Kamp
week 16

Terwijl er genoeg nieuws was ineens voor extra journaaluitzendingen op televisie — overigens zonder veel inhoud — ging mijn belangstelling veel meer uit naar een melding uit de marge. Persoonlijk drama gaat voor mij dan ook boven politieke abstracties.

Een atlete stopte met haar geliefde sport, omdat ze nooit meer wedstrijdfit raakt; de ene blessure volgt op de andere. Dus traint ze niet om nog beter in haar sport te worden. Alle die uren aan training dienen slechts om op haar oude niveau te komen. Maar zelfs die wens houdt er al om.

Meerkampers vind ik de meest interessante atleten. Elders schreef ik al uitgebreid over mijn fascinatie voor dit altijd wat weggestopte onderdeel van de sport. En wat bij die fascinatie meespeelt, is dat de meerkamp slechts gedaan wordt door de schaarse liefhebbers onder de professionele sporters.

Niemand kan meer dan drie vier keer in een jaar op niveau een zevenkamp of een tienkamp doen. Terwijl een goede honderdmetersprinter in het seizoen elke week wel ergens een lucratief wedstrijdje kan lopen.

Bovendien is het blessuregevaar immens veel groter voor iemand die goed moet zijn op alle onderdelen. Het hele lichaam moet het altijd maar blijven doen.

Meerkampers hebben dus een tic.

Jolanda Keizer meldde een paar dagen terug met de discipline te stoppen. Terwijl ze naar mijn idee nog amper begonnen was. En zo gaat het vaker helaas met meerkamptalent in Nederland. Eén of twee wedstrijden op hoog niveau zitten er nog net in. Die doen ze dan leuk. En net als je als volger van de sport dan verwachtingen krijgt over zo’n atleet volgt al de mededeling dat meer er niet in zit; om de vele blessures.

De namen verschillen dus telkens, maar zo’n nieuwsbericht als dat hierboven heb ik helaas nu al te vaak gezien.


[x]#10027 fan maandag 23 april 2012 @ 10:25:16