvoorbeeld een professionele sport; waarin wedstrijden weleens verkocht worden.

Het wielrennen is ook een nogal zware sport — omdat de belangrijkste wedstrijd drie weken en twee dagen duurt. Bovendien wint geen coureur in zijn eentje. Een wielerploeg functioneert pas als die als een team opereert.

Bij succesvolle teams zal de verzorging daarom optimaal zijn.

En in het wielrennen is het dan niet vreemd dat dopinggebruik daar dan bij hoort. Iedereen die daar na 1998 nog verbaasd over doet, is dom of hypocriet.

De grote vraag bij alle rumoer deze weken blijft wat mij betreft: waarom precies is dopinggebruik slecht? Als het tamelijk willekeurig is wat er aan stoffen verboden wordt? Als het om professionele en volwassen sportlieden gaat?

Het standaardargument is dan dat doping bij de profs betekent dat dan ook de jongeren al verboden stoffen gaan gebruiken om hogerop te komen. Wat natuurlijk niet moet. Maar dit gaat wat mij betreft niet op. Welke jongere kan tienduizenden euro’s per jaar uitgeven aan drugs?

Een zinnig argument is wel wat Greg LeMond onlangs aanvoerde. Dat sporters zo dom zijn, en zo gretig om goedkoop beter te worden dat ze alles willen gebruiken — zelfs medicijnen die nog niet eens gekeurd zijn voor gebruik.

Maar ik heb verder nog nooit iemand horen verklaren dat doping bestreden moet worden om mensen tegen zichzelf in bescherming te nemen. Altijd gaat het erom dat doping de sport oneerlijk maakt. Terwijl sport nu net per definitie oneerlijk is.

Bovendien rijden wielrenners ook altijd zo hard als kan een berg af. En dat vindt iedereen mooi. Terwijl dat pas echt spelen met levens is.


Gemak
week 43

Senseo-koffie schijnt niet zo goed te zijn. Te slap. Te weinig speciaal. Te min koffie. Tenminste, zo word ik geacht te oordelen volgens de mensen die daar een uitgesproken mening over hebben. Mij interesseert de hele kwestie niet zo. Krijg ik Senseo-koffie voorgezet dan drink ik dat zonder enige bijgedachte op.

Toegegeven, thuis doe ik het anders. Daar maal ik eerst een handje bonen, om daar dan water op te gieten dat net niet kookt. Waarop het mengsel vier minuten in de cafetière op elkaar moet inwerken, voor de zeef neerdaalt.

Thuis probeer ik de omstandigheden zo goed mogelijk onder controle te houden om mijn koffie zo lekker te maken als ik dat kan.

Alleen heb ik ook daar niet alle omstandigheden onder controle. Koffie verschilt namelijk per aankoop; al was het maar in versheid. Verder experimenteer ik soms met de bonen en landen van herkomst. Er moet daarom weleens meer, en ook weleens minder gemalen worden dan normaal. Maar dat merk ik snel genoeg, na het eerste kopje met het nieuwe brouwsel.

Koffiefabrikanten ondervangen het probleem dat koffie een natuurproduct is op een andere manier. Zo mengen zij bonen uit verschillende landen tot een heel gemiddeld mengsel — de melange — dat dan wordt gebrand.

Bij Senseo wordt de consument ook nog de mogelijkheid onthouden om te kiezen hoeveel koffie er gebruikt wordt voor het bakkie troost. Bovendien maakt het Senseo-apparaat dat kopje altijd op dezelfde manier klaar. Maar al dit doet er niet zo veel toe, want de kopers van zo’n koffiezetter zijn allereerst voor het gemak gegaan. Die laten zich gewillig dicteren wat ze te drinken krijgen.

Toch is het nieuws als de fabrikant toegeeft altijd net te weinig koffie in de Senseo-pads te hebben gestopt.

Doet de fabrikant na deze bekentenis alleen nog steeds of er een ideale gemiddelde smaak bestaat die werkelijk iedereen heeft.

Maar ook hierbij denk ik niet meer dan: reclame maken voor een verbeterd product zonder daarvoor advertentieruimte te moeten kopen, wie wil dat nu niet?


Waan
week 44

Elf jaar bestaat dit weblog inmiddels. De twaalfde jaargang is al even bezig — sinds 1 januari zelfs als ik de bij tijdschriften gebruikelijke methode aanhoud. En voorlopig zal ik nog wel even doorgaan met dit gedoetje.

Alleen blijft de eeuwige vraag hoe.

Want ik kijk weleens terug in het archief. Benieuwd of ik indertijd hier iets geschreven heb omdat een reactie vereist was. Zoals bij de moord op Theo van Gogh — om maar éen voorbeeld te noemen dat vandaag toepasselijk zou zijn. Terwijl de hevige opwinding over de actualiteit me doorgaans verschrikkelijk tegenstaat. Omdat ik nooit een mening wil hebben; vanuit het besef nooit volledig geïnformeerd te zijn.

Dus is er een paradox. Ik vind het achteraf meestal jammer hier te weinig ooit actuele zaken behandeld te hebben. Terwijl alles in mijn intellectuele temperament het verafschuwt om bij de waan van de dag te moeten leven.

Daarom dien ik dus een midden te vinden. Door wel terloops op de opwinding van het moment in te gaan. Maar deze vervolgens meteen in een groter kader te plaatsen.

Welnu. In week 44 van 2012 kwam het tweede kabinet Rutte tot stand, bestaande uit een coalitie van VVD en PvdA. Nog voor dit kabinet beëdigd was, ontstond er soesa over de plannen in het regeerakkoord om de ziektekostenbelasting inkomensafhankelijk te maken. Mark Rutte’s VVD roerde zich daarbij flink. Vooral de bovenmodaal verdienende leden voelden zich door hun vrindjes genaaid. En de lijfkrant van de partij muntte zelfs de vondst ‘Marx Rutte’; o heilige verontwaardiging.

Nu is het betalen van een ziektekostenverzekering de laatste jaren steeds al een solidariteitsheffing geweest. Vandaar dat ik liever over de ziektekostenbelasting praat. De gezonde mensen betalen nu eenmaal de zorg voor de zieken en zwakken — ofwel de jongeren betalen de verzorging van de ouderen.

En relatief gezien betaalden tot nu toe de laagste inkomens een enorm deel van hun inkomen aan deze solidariteitsheffing mee. Dat hierin iets verbetert, lijkt me niet gek. En dat sommige mensen nu pas ontdekken dat het zorgstelsel ondertussen onbetaalbaar is geworden, lijkt me dom van hen.

Bovendien is er sprake van enige historische rechtvaardigheid.

Tot 2006 was er een goed werkend zorgverzekeringssysteem. Daarin moest van VVD en CDA zo nodig marktwerking worden geïntroduceerd. Maar, o wonder, die kwam niet. Want marktwerking komt er nooit in een kartel — en wat anders dan een kartel is het, die zorg met al zijn prijsafspraken.

Verder, 50% tot 60% van de zorg die een ziekenhuis biedt, is discutabel.

Dus interesseert de publieke verontwaardiging onder VVD-leden en -stemmers over de mogelijke stijging van de zorgbelasting me werkelijk geen moment.

Wel heb ik natuurlijk gekeken wat de kabinetsplannen betekenen voor mijn positie. Waarbij meteen opviel dat ook het kabinet Rutte ii anno 2012 nog altijd slechts loonslaven kent — daarmee de werkelijk negeert dat er inmiddels bijna een miljoen ZZP-ers zijn in Nederland. De visie van de politiek is daarmee werkelijk geen tel serieus te nemen.

Dus kost het kabinetsbeleid mij geld. Maar dat is niet nieuw. Politiek creëert nu eenmaal zijn eigen werkelijkheid, waarin de media vervolgens extra verwarring komen saaien. Al deze mechanismen zijn zo voorspelbaar dat dit cynisch maakt.


Rampen
week 45

Een week voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen kwam aan de Oostkust een enorme storm aan land. Geprojecteerd op Europa had zo veel wind op hetzelfde moment van Portugal tot Denemarken problemen kunnen veroorzaken.

En problemen waren er in enkele Amerikaanse staten. De lager gelegen delen van New York liepen even onder, en iets verderop in New Jersey was het erger nog. Bovendien zaten binnen korte tijd miljoenen mensen zonder stroom.

TV-zenders konden weer even net doen of ze een ramp in beeld aan het brengen waren.

Nu was de windkracht van de storm op het moment dat de VS bereikt werd al een stuk minder dan in de dagen daarvoor. Toen ‘Sandy’ had huisgehouden in het Caraïbische gebied.

Bovendien kwamen veel van de problemen voor de Amerikanen door een totaal gebrek aan voorbereiding. New York heeft geen deugdelijke stormkering — net als de meeste andere steden aan de kust. En overal in het land hangen de elektriciteitsdraden nog in alle straten aan houten palen. Die weleens omgaan met slecht weer.

In Nederland waren bij de waarschuwing dat er zo veel wind zat aan te komen gewoon de stormbarrières dichtgegaan. En de kans dat hier de stroom uitvalt bij een stevige storm is al evenmin heel groot; omdat de kabels naar de huizen onder de grond liggen. Vanzelfsprekend is hier ook altijd schade na een storm, maar die schade treft nooit miljoenen.

Dit komt door éen cruciaal verschil tussen de VS en Nederland. En dat is het geloof dat de overheid verantwoordelijkheid draagt bij zaken die een individu niet alleen kan oplossen.

In de Nederlanden zit dat idee in het DNA. Het besef van overheid begon hier bij het gezamenlijk aanleggen van dijken – en het onderhoud daarvan.

Maar nergens bij de Amerikanen heb ik iets gelezen over deze notie. Ja, het was goed dat de federale rampendienst FEMA nog niet helemaal wegbezuinigd was, zodat die na de storm doeltreffend kon optreden. Dat er ook preventie mogelijk was, om rampen als er gebeurden te voorkomen, lijkt er nog steeds een te groot idee te zijn.

Ik schrijf dit overigens niet als kritiek. Of om mij even arrogant hoog boven de onnozele Amerikanen te verheffen. Voor mij dient dit voorbeeld allereerst om aan te geven dat de VS een heel ander land is, waar ze de dingen fundamenteel anders doen.

Die notie kreeg ik namelijk te zelden in de verslaggeving van de vaderlandse media over de presidentsverkiezingen daar.

Terwijl zo’n simpel voorbeeld toch zo illustratief had kunnen zijn.


2LO
week 46

De BBC — wat toen nog voor British Broadcasting Company stond — begon met uitzenden op 14 november 1922. En normaal zijn de herdenkingen van zulke verjaardagen niet heel interessant. Pas over tien jaar, als we honderd jaar verder zijn, wordt zo’n datum echt bijzonder.

Bovendien begon de Friese radiopionier Hanso Idzerda al in 1919 met een geregeld radioprogramma op de zondagavond.

En toch was dat 90-jarige jubileum van de BBC wel het evenement dat me het meest boeide de afgelopen week. Dit kwam door wat de geschiedkundige Huizinga ‘de historische sensatie’ heeft genoemd.

Ofwel, de kwaliteit van het archiefmateriaal dat de BBC gebruikte in de herdenkingen was bijzonder hoog; en daarmee spectaculair.

Toegegeven, de mensen spraken iets hoger indertijd, en helderder, maar ik had niet het idee naar uitzendingen van negentig jaar terug te luisteren. Toch kwam er wel degelijk even een radiopastor aan het woord, die een paar stichtende woorden sprak bij de overgang naar het jaar 1923.

Er was een vrouw die een praatje over het werk in de tuin ging houden, het hoorspel bestond al, en er was nieuws.

Slechts aan de muziek in de muziekprogramma’s viel op dat tegenwoordig heel andere smaken populair zijn.

Maar door dergelijk materiaal kan een afstand in tijd in éen keer wegvallen.

Dat er later mensen zijn met herinneringen aan zo’n tijd, die deze desgewenst best willen vertellen, volstaat namelijk niet. Toch komen de Nederlandse radio en televisie in hun geschiedenisprogramma’s zo zelden verder dan dat.

Het verleden moet zelf spreken. Als dit kan.


Dallas
week 47

Dat er ooit een succesvolle TV-serie heeft bestaan die Dallas heette, is me bekend. Ik heb er alleen nooit een aflevering van gezien. Mijn avonden werden indertijd gevuld met sport en andere zaken.

Maar het fenomeen Dallas heeft in de cultuur aardige analyses opgeleverd van Ethel Portnoy en fijne recensies van Clive James — dus helemaal nutteloos is het bestaan van de serie niet geweest, wat mij betreft.

Ook heb ik zelfs persoonlijke herinneringen aan de TV-reeks. En daaraan kleeft zelfs enige paniek. Want, er is een tijd geweest dat ik het leven zeer serieus nam, en meende dat ik ooit alles moest kunnen weten wat er te weten is. Daardoor was het zelfs noodzaak om een programma als Dallas te volgen. Anders miste ik iets fundamenteels. En dat was heel erg. En later vast ook niet meer goed te maken.

Enfin, met de leeftijd komt dan gelukkig een ietsje meer vermogen om onderscheid te maken tussen wat belangrijk is en wat triviaal.

En geschiedenis studeren helpt bij al dit misschien zelfs wat te veel. Wie na zo’n training de actualiteit bekijkt blijft allereerst de constanten daarin zien. Die krijgt een hekel aan het permanent overspannen drama dat de journalistiek van elke ontwikkeling maakt — in de hoop zo de aandacht te vangen.

Maar ooit ontbrak dat relativeringsvermogen dus. Ooit kon ook het missen van pulp-TV voelen als een gemis; zonder dat ik éen uitzending gezien had. Omdat iedereen het over die serie had; waarmee het programma dus automatisch belangrijk werd.

Een ander principieel misverstand uit die tijd was: de zekerheid meer van alles te zullen begrijpen als ik eenmaal groot zou zijn.


EPD
week 48

Lange tijd had ik een dossier thuis van alle knie-onderzoeken die ik ondergaan heb sinds 1983. Dat was nogal een dossier. Het hele pakket bestond uit talrijke Röntgenfoto’s in beschermende enveloppen, een enkele brief, en een zelfgemaakt overzicht met daarop de data van alle ziekenhuisbezoeken en eventuele ingrepen. Ook waren er twee VHS-cassettes bij met korte en nogal rode filmpjes van kijkoperaties.

Anders dan voor Cirkus Knie was er voor mij geen reden om naar het ziekenhuis te gaan. Om onderzocht te worden dan.

En ik had het dossier ook graag gehouden — ware het niet dat het ziekenhuis dat me de laatste keer opereerde, beloofde alle belangrijke materiaal te zullen digitaliseren.

Ik ga er maar vanuit dat dit gebeurd is.

Al zal het me niet verbazen als het bij die belofte gebleven is. Of dat de ziekenhuistechnici al te bezwarend materiaal weggelaten hebben.

Op de allereerste foto’s uit 1983 is namelijk al te zien dat er bij het ontsporen van mijn knie toen een stuk van mijn linkerknieschijf was afgebroken. Dat botfragment heeft later nog aardig wat overlast en schade veroorzaakt.

Enfin.

Dat ik dit dossier in bezit kreeg, was toeval. Als ik het meenam, kwam het sneller in het andere ziekenhuis waar mijn vervolgafspraak was, dan wanneer verzending volgens de regels zou gebeuren.

Eenmaal in het bezit van de informatie, die tenslotte toch allereerst intieme informatie over mijzelve was, voelde het wel goed dat ik er zelf over kon beschikken.

Dat het in de 21e eeuw uiteindelijk telkens problemen gaf het dossier te mogen houden, en aangevuld te krijgen, omdat niets meer op papier gebeurde, en foto’s niet meer werden afgedrukt, was de reden om het bezit op te geven. Al gebeurde dit met tegenzin.

Maar in alle discussies over het elektronisch patiëntendossier gaat het dus nooit over dit aspect. Nu alles digitaal beschikbaar kan komen, en elke patiënt zijn hele medische geschiedenis op USB-stick bij zich kan dragen, zweert de industrie nog altijd bij centrale opslag in éen database.

Waardoor uiteindelijk iedereen bij informatie over ieder ander kan. En dat is niet goed.

* Voorjaar 2011 keurde de Eerste Kamer de invoering van een landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) uiteindelijk unaniem af, vanwege alle privacyproblemen. De organisatie die tot op dat moment werkte aan een landelijk knooppunt voor het EPD, genaamd Nictiz, begon vervolgens te zeuren hoe zonde afschaffing wel niet was van al het werk.

Nictiz had op dat moment ook al de gegeven van vele tienduizenden patiënten ingevoerd. Zonder hun toestemming.

Daarop sprongen de verzamelde ziektekostenverzekeraars in, die recent opnieuw de financiering van het EPD voor de komende drie jaar hebben gegarandeerd. Terwijl de verzekeraars nu juist helemaal niet over gedetailleerde patiëntgegevens zouden mogen beschikken — daarmee volgt vanzelf prijsdiscriminatie, zo niet uitsluiting, voor al te dure klanten.

Ofwel, ICT en de Nederlandse overheid, rampen komen.


Reistijd
week 49

Mijn innerlijke plattegrond van de wereld is absoluut rijker geworden dit jaar. Altijd als ik fiets moest dat eigenlijk altijd door minstens éen straat waar ik niet eerder was.

Maar mijn innerlijke plattegrond blijft een merkwaardige kaart, vanwege de oneindig vele witte plekken. En reizen op een andere manier dan te voet of per fiets helpt daar niet bij. Snelwegen worden bijvoorbeeld bewust zo gemaakt dat automobilisten bijna niets zien van de omgeving. Daardoor schrikken ze niet zo gauw. Wordt het verkeer veiliger van.

Dus kloppen de verhoudingen nooit bij de afstanden die per auto worden afgelegd. De meeste van die kilometers zijn niet beleefd.

Reizen met de trein is al interessanter; omdat het spoor zo vaak achter de huizen langs rijdt, en juist niet van alles de fraaiste kant toont. Toch kijk ik tijdens mijn treinreizen zelden meer uit het raam — of hoogstens om een schatting te maken waar we ons zo ongeveer bevinden. Elke reis langs een vast parcours wordt algauw routine.

Toch is in dat reizen met de trein vandaag een fundamentele verandering gekomen. In plaats de negentiende-eeuwse route om de Zuiderzee te volgen naar de Randstad gaan de treinen uit het Noorden voortaan door de polders. Over de bodem van de zee. Dat scheelt een klein kwartiertje naar de hoofdstad – alleen neemt die reis nog altijd relatief veel tijd.

Helaas zijn grote delen van dat nieuwe spoor verzonken — om te voorkomen dat spoorwegovergangen nodig waren. Daardoor zal ook de treinreis door de Flevopolder een volkomen prikkelarme ervaring zijn. Tot de Oostvaardersplassen even uitzicht bieden dan.

En goed, die polder is zelfs bij het fietsen al aan de eentonige kant.

Omdat ineens dus ook het hele spoorboekje wordt omgegooid merk ik ineens dat mijn interne plattegrond van het spoornet extra ingewikkeld is. Bij mijn kennis om per trein van A naar B te komen, horen niet alleen afstanden, maar ook tijden. Omdat er doorgaans verschillende manieren zijn om ergens aan te komen.

Dus worden de komende maanden allereerst verwarrend. Tot weer alles gewoon lijkt; want mensen kunnen aan alles wennen. En dan is vreemd hoe het vroeger was.

En dus is Zwolle nu ineens het nieuwe knooppunt Amersfoort geworden; want neem éen probleem weg, dan ontstaat er vanzelf een ander.


Gestrand
week 50

De Britten hebben nog een wet, die uit de dertiende eeuw stamt, dat de kop van een gestrande walvis eigendom van de koning is. De staart wordt bezit van de koningin.

In Nederland zal alles wat de zee aanspoelt wel aan de Staat toevallen. En daarmee anoniem uit het zicht verdwijnen.

En dit is jammer. Want het had nog wel wat gehad als delen van die dode bultrug op een open kar naar paleis Noordeinde moesten worden gebracht. En dat Beatrix dan al die trappen daar af moest komen lopen, pretenderend hoe verrukt ze was over het gebaar.

Enfin, de monarchie hier is ook nooit meer dan een bedacht iets geweest; omdat de grote Europese landen meenden, op het Congres van Wenen begin negentiende eeuw, dat een zelfstandig land niet zonder koning kon.

De koningen elders hadden tenminste van God nog de macht gekregen om zieken te genezen. En hoewel Beatrix er altijd wel goed is om de ziekenhuizen af te lopen na een ramp, wordt er daarbij nooit eens iemand spontaan beter.

Het bezoek van de koningin is wel weer een mooi oud ritueel — want hoewel de meeste rituelen leeg zijn, stellen ze wel gerust.

Waar zulke tradities ontbreken, heerst al gauw chaos. En dan roeren de grootbekken zich, de zelfbenoemde deskundigen, en alle media die aandacht in de verkoop brengen.

Dan ineens krijgt een gestrande walvis een naam, wordt zijn lijden een onderwerp van discussie, en daarmee zelfs strijd. En ik weet niet wat vervelender is. Dat alle aandacht uitgaat naar zoiets triviaals, of dat deze processen inmiddels zo voorspelbaar zijn geworden; dat de nieuwe rituelen die ontstaan zo belachelijk uitpakken.

Want was er al een oproep voor een stille tocht voor de dode wallevis? Er was al een oproep voor een stille tocht met lampions.


Vitaminepillen
week 51

Trial by media, weinig is zo vervelend. Nu zo langzamerhand duidelijk wordt dat ook die zo nette Rabobankploeg systematisch epo gebruikte, past slechts een schouderophalen. Hoeveel onthullingen er nog gaan volgen.

Als iedereen in alle ploegen zich zo goed als mogelijk verzorgde, is er geen sprake van bedrog in de wielersport, zo lijkt me. Dan legt slechts de buitenwereld een ethiek op aan een beroep waar de professie vanaf zijn eerste dagen al niet aan voldeed.

Een vraag lijkt me nu eerder waarom Rabobank uit winkelen moest bij een Oostenrijkse wonderdokter.

Had die bank dat niet beter kunnen organiseren?

Uit het onderzoek van de Belgische Senaat bleek indertijd dat nogal wat artsen en veeartsen daar in de doping waren gegaan. Dat leverde een stuk meer op dan illegaal toedienen van hormonen aan vee — zodat dit sneller groeide — en bovendien was er vrijwel geen kans om gepakt te worden door justitie.

Had de Rabobank, die vrijwel altijd de financier is van megastallen en andere vormen van industriële veehouderij, daarom niet wat meer met zijn contacten in die wereld kunnen doen?

Ploegleider Johan Bruyneel, die volgens USADA de kwade genius is achter het meest gesofisticeerde dopingprogramma ooit, was als actief renner op het laatst in dezelfde ploegen actief als Erik Breukink — de Erik Breukink die ploegleider werd bij Rabobank.

Eén van die ploegen was ONCE, van Manolo Saiz; die niet meer in de sport werkt vanwege zijn dopingverleden.

Maar niemand linkt Bruyneel ooit aan Breukink, of stelt dat beide dezelfde leerschool hebben doorlopen.

Het grootste schandaal lijkt me dus uiteindelijk dat een ploeg met zo veel geld achter zich als Rabobank zo weinig successen heeft weten te boeken.

lees verder »»


Plofkip
week 52

De lezers van Onze taal hebben het woord ‘plofkip’ verkozen tot het woord van het jaar 2012.

Ik gebruikte datzelfde ‘plofkip’ hier al in mei 2006, in dezelfde betekenis; al vond ik het toen wel nodig er enige uitleg bij te verschaffen.

En die constatering relativeert zo’n verkiezing weer mooi. Wat nieuw lijkt, is dit vaak niet. En wat nu vreselijk in het oog springt, kan ook zo weer vergeten zijn.

Aan vrijwel alle jaarlijstjes valt op dat ze alleen iets vertellen over het moment dat ze werden opgesteld. En het land waarin dit gebeurde. Hun waarde of betekenis is gering, of zit hoogstens in het amusement.

Het jaar loopt bijna ten einde, dus moet er nog even iets gebeuren, om rekenschap te geven dat het allemaal gezien werd. En weinig is dan simpeler dan het opstellen van een ranglijstje of wat.

Maar vandaag is het gewoon maandag, en morgen wordt het gewoon dinsdag. Door de afspraak dat de jaartelling vannacht om twaalf uur verandert, wordt aan beide dagen wel erg grote betekenis gehecht.

De Chinezen vieren het begin van hun nieuwe jaar ergens tussen 20 januari en 20 februari, afhankelijk van wanneer de nieuwe maankalender begint.

Tamils houden het op 13 of 14 april. Net als vele andere Hindoes.

En alleen wie zijn eigen tradities heilig verklaart, en daarmee tot waarheid uitroept, vindt dat vreemd.

Het blijft vreemd abstract om het verspringen van een jaartal te vieren. Dat de dagen sinds 21 december weer langer worden lijkt me een aanzienlijk betere reden voor een festijn. Alleen was dat feest al, tijdens de door de Christenen zo sneaky ingelijfde Kerst.