Zij en ik

 

=

=

zij:Waarom is de zwaartekracht zo veel gemener voor vrouwen dan voor jullie mannen? Zulke dingen vraag ik mij dan af.
ik:Leg eens uit?
zij:Wie zakken er eerder uit? Om maar eens iets te noemen. Wie moeten zich soms in hun puberteit al stevig insnoeren om zelfs maar een beetje normaal te kunnen lopen?
ik:Kurt Vonnegut heeft het idee wel aardig gebruikt in éen van zijn romans. Slapstick. Die speelt zich af in een postapocalyptische wereld, met een vrijwel dagelijks veranderde zwaartekracht. En op de dagen dat de aarde even wat minder trekt, lopen alle mannen als vanzelf rond met een stijve lul. Wat weer met jouw theorietje overeenkomt.
zij:Gaat dat werkelijk zo? Hebben astronauten in de ruimte een permanente erectie? Dat maakt, hoe heet dat, Star Trek, toch ineens tot een heel andere televisieserie.
ik:Aan boord van de Voyager, of hoe dat tuig ook maar heten, is de zwaartekracht kunstmatig opgewekt. Dus dat telt allemaal niet.
zij:Of neem Neil Armstrong, die op de maan een gigantische sprong voorwaarts voor de man aankondigde, en daarmee dus bedoelde dat die bij immigratie naar de maan eeuwig met een enorme lul zou rondhoppen. Geen wonder dat jongetjes allemaal astronaut willen worden.
ik:Het idee fascineert je nogal.
zij:Nee, ik vind het ziekelijk. Typisch iets voor een vent om te bedenken. Geen vrouw zou ooit een boek zou schrijven waarin borsten op sommige dagen door een gebrek aan zwaartekracht zouden gaan zweven. Die dingen zouden je met een beetje pech nog in je gezicht slaan ook trouwens. Dus blijven de tuigjes, zoals jij ze meestal noemt, zelfs dan nog nodig.
ik:Maar zouden zwevende vrouwen hoge hakken blijven dragen?
zij:Kijk maar eens naar de porno, waarop die hakken nu toch ook al bijna altijd aanblijven. Zelfs in het liggende werk. Als vrouwen vinden dat ze er mooiere benen van kregen, blijven de schoenen aan. Helemaal als de zwaartekracht niet meer overwonnen hoeft te worden. Wat een ontlasting van de achillespezen zou dat geven. Misschien zou dan wel ineens iedereen pumps gaan dragen.
ik:Vreselijk.
zij:Heb je soms wat tegen hakken?
ik:Als we het toch over de strijd tegen de zwaartekracht hebben, zijn er weinig pijnlijker momenten denkbaar als wanneer een vrouw mij al zwikkend voorbij pumpt.
zij:Maar dan nog, dat zijn keuzes die iedereen vooral zelf moet maken. Beha’s moeten dragen is een veel minder vrijwillige zaak.
ik:En er waait tegenwoordig nog zelden een zomerrok op.
zij:?
ik:De zwaartekracht, en hoe die heel soms even prikkelend kan worden uitgeschakeld.
zij:De rokmode is de laatste jaren meestal te kort om op te waaien, maar daar heb je toch zeker geen problemen mee?
ik:En sloffen er meer mannen, of toch meer vrouwen?
zij:Nog steeds aan het associëren?
ik:Hangen de mondhoeken van vrouwen eerder, of toch die van mannen?
zij:Ja dus.
ik:Er zijn meer oude vrouwen, dus zullen er ook wel behoorlijk wat meer chagrijnige wijven zijn. Misschien vertekent dat het beeld. Wanneer zet het verval bij jullie eigenlijk in?
zij:Dat is strikt persoonlijk bepaald, lijkt me. Naast genetische voorkeuren, is er ook nog zoiets als dieet en levensstijl. En of er kindjes komen.
ik:Na je vijfendertigste?
zij:Och, veel eerder als je niet per se moeite doet.
ik:Nou ja, is een mens niet gebouwd om een jaar of vijfenveertig te leven, maximaal?
zij:Zo was het natuurlijk altijd wel. En van vrouwen was altijd al in éen keer het mooie af als ze eenmaal gebaard hadden, als ze niet in het kraambed stierven.
ik:Duck’s disease is ook typisch vrouwelijk, trouwens.
zij:Wat is dat nu weer…
ik:Dat je billen zich dichter bij de grond bevonden dan jij wel prettig vindt.
zij:Die grijns op je kop waarmee je het zegt ook. En dat er woorden voor zijn bedacht, dat zegt toch alles. Laten we hier over op houden
ik:Wat zou een goede Nederlandse vertaling zijn? Waggelziekte. Gravitas?
zij:Ophouden…

Zij en ik | 2

 

zij:Het is een beetje een vies praatje. Maar zo ontzettend veel snot steeds, dat het op het laatst wel leek of mijn hersens mee naar buiten kwamen.
ik:Jij en de middeleeuwers.
zij:Sorry?
ik:De Egyptenaren trouwens ook. Die meenden ook dat die hersenen geen enkel nut hadden. Daarom hebben al die mummy’s ook geen hersenen meer. Die zijn er via de neus met een stokje uitgepeuterd…
zij:Ah, gatverdamme.
ik:Waarbij er eerst flink werd rondgepeurd, zodat de boel er grotendeels vanzelf…
zij:En nu houd je op. Is dat je wraak of zo?
ik:Nee.
zij:Of heb je weer eens wat gelezen en moest dat er uit? Weet je wat jij moest doen. Je moest eens wat meer onder de mensen komen. In plaats van alleen maar van die rare boekjes te zitten lezen.
ik:Neuh, daar krijg je maar enge ziektes van. Onder de mensen. Nee bah. Met enorm veel snot enzo. Telefoneren is een stuk veiliger…

Zij en ik | Actueel, of nee toch liever niet

 

zij:Je was een paar dagen te vroeg met de beoordeling van Wilders op je weblog.
ik:Och ja. Negeert Wilders was een nog beroerdere naamgrap. Die kwam ook langs, toen.
zij:Snap jij De Volkskrant, trouwens? Wel die brief van Wilders afdrukken en er dan triomfantelijk een redactioneel commentaar ernaast aan wijden hoe dom die man wel niet is? Om een verbod op de Qu’ran te eisen?
ik:Dat snap ik niet. Maar daarom lees ik De Volkskrant ook niet meer. Die had dat mij wat te vaak — die totaal onproductieve triomf het lekker beter te weten. Dat zelfgenoegzame zwelgen.
zij:Wilders is toch ook gewoon dom? Ik vond dat eigenlijk altijd wel mooi, het hele volk voor het eerst helemaal vertegenwoordigd, met nu ook de geestelijk wat beperkten in de Kamer.
ik:
zij:Je zwijgt me iets te lang.
ik:De Volkskrant heeft dat wel vaker, die totaal onproductieve triomf het beter te weten.
zij:En wat is jouw hooggeleerde mening dan wel over Wilders?
ik:Als je op mijn weblog zoekt, dan heb ik jaren geleden mijn mening over de intelligentie van Wilders al eens opgeschreven. Maar de man is mij nu wat te veel doorgeschoten in de richting van alle aandacht is goede aandacht. Dus begin ik het zo langzamerhand ook onnozel van ons te vinden om het nog over die man te hebben.
zij:Dan zou ik geen televisie meer aanzetten vandaag. Maar, vandaar dus, Negeert Wilders. En heeft die discussie verder nog nuttige inzichten opgeleverd waarmee je mij nu gaat beleren?
ik:Nee, totaal niet. Het was juist een heel ander gesprek, zo’n gesprek dat erover ging hoe ’n klein beetje we maar kunnen leren. Ga je jaren naar de universiteit, lees je halve bibliotheken leeg. En uiteindelijk kom je tot precies dezelfde conclusies als de volksmond je al had meegedeeld toen je nog van niets wist. Alle politici zijn zakkenvullers, of oplichters. Van die dingen.
zij:Maar jij kunt nu wel uitleggen waarom.
ik:En toch komt het op hetzelfde neer.
zij:Die spannende feestjes die jij bezoekt, wat een bruisend leven leid je toch.
ik:Wat zei ik ook alweer over De Volkskrant?
zij:Ik lees die krant ook om me te ergeren, dat weet je best. Maar goed, wat zegt die volksmond nog meer? Daar ben ik nu wel benieuwd naar geworden.
ik:Het was niet per se de volksmond. Het ging er ook om dat de Britten en Amerikanen het over ‘common sense’ hebben, en dat ons begrip ‘gezond verstand’ toch niet helemaal hetzelfde is. Dus ging het ook over taal, en wereldbeeld.
zij:Als je maar gelachen hebt. Negeert Wilders… Er moet heel wat drank in voor zoiets leuk wordt.

Zij en ik | ambitieus

 

zij:Ik zou daar echt gefrustreerd over zijn.
ik:Ach.
zij:Nee, niks ach. Jouw boeklog is toch ontstellend veel rijker dan dat weblogje over boeken dat door NRC-Handelsblad tot site van de week werd uitgeroepen.
ik:Maar wat zegt het nu als zo’n website daar gelinkt wordt? Ik heb volgens mij daar nooit een link naar iets gezien dat ik niet al kende, of wat vervolgens tot een favoriet werd.
zij:Dus eigenlijk zeg je: het kan me niet schelen, want die mensen daar hebben er toch geen verstand van wat er allemaal op internet te vinden is
ik:Nee. Maar hoe kan ik dit uitleggen. Alle aandacht voor boeklog is mooi, en vleiend. Helemaal als die van mensen komt die een goede smaak in boeken hebben. Maar als ik gewild had om massale aandacht te krijgen voor boeklog, of voor eamelje.net, dan had ik die sites wel anders opgezet.
zij:Je linkt ook al nooit zelf naar ander werk van je, zelfs niet als dat wel online staat.
ik:Precies.
zij:Dat noem ik nu gebrek aan ambitie.
ik:Nee, dat werk was er vaak al voor mijn weblogs bestonden. En mijn werk is niet ik, en mijn weblogs zijn niet ik. Waarom zou ik…
zij:Waarom niet? Ik snap niet dat jij, die zo veel geschreven hebt over de nieuwe economie, over het verdwijnen van traditionele werkverbanden, daar niet zelf de lessen uit trekt. Jij bent nu een merk. En gerekend naar de bezoekersaantallen voor je weblogs ben je een heel aantrekkelijk merk. Dat moet je toch gewoon in je voordeel gebruiken?
ik:Nee.
zij:Want?
ik:Werk is werk, en mooi als dat niet vervelend om te doen is. Webloggen is webloggen, maar nu juist geen werk. Jij wilt dat mijn boeklog werk wordt. Ik wil dat het nooit een last wordt.
zij:Dom.

Zij en ik | beperkt houdbaar

 

zij:Heb jij donderdag die documentaire nog gezien, over die grote druk op vrouwen om jong en mooi te blijven? Beperkt houdbaar?
ik:Ach ja.
zij:Dan hoef ik je al bijna niet te vragen wat je er van vond.
ik:Veel te eenzijdig. Nauwelijks informatief. Manipulatief… Moet ik verder gaan?
zij:Gek genoeg ben ik het voor een deel met je eens, voor de verandering. Het is wel raar dat iedereen altijd klaagt dat de bevolking te vet wordt, en dat zo’n voor de hand liggende conclusie helemaal niet aan bod kwam. Een heel groot deel van de vrouwen doet er dus zeker niet alles aan om zo jong en mooi als maar mogelijk is te blijven.
ik:Precies. Als er al dwang gevoeld wordt, geldt dat toch maar voor een beperkt aantal vrouwen.
zij:Dan heb je er vast ook wel over nagedacht voor welke vrouwen dan…
ik:Neuh.
zij:Redelijk goed opgeleid, misschien. Carrière makend…
ik:Eerder het typje ‘ik heb toch zeker recht op alles’, lijkt me.
zij:Zou jij iets aan jezelf laten verbouwen, als dat je gratis werd aangeboden?
ik:Nee? Of is dit een raar soort hint?
zij:Ik zou het niet weten…
ik:Jij dan?
zij:Waarom ik?
ik:Wat iemand vraagt, zegt meestal het meest over de vragensteller.
zij:Ik begin wel erg diepe plooien naast mijn neus te krijgen.
ik:Neeh…
zij:Daar schrik ik weleens van, in de spiegel.
ik:Maar heb je er de pijn voor over in je te laten snijden? Of je in te laten spuiten met iets lichaamsvreemds? Zoals dat gif waar eenden in de zomer aan dood gaan als het water te heet wordt. Botox.
zij:Gewetensvraagje, hè? Zou jij je ogen laten laseren?
ik:Misschien. Als wat meer bekend is over de lange-termijn effecten van die behandeling. Als ik zeker weet dat er geen rare halo-effecten optreden bij het autorijden in het donker, zoals ik weleens heb gehoord.
zij:Maar waarom zou jij je ogen laten laseren?
ik:Om ’s nachts in bed op de wekker te kunnen kijken zonder daarvoor eerst een bril op te hoeven zetten. Weet ik veel.
zij:En dat is dus niet uit ijdelheid?
ik:Ik wil weleens af van dat eeuwige geklooi met die protheses. Brillen raken uit de mode, of ze breken doormidden. En lenzen verslijten de hele tijd, of het worden bacteriehaarden als je niet altijd strikt hygiënisch bent. Nee, ik vind die ooglaserij eerder op hetzelfde niveau staan als normale tandverzorging dan een ingreep vanwege mijn ijdelheid.
zij:Maar je bent dus wel het met de documentairemaakster eens dat er grenzen zijn, en dat die almaar opschuiven door wat er technisch mogelijk wordt.
ik:Nee, niet zo. Er spelen volgens mij twee zaken door elkaar. De éen is gewoon die mode, waarvoor de vrouwelijke helft der mensheid altijd zeer bevattelijk blijkt te zijn. Dat vrouwen altijd pijn hebben willen lijden voor hun mode is echt niet nieuw. Dat er altijd mannen zijn geweest die graag wilden verdienen aan de modegrillen van het moment, is ook altijd al zo geweest. Maar dat de mode tegenwoordig wel heel erg extreem is, lijkt me ook om andere redenen zo. En die zag je in die documentaire niet.
zij:Hoezo?
ik:Onze hele cultuur lijdt onder een raar soort infantilisering. Alles moet ook altijd maar nu, direct, meteen. En het is raar dat die massale aandacht voor jong, snel, en flitsend, al het andere normaal menselijke blijkbaar uitsluit.
zij:Wat ik vooral raar vind, is dat ons huidige schoonheidsideaal op zo veel manier door de porno wordt beïnvloedt. En dat vrouwen die grondig door een plastisch chirurg er allemaal hetzelfde uitzien. Als opblaaspoppen, met echte pijpmondjes.

Zij en ik | beperkt houdbaar, opnieuw

eerder

zij:Heb je het vervolg nog gezien op Sunny Bergman haar documentaire? Donderdag?
ik:Nee. Was ze weer op kruistocht? Of was het nog steeds dat sommige vrouwen nogal rare schoonheidsidealen opdringen aan elkaar.
zij:Eerst werd haar documentaire herhaald, en toen werd nog eens ingewreven hoe akelig het allemaal niet was, wat we net hadden gezien. Daarbij kwam ook nog een manifest langs met het motto: ‘sex moet weer haute couture worden.’
ik:Dat meen je niet.
zij:Nee, echt. Sex met een x trouwens. Zoals jij het ook altijd nog schrijft, maar zoals het nu niet meer goedgekeurd is.
ik:Haute couture, hè. Daarbij krijg ik toch echt associaties met veel te dure lapjes stof die gedrapeerd zijn over schonkig magere meisjes. Van die meisjes met lege, wat chagrijnige gezichtjes bovendien.
zij:Hou maar op. Ze bedoelen er mee, geloof ik, dat mijn seksualiteit geen confectiepakje moet zijn, afgekeken bij de rolmodellen in de media, maar juist maatwerk moet worden.
ik:Maar hoe onnozel ben je dan, als jij je alleen maar spiegelt aan wat er in de massamedia komt?
zij:Dus is hun kritiek blijkbaar ermee samen te vatten, dat we alleen de verkeerde rolmodellen te zien krijgen.
ik:Hadden we het er de vorige keer ook niet over dat de Amerikaanse mediacultuur gemiddeld genomen een nogal infantiele cultuur is, en daarmee te onnozel voor iedere dertigplusser om daar iets aan te willen ontlenen? Kijk dan naar de Duitse publieke TV als je rolmodellen zoekt van krachtige en humoristische vrouwen van een zekere leeftijd. Viel er trouwens nog iets te lachen? En dan bedoel ik niet te lachen uit ongeloof.
zij:Wat denk je?
ik:Uren dodelijke ernst?
zij:Absoluut. Maar het rare is dat al die vrouwen mij toch ook wel sympathiek werden, in hun dodelijke ernst.
ik:Nee…
zij:Waardoor ik mij later nogal gemanipuleerd voelde door hen. Want zij maken net zo goed propaganda. En het is eigenlijk nog redelijk onschuldig, en veilig, waartegen ze protesteren. Sunny Bergman zocht natuurlijk doelbewust de uitwas op. Zij ging letterlijk met de billen bloot, voor een chirurg die er zijn brood mee verdient in gezonde vrouwenlijven te snijden. Dus is het niet raar dat ze de reactie kreeg die ze kreeg. Dat haar lichaam niet deugde. Tegelijk had ze een vergelijkbare reactie gekregen, als ze in het Middenoosten een imam ondervraagd had over de vrouwonvriendelijkheid van de Islam. Dan had ze ook niet gedeugd. Terwijl over dat onderwerp te zeggen is dat er veel meer vrouwen echt door lijden.

Zij en ik | beperkt houdbaar, redux

eerder

zij:Er valt me nu pas op hoe jij onze telefoongesprekjes herschrijft. Je laat vrij veel weg.
ik:Hoe zo? Ik laat je nooit iets zeggen dat je niet gezegd hebt, of gezegd zou kunnen hebben.
zij:Het gaat ook niet om mij. Het gaat er nu even om wat jij allemaal zei, dat vervolgens nooit op je weblog komt.
ik:Sorry.
zij:Ik bedoel je zo enorm vrouwvriendelijke uitspraken.
ik:Ach. Je kent me. Maar ik weet nog steeds niet waar je heen wilt.
zij:Wat zei jij nu over vrouwen die hun schaamlippen laten corrigeren?
ik:O, dat. Ik zei zoiets als dat je wel erg weinig plezier moet hebben beleefd aan je kut, wil je daar met een mes in laten hakken door een vreemde vent. Alleen voor het mooi.
zij:Precies.
ik:Maar daar moest jij om lachen. En ik zei dat ook alleen op dat moment, omdat ik jou altijd aan het lachen probeer te krijgen. En omdat ik weet dat jij niet vreemd opkijkt van dat soort uitspraken, vanwege die, wat is het, vijftien jaar dat we elkaar nu kennen.
zij:Dus?
ik:Lang niet alles wat voor een privé-voorstellling geschikt is, verdraagt het op een open podium gehoord te worden. Doe nu niet net of je dat niet weet.
zij:Maar het was de enige uitspraak die ik onthouden heb van ons gesprek. Tot ik jouw reconstructie las. Dus vind ik wel dat er een correctie komen moet. Of een aanvulling.
ik:Ik ken trouwens een vrouw die haar schaamlippen heeft laten inzomen, maar dat was omdat ze anders niet zonder pijn kon trainen voor het wielrennen tijdens de triathlon. Triest verhaal is dat…

Zij en ik | beperkt houdbaar, revisited

 

ik:Je krijgt steeds meer gelijk met je idee dat porno nogal wat invloed heeft op hoe vrouwen er uit moeten zien.
zij:Wat heb je nu weer gezien dan?
ik:Een bedrijf dat adverteert met een middel om je daaronder weer jeugdig fris roze te kleuren.
zij:Sodemieter op.
ik:My New Pink Button. Al geef ik meteen toe dat button in die naam niet helemaal te begrijpen.
zij:Is dat de link? Ja, ze hadden het misschien beter gewoon lippenstift kunnen noemen of zo. En dan dat ‘lippenstift’ tussen aanhalingstekens. Ieuw, het is niet eens een grap. ‘A Genital Cosmetic Colorant’. Bah.
ik:Je zou toch maar vrouw zijn, en je daar onzeker over maken.
zij:Ik ben vrouw, en heb wel wat beters te doen. En ik begrijp ook niet dat als je je daar wel voor schaamt, je niet eerst gewoon al die tl-lampen uit de slaapkamer weghaalt. Maarre, hoe weet jij hiervan?
ik:Er zijn dappere webloggers geweest, die het spul hebben uitgeprobeerd. Daar wordt dan over gepraat, online.
zij:Én?
ik:De verf is niet zo onschuldig als lippenstift. Die brandt. Een Amerikaanse consumentensite raadt het spul daarom af.
zij:Ieuw ieuw ieuw.
ik:Er schijnt wel kaneel in te zitten, misschien is dat nog een pré.
zij:Ach ja, waarom dan niet meteen de geur van appeltaart, concurreer je in éen moeite door met die andere oplichters, van de kutdeodorant.
ik:Ik heb alleen nog nergens gelezen of dat spul licht geeft in het donker. Dat is misschien nog wel een grappige toepassing.
zij:Wat denk jij. Is dit een oplossing voor een probleem dat er nog niet was, of andersom?
ik:Het schijnt niet zo goed te gaan met de porno-industrie. Dus misschien dat een hofleverancier naar een nieuwe markt zoekt.
zij:Vreemde manier om van onderwerp te veranderen, trouwens. Om me hiermee te laten merken dat je niet over Geert Wilders wilt praten.

Zij en ik | Bespreken boeken

 

zij:Ga je Kluun nog eens lezen voor je boeklog? Ik heb gehoord dat er iemand was die trots zei als enige ooit een positieve recensie over Kluun te hebben geschreven.
ik:Dat heb ik je vorige keer verteld, ja.
zij:Ja?
ik:Maar nee, voorlopig geen Kluun voor mij. Misschien wel nooit.
zij:Waarom niet?
ik:Dat boek gaat toch vooral over een vrouw die doodgaat aan de borstkanker? Waarom zou ik voor mijn lol een boek lezen over een vrouw die doodgaat aan de kanker?
zij:Ja maar, dat is toch geen manier om boeken te beoordelen?
ik:Waarom niet?
zij:Dan hoef je de Bijbel ook niet meer te lezen. Want je weet toch wel dat onze lieve heer zijn zoon laat sterven aan het kruis. Je schreef van de week zelf nog op je weblog dat het erom gaat hoe iets beschreven wordt, niet wat er beschreven wordt.
ik:Die Bijbel is ook niet interessant om wat erin staat, maar omdat zo veel mensen de inhoud blind geloven.
zij:En bij thrillertjes vind je het ook niet erg dat er mensen in gedood worden, terwijl je dat van tevoren weet.
ik:Ja, maar dat is altijd allemaal vorm. Bij genre-fictie gaat het altijd om dat soort stilzwijgende afspraken. De verpleegster krijgt de dokter, de held gaat niet dood maar overwint de boef. Alleen moet het er ook een paar keer op lijken of het toch misgaat. Om het spannend te houden.
zij:Maar hoe schat je Kluun dan in?
ik:Geen idee. Schrijver melkt groot verdriet in zijn leven uit? Kom, huil met me mee, want deze ramp is helemaal echt gebeurd? Dat is natuurlijk ook een genre, maar niet mijn favoriete soort boeken. Verrassend is dan misschien dat Kluun een man is, omdat volgens mij normaal juist vrouwen dit soort boeken schrijven.
zij:En lezen. Vergeet dat niet. Kluun heeft dus een vrouwenboek geschreven? Staat dat je vooral tegen?
ik:Hij staat me niet tegen, maar dat genre boeken laat me vrijwel onverschillig. Het is heel moeilijk om je druk te maken om iets dat je niets kan schelen.
zij:Dus het is niets?
ik:Nee, ik zou het niet lezen. Dat is een persoonlijk oordeel. Maar als er geen behoefte aan dat soort boeken zou zijn, zou die Kluun niet zo goed verkopen. Dat is heel iets anders. Maar waarom ga je toch de hele tijd hier over door. Heb jij hem soms net gelezen?
zij:Ja.
ik:En?
zij:Ik moest erom huilen. Maar nu moet ik me dus vies voelen van jou, omdat het Kluun’s bedoeling was dat ik zou gaan huilen.
ik:Wat heb je toch een rare ideeën over mij.

Zij en ik | Bespreken boeken — 2

 

zij:Het spijt me dat ik het ooit goed heb gevonden dat jij iets van onze telefoongesprekjes op je weblog zet.
ik:Waarom? Je zegt vaak heel interessante dingen.
zij:Jij hebt toch altijd het laatste woord.
ik:Alsof ik je ook maar iets in de mond leg.
zij:Neem nu die discussie over Kluun. Op je boeklog kan iedereen gewoon zien dat jij wel Turks Fruit gelezen hebt. Bijvoorbeeld. Alsof kanker daar geen rol in speelt.
ik:Volgens mij schrijf ik daar ook dat ik het een zwaktebod van Wolkers vind om haar dood te laten gaan.
zij:Leg uit.
ik:Wordt die liefdesgeschiedenis daar boeiender door? Iemand dood maken, is wel erg makkelijk emoties afdwingen. Je personages laten sterven, is er ook bij je lezers inhameren dat de liefde, o die unieke liefde, nooit meer zo kan worden als die ooit was. Maar dat vind ik veel te zwart-wit gedacht voor een goed boek. Zulke vertelschema’s zie je verder alleen nog in sprookjes.
zij:Nee, door die dood wordt het juist meer bijzonder — bijzonderder — wat er daarvoor gebeurde.
ik:Ik vind het gewoon interessanter om over een grote liefde te lezen die op een normale manier misgaat. Hoe veel beiden ook van elkaar houden. Gewoon, omdat het in het leven vaak ook zo gaat. Absoluut geluk is een uitzondering. Een momentopname.
zij:Misschien zijn uitzonderingen wel heel prettig om over te lezen.
ik:O, vast.
zij:Normaal zeg je nu iets als: over gebrek aan smaak valt niet te twisten.
ik:Neuh.
zij:Ben je overtuigd dan? Zo klink je niet.
ik:Ik denk alleen dat we zo steeds dichter bij een definitie komen van wat ik nu een goede roman vind.
zij:Die moet grijs zijn.
ik:Die moet geklungel laten zien. En toch hoop op verbetering.
zij:Een mens moet kunnen blijven dromen.

Zij en ik | boeken af

 

zij:Kan ik dat boek van die Mimi Smartypants een keer van je lenen?
ik:Je was toch in januari jarig?
zij:Krijgen is ook goed. Wat ik me afvroeg. Is het nog wat geworden met die weblogverkiezing? Behalve dan dat je vast wel wat gezegd had als je gewonnen had, en ik uit de stilte over het onderwerp ook wel wat uit afleid?
ik:Had ik iets gezegd?
zij:Ja, toch wel… Je hebt toch niet?
ik:Nee, De Papieren Man heeft gewonnen. Zoals ik ook al zo ongeveer verwacht had. De Contrabas had ook kunnen winnen, behalve dan dat de belangrijkste maker daarvan net een boek heeft geschreven met een lid van de jury. Voor de rest is er ook gewoon niemand die fulltime, of professioneel, of in elk geval heel fanatiek dagelijks met inzicht schrijft over literatuur, of het literaire wereldje.
zij:Ja ja. En valse bescheidenheid stinkt niet.
ik:O, maar ik ben ergens ook wel trots op boeklog. Alleen is dat om heel andere redenen dan een jury van een wedstrijd belonen zal. Voor mij is bijvoorbeeld pas door mijn boeklog duidelijk geworden hoe vluchtig het weblog als medium is. Alles gaat om het nu. Wat vorige week geschreven werd, doet er al niet meer toe. Is vaak al bijna niet meer te vinden. Behalve als je gericht weet waar naar te zoeken. En ik probeer de inhoud van boeklog juist wel op zo veel mogelijk verschillende manieren te ontsluiten.
zij:Terwijl iedereen gewoon Google gebruikt.
ik:Hou maar op.
zij:Maar nu moet je toch eens eerlijk zijn. Hoe erg was de teleurstelling om niet gewonnen te hebben?
ik:Die was er niet.
zij:Daar geloof ik dus helemaal niets van. En kom nu alsjeblieft niet aan met smoesjes als dat je al vereerd was om genomineerd te zijn.
ik:Het enige dat die nominatie opleverde was weer eens mail van boekhandels die wilden adverteren, en een stuk of tien extra bezoekers.
zij:Maar je bent wel bij de beste tien weblogs…
ik:Beste vijf. En toch nog altijd niet meer dan een blinde in het land der blinden. Nee, ik kan me niet druk maken over beslissingen waar ik geen tel invloed op kan uitoefenen. Dat zou het leven anders wel erg moeilijk maken.
zij:Wees eerlijk…
ik:Wat tegen boeklog werkt, bij elk jury, is dat ik niet alleen over de allernieuwste romans schrijf. Omdat literatuur altijd gelijk staat aan wat er aan romans is, en gedichten misschien ook nog net mogen. Maar essays leest bijvoorbeeld al bijna niemand meer. En ik lees niet alleen hele bundels essays, ik lees nog wel meer ook. Bovendien zijn dat soms hele oude boeken. Terwijl iedereen van de boekenbijlages gewend is dat iedereen die over literatuur schrijft het over de waan van die dag heeft.
zij:Dus nu geef je de jury de schuld dat die niet ziet hoe geniaal jij bent.
ik:Ach, onzin. Als de Dutch Bloggies iets laat zien, dan wel dat er nauwelijks nog weblogs prijzen halen die door oprechte amateurs geschreven worden; gewoon om het leuk. Als liefhebberij. Om erbij. Daarmee kun je nog net winnen in de categorie beste persoonlijke weblog, en misschien hoogstens nog in de categorie best geschreven. En boeklog is een weblog van een amateur; geschreven in anders verloren kwartiertjes.
zij:Ik weet toevallig hoe je leest, maar op andere mensen maakt die boekenwoede toch een heel andere indruk.
ik:Dat weet ik.
zij:Daar is weinig amateuristisch aan.
ik:Dat weet ik. En ik houd me meestal ook stil over boeklog; omdat mensen anders maar gaan denken dat ik niets anders doe dan lezen op een dag.
zij:Stakker.
ik:Daarom weet ik dus ook niet of ik er wel iets over gezegd had, als het prijs was geweest.

Zij en ik | Bovenop het nieuws 2

 

zij:Nu moet je me toch nog eens vertellen wat er gebeurd is, vorige week. Waarom stond ineens al die politie bij jou op de stoep?
ik:Geen idee.
zij:Weet je het echt niet, of ben je gewoon te lui om het netjes uit te zoeken?
ik:Nee, het is echt een raadsel. Ik heb braaf alle politieberichten bekeken sindsdien. En overal in de provincie zijn wietplantages opgerold — soms met wel twee per dag — maar wat de buren aan de overkant mispeuterd hebben, ik heb geen idee. Er was ook maar éen apart politiebericht over een grote actie hier ter plaatse. Dat ging over fietsendieven. Alleen stond dat nieuws al overal te lezen, zelfs toen die polities nog bij mij op de stoep stonden.
zij:En je andere buren?
ik:Die kwamen juist bij mij vragen wat er precies gebeurd was.
zij:En de politie? Ben je nog gehoord, of verhoord? Kwam die nog aan de deur?
ik:Nee.
zij:Ook al niet. Je hebt dus lekker overdreven om een leuk stukje voor je weblog te schrijven.
ik:Zeker niet.
zij:De halve politiemacht van Friesland?
ik:Het regiokorps hier heeft normaal twee patrouillewagens paraat. Die waren er, plus nog twee auto’s. En een speciale groene vuilniswagen, en een ander ding. Zo’n utility vehicle. Hoe heet dat in het Nederlands?
zij:Doet er niet toe. Ik begrijp alleen nog steeds waarom je er over schreef, als je er zo weinig van weet.
ik:Omdat het om iets anders ging. Als jij thuis zou komen, en er stond zo veel politie op de stoep, zou jij ook bang zijn geweest. Maar om een andere reden. Jij hebt kindjes…
zij:En jij weet meteen zeker opgepakt te zullen worden?
ik:Voor een heel klein deel van een seconde. Alleen beken ik daar absoluut geen schuld mee. Maar daar gaat het nu net om. Volgens mij zegt een onmiddellijke reactie op de aanwezigheid van politie meer over hoe jij over politie denkt, dan over iets anders. En ga je toch altijd na wat je verkeerd gedaan zou hebben kunnen. Ook al is er niets.

Zij en ik | dopen

 

ik:Mij verbaast niets meer. Toen ik leerde dat anabolicagebruik bij mannen vaak samengaat met vroegtijdige kaalheid, zag ik meteen verbanden die er misschien wel helemaal niet zijn. Maar nogal wat Nederlandse topschaatsers zijn veel te jong kaal geworden. Ids Postma. Rintje Ritsma. Carl Verheijen…
zij:Dus het zit overal?
ik:Overal waar mensen veel geld kunnen verdienen en roem oogsten zullen ze er alles aan doen om te winnen. En sommigen gaan daar heel ver in. Lance Armstrong was al eens bijna dood, dus is het niet heel raar dat hij daarna besloten heeft nog eens alles uit dat leven te halen.
zij:Niets van aantrekken dus zeg je. Valsspelen is menselijk.
ik:Maak je vooral geen helden. Geniet van prestaties, geniet van het verhaal, van de spanning en van de ontknoping, maar mijdt het leeg gezelschap van de mensen die presteerden.
zij:Dat is een behoorlijk cynische kijk op zaken.
ik:Wat jij cynisme noemt, is al een hele tijd realisme voor mij.
zij:Maar kun jij dan nog zonder bijgedachten naar een wielerwedstrijd kijken op televisie?
ik:Net als ik een boek kan lezen, en daarvan ook kan genieten, terwijl de schrijver zich in andere boeken ontpopt heeft als een gruwelijke antisemiet.
zij:En alle dopingnieuws van deze week was helemaal geen nieuws.
ik:O jawel. Het is heel bijzonder dat niet éen, maar meteen een heleboel renners de collectieve zwijgplicht doorbroken hebben, en tegen hun baas hebben durven getuigen. Ook is duidelijk dat Armstrong jaren beschermd werd door de internationale wielerbond, en dat de UCI daarmee heel veel vragen te beantwoorden heeft. Al waren ook die geruchten er altijd al.
zij:Zijn verhaal was te mooi om daaraan af te gaan doen.
ik:Het kankerslachtoffer dat die ziekte overwon, en sterker terugkeerde dan ooit.
zij:Het sprookje.
ik:Al heeft Armstrong dan weer die kanker waarschijnlijk zichzelf aangedaan. Doordat hij al groeihormonen en anabolica slikte vanaf 1990. En het veel vaker voorkomt dat er dan kanker ontstaat.
zij:Is dat ooit te bewijzen?
ik:Nee. Wat wel vreemd is aan het verhaal van die balkanker is dat Lance Armstrong nooit beter gepresteerd heeft dan in het jaar van de kanker. Wat helemaal niet kan. En dat hij toen ook al nooit betrapt is op dopinggebruik. Terwijl zijn testosteroncijfers totaal niet meer konden kloppen. Er zijn andere sporters geweest met balkanker die misschien wel nu alleen nog leven doordat ze betrapt werden op die vreemde testosteronpieken.
zij:Maar neem jij bijvoorbeeld de sportjournalisten nog iets kwalijk? Die hebben toch al die tijd meegeholpen om sprookjes te maken. Mart Smeets doet nu nog mee aan de NS Publieksprijs voor het beste boek met iets over Lance dat wel een sprookjesboek moet zijn.
ik:Smeets is een entertainer, en geen journalist. Maar zijn sportjournalisten onnozeler dan politiek journalisten die net doen of wat er gebeurt in Den Haag vreselijk belangrijk is? Die politiek beschrijven als een heel spannende strijd, in plaats van een zompig moeras waarover tegelijk grotendeels elders beslist wordt?
zij:Maak je geen helden, zei je.
ik:Denk na. En blijf nadenken.
zij:Dat is moeilijk.
ik:Dat is ook lang altijd niet vol te houden.
zij:Wat is jouw grootste teleurstelling op dit gebied dan? De grootste desillusie?

Zij en ik | Dorresteinen

 

zij:Wat vind je van Renate Dorrestein?
ik:Pfff.
zij:Wat? Wat heb ik nu weer gezegd?
ik:Meestal, als jij zo frontaal om mijn mening vraagt, is dat om bevestiging te krijgen van wat je zelf al denkt. Maar zeg ik iets anders dan krijgen we een discussie over iets dat zelden de moeite van het bediscussiëren waard is.
zij:Zoals met Renate Dorrestein dus. Wat is er mis met Renate Dorrestein?
ik:Niets. Ik heb niets tegen haar, al staat daar tegenover dat ik al evenmin iets met haar heb.
zij:Heb je haar wel gelezen dan?
ik:Ja.
zij:En?
ik:Niets en. Gewoon zoals zo voor de meeste Nederlandse schrijvers geldt: niet slim genoeg om me iets nieuws te vertellen, niet krankzinnig genoeg om me te verbazen. En op taalniveau niet bijzonder genoeg om me daarom nog tot lezen te verleiden.
zij:Ik bedoel eigenlijk dat stuk in NRC-Handelsblad van haar. Over dat vrouwen andere dingen uit boeken halen dan mannen.
ik:O, dat.
zij:Ik dacht, laat ik het eens over boeken hebben, of lezen. Misschien blijf je dan wel geïnteresseerd in het gesprek.
ik:Hè?
zij:Niets.
ik:Je hebt het over die lezing. Met dat wetenschappelijk volkomen onverantwoorde onderzoekje dat ze haar studenten had laten doen.
zij:Dat moet jou natuurlijk meteen moest opvallen.
ik:De kennis die enquêtes oplevert, is op zijn best een leuke indicatie, maar veel vaker volkomen verkeerd.
zij:Vrouwen zijn de echte lezers. Dat zegt Dorrestein.
ik:Getalsgewijs heeft ze ook volkomen gelijk.
zij:Maar jij voelt je nu niet extra aangesproken.
ik:Vrouwen zijn de echte lezers. Mannen schrijven de interessantste boeklogs online.
zij:Jaja.
ik:Getalsgewijs.
zij:Jammer dat al die vrouwen er niet meer mee doen, met al die boeken, zeg je dus eigenlijk.
ik:Nee. Er is lezen en lezen. En diep in mijn hart vind ik mijn boekconsumptie niet meer dan normaal, en al het andere daar een afwijking op. Ook al denkt tegenwoordig schijnbaar iedereen dat mijn boeklog bijgehouden wordt door een hele jaargang studenten, in plaats van éen man.
zij:Ík heb echt geen tijd om elke dag een boek te lezen.
ik:En ik móet elke dag een boek lezen, dat is het principiële verschil tussen ons. Ik moet verrast worden, of ontroerd. Desnoods geïnformeerd. En de enige manier waarop ik zeker kan zijn iets van dat mee te krijgen, is door te lezen.
zij:Jij verwacht nog iets. Dat is mooi.
ik:En daarom lees ik geen Renate Dorrestein; omdat me dan al te goed bekend is wat ik verwachten mag.
zij:Toch heb je daarin geen gelijk.

Zij en ik | en de donkere dagen voor kerstmis

 

zij:En wat doe jij met de Kerst? Behalve boekjes lezen?
ik:Geen idee nog, maar boekjeslezen is er niet bij deze keer.
zij:Dat mag ook in de krant.
ik:Komt het ook. Ik zet denk ik zelfs maar even een vakantiemelding op boeklog. Kom op 1 januari maar terug, ik houd pauze.
zij:Echt?
ik:Echt.
zij:Ik geloof er niets van.
ik:Ik zal wel wat korte verhalen blijven lezen, en alleen die korte verhalen. In een tempo van hoogstens eentje per dag.
zij:Van?
ik:Nina Berberova. Guy Vanderhaeghe. Mavis Gallant.
zij:Zegt me allemaal niets. Maar je maakt me nu wel nieuwsgierig. Waarom ineens die stop? Wat is er gebeurd met die jongen die zo nodig een boek per dag nodig had? Heeft die toch te veel gelezen? Te veel teleurstellende boeken, misschien?
ik:Misschien.
zij:Het is er de tijd van het jaar niet voor, maar anders zou ik zeggen, mooi, ga lekker buiten spelen. Is goed voor je. Is óok goed voor je, ik weet hoe je me wilde verbeteren.
ik:Jullie overschatten de tijd ik besteed aan het lezen van boeken.
zij:Jullie?
ik:Er zijn mensen genoeg die denken dat ik blijkbaar niets anders doe in mijn leven.
zij:Tweehonderzoveel boeken lezen in een jaar is ook wat overdreven.
ik:Driehonderd.
zij:Helemaal erg.
ik:Driehonderéen, om precies te zijn.
zij:Als ik dit jaar tien boeken heb uitgelezen, is het veel.
ik:Dus investeer jij enorm veel meer in éen zo’n boek als ik dat doe, maar dat schijnt ook niet helemaal duidelijk over te komen.
zij:Goed, maar nu heb je nog steeds niet uitgelegd waarom je even afstand neemt.
ik:Ik zag daarnet interviews van Adriaan van Dis, met schrijvers. Uit 1983.
zij:Op video? Op DVD bedoel ik?
ik:Op digitale televisie, op het kanaal cultura. Dat schijnt trouwens ook ’s nachts op Nederland 2 uit te gaan zenden; of dat nu al te doen. En het viel me tegen om Van Dis in de weer te zien.
zij:Dat verbaast me niets. TV-legendes van zo lang geleden vallen altijd tegen, toch?
ik:Misschien waren dit gesprekken uit zijn begintijd. Maar hij was gewoon niet zo goed, als interviewer. Behalve als de gast zo goed was dat die in zijn eentje het gesprek wel kon dragen.
zij:Ik begrijp het verband geloof ik niet helemaal met waar we het net over hadden.
ik:Zo koel en analytisch als ik net naar Van Dis keek, kijk ik nu ook naar de meeste boeken. En dan brengt lezen te weinig genot.

Zij en ik | gedoe

 

ik:Drie mailtjes kreeg ik, van journalisten van de regionale media. Dat waren de enige reacties. Verder heeft niemand het opgemerkt.
zij:En die journalisten wilden?
ik:Geen idee. Contact. Er misschien aandacht aan besteden, stond er geloof ik in éen e-mail. Dat was dan nog het meest concrete.
zij:En dat was je niet goed genoeg?
ik:Nee, da’s allemaal gedoe. Ik zat er gewoon niet op te wachten om genomineerd te worden bij de 300 populairste weblogs van Nederland. Dat is zoiets als een uitgenodiging krijgen om mee te doen aan een verkiezing naar de populairste zanger van Nederland, en dan als anonymus om stemmen te moeten concurreren met een Frans Bauer of een Jantje Smit.
zij:Ik wist anders niet dat je zingen kon.
ik:Overdrachtelijk gesproken.
zij:Maar je dacht niet, kom, laat ik eens flink kabaal maken, en goed mijn best doen om aandacht te trekken. Om wat? Was er trouwens iets te winnen?
ik:De eer.
zij:Welk weblog is volgens jou het meest Jantje Smit, trouwens?
ik:Dus ik dacht, het waait allemaal wel over. En inderdaad.
zij:En toch begrijp ik werkelijk niets van jou. Dat je niet wilt netwerken via LinkedIn, of Facebook, moet je zelf weten. Je hebt me al te vaak uitgelegd waarom. Maar dan is het alternatief toch om je eigen websites zo goed mogelijk te promoten?
ik:Ja.
zij:En dat doe je dan ook niet.
ik:Nee.
zij:Hier hebben we het wel eens vaker over gehad, geloof ik. Daar begrijp ik dus helemaal niets van.
ik:Er valt niets te promoten. Eamelje.net is al acht jaar een hobbyhoekje, en meer niet. En boeklog moet vooral niet te serieus worden, want ik ben veel te bang anders nooit meer voor mijn lol boeken te kunnen lezen. Maar je hebt gelijk. Ik zou een promotiesite kunnen maken, ter meerdere eer en glorie van mijzelf.
zij:Als je dat zo zegt, wordt ook dat nooit wat.

Zij en ik | hebben eens geen commentaar

 

zij:Ik dacht dat jij over alles een mening had.
ik:O. Ik heb juist over bijna niets een mening. Dat is veel te vermoeiend. Er zijn maar een paar zaken waar ik een onwrikbaar standpunt over heb, en dus waarschijnlijk ook een duidelijke mening. Als iemand mij daar om vraagt.
zij:Je weblogs laten toch iets anders zien.
ik:Mijn weblogs laten hopelijk telkens zien dat nogal veel meningen van anderen op drijfzand rusten, en daarmee eerder emoties zijn als meningen.
zij:Nee, je begrijpt me verkeerd. Ik vertrouw je, dus lees ik gewoon graag wat jij ergens van vindt. Want dat helpt mij ook weer.
ik:Al zijn sommige dingen die ik op mijn weblog schrijf, ook weleens jennerig bedoeld.
zij:Zoals?
ik:Mijn idee fixe dat Balkenende samen met die wedergeboren christen in het Witte Huis in gebed is gegaan; en dat Nederland daarom zo kritiekloos meeging op kruistocht tegen de ongelovigen. En dat er daarom geen onderzoek mogelijk is naar het waarom van die steun aan Amerika.
zij:Wat vind je trouwens van die beslissing om de bescherming van Ayaan stop te zetten?
ik:Typisch dom christelijk Nederlands.
zij:Ja hè.
ik:Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar het mag natuurlijk niets kosten. En denk om de anderen bij wat je zegt. Tut tut.
zij:Maar begrijp je de PvdA dan?
ik:Als je alles uitlegt in termen van macht, zoals ik meestal doe, is ook de reactie van de PvdA volkomen begrijpelijk; die partij wil gewoon met het CDA mee blijven regeren. Luister verder maar niet naar de argumenten die ze aanvoeren.
zij:Toch zeg je hiermee dat je ideeën over de Nederlandse politiek wel zo’n beetje vast liggen.
ik:Grotendeels wel. Daar heb je wel gelijk in. Maar toch ook weer niet helemaal.
zij:Want?
ik:Zo las ik laatst een interview met Pierre Vinken, wat ik een zeer interessante man vind. En die was bijvoorbeeld ineens wel blij met het optreden van een Geert Wilders in de Kamer. Al was het maar omdat de boel daar anders helemaal dichtgeslibd blijft zitten, gestold in de eigen zelfvoldaanheid. En over zo’n uitspraak, daar ben ik nog steeds niet over uit wat ik daar nu van vind.

Zij en ik | hoop en klagen

 

zij:Volg jij wat er nu in Kopenhagen gebeurt?
ik:Nee.
zij:Vind je dat niet belangrijk?
ik:Nee. Al is wel boeiend om te zien hoe iedereen ineens niet alleen verstand van het klimaat heeft, maar zelfs precies weet wat wetenschap is. Dat was nog nooit eerder in de menselijke geschiedenis zo.
zij:Jij bent me toch echt te cynisch, soms.
ik:Ik vraag me dan wel weer af wat de milieuwinst is dat de gemeente voortaan ook het plastic afval gescheiden wil inzamelen. Als daarvoor dan wel weer nieuwe ophaalauto’s moeten gaan rondrijden. Psychologisch is er misschien winst, maar verder?
zij:Het is toch goed dat er aandacht is voor wat wij met de aarde doen. Hoe alles alleen maar viezer wordt, terwijl we alle grondstoffen opmaken…
ik:En dan?
zij:Nu ga je me toch echt te ver.
ik:Wie kondigde er daar net zo blij aan over een paar dagen op vliegvakantie te gaan?
zij:Daar voel ik me ook schuldig over. Maar als wij daar zijn, hoeven we hier het huis niet warm te stoken. En we hebben geen kerstboom dit jaar…
ik:En bij de verkiezingen stem je straks fijn weer GroenLinks, heb je je goede daad voor het klimaat ook weer gedaan.
zij:Je bent me op de verkeerde manier passief agressief.
ik:Die hele klimaatdiscussie is hoogstens interessant om heel andere redenen dan het klimaat. Ik vraag me bijvoorbeeld wel af waar die agressie wegkomt, tegen iedereen die tut-tut ho-ho zegt. Er zit ook iets heel vervelend neerbuigends in het woord ‘klimaatontkenner’ — wat al helemaal geen goed woord is trouwens — maar ineens wel door iedereen lijkt te worden opgepikt. Omgekeerd heb ik er wel weer lol in om te zien hoe de media denken aan hoor en wederhoor te doen door werkelijk elk standpunt even belangrijk te maken. Zolang het maar enigszins extreem is, dat dan weer wel. Waardoor iedereen ineens meer zekerheden verkondigt dan er zekerheden zijn.
zij:Maar er zijn toch wetenschappers mee bezig. Er wordt toch niet zo maar iets beweerd…
ik:En daarnaast heb je ook een Al Gore, die aan de ene kant hel en verdoemenis predikt, en aan de andere kant grootaandeelhouder is in de enige beurs voor de handel in CO2-emissies in Amerika. En zo is er nog een heel rijtje dat gaat profiteren van alle nieuwe eisen en overheidssubsidies straks.
zij:Dus dat de aarde opwarmt, is onzin, volgens jou.
ik:Ik weet dat toch niet. Ik kan toch niet inschatten hoe hard de wetenschap is die alle temperatuurontwikkelingen meet van hoe het vroeger was. Ik heb bijvoorbeeld geen enkel idee of je cijfers over de sneeuwval vroeger in Groenland, of in andere sneeuwgebieden, wel kunt extrapoleren naar klimaatontwikkelingen in de rest van de Europa — laat staan de wereld…
zij:Okay, hou maar op.
ik:En daarom heb ik geen mening.
zij:Ha.
ik:Ik denk nog na.

Zij en ik | in de stemming

 

zij:Aan de ene kant zeg jij dat je de macht van de politiek in Nederland niet moet overschatten. En dat jij je eraan ergert dat iedereen die betekenis juist steeds zo overdrijft.
ik:Ja.
zij:En toch ben je altijd aan het klagen over het niveau van de politiek. Maar als die mensen er niet toe doen, maakt het toch ook niet uit dat ze maar wat rotzooien?
ik:Altijd aan het klagen? Waarom zou ik altijd klagen over waar toch niets aan te veranderen is?
zij:Je begrijpt best wat ik bedoel.
ik:Ik heb ook wel gezegd, en dat argument is meerdere malen bewezen, dat als er een geneesmiddel voor kanker wordt gevonden, mensen gemiddeld gezien toch nauwelijks langer zullen blijven leven. Misschien dat de gemiddelde levensverwachting nog net anderhalf jaar omhoog gaat. En dit komt dan omdat er nu al zo veel winst in levensjaren is geboekt door andere factoren. Mensen sterven niet zo gauw meer aan infecties. Of bedorven eten. Of door een totaal gebrek aan hygiëne.
zij:Dit is toch jouw gebruikelijke loflied op de uitvinding van het riool?
ik:Ja. Maar, als ik zeg dat de kanker er als rekenfactor vrij weinig toe doet in de gemiddelde levensverwachting, dan is het niet zo dat ik daarmee ontken dat kanker geen vreselijke ziekte zou zijn. Of dat onderzoek naar het bestrijden van kanker zinloos is. Je moet me geen categorische fouten toe gaan rekenen.
zij:Fijne vergelijkingen houd je er weer op na. Waar ga je op stemmen, trouwens?
ik:Overheid is in de eerste plaats een noodzakelijke woekering. Alleen wordt dat in de beeldvorming altijd vergeten. En ik heb geen idee waarop ik ga stemmen.
zij:Echt niet?
ik:Ik weet altijd perfect waar ik niet op zal stemmen. Andersom niet. Ik vind trouwens ook dat de democratie in Nederland gebaat zou zijn met een stelsel waar je een keer voor iemand stemt, en daarna op een ander gekleurd biljet tegen iemand mag stemmen.
zij:CDA?
ik:Hè?
zij:Zou je CDA stemmen? Ik ga maar gewoon het rijtje af.
ik:Tuurlijk niet. Balkenende blijft een oorlogsmisdadiger — zelfs al zal hij daar nooit voor berecht worden.
zij:PvdA?
ik:
zij:Geen zin in, dit?
ik:Nee.
zij:Maar je gaat wel op een vrouw stemmen toch?
ik:Zoals altijd.
zij:Want vrouwen zijn nog net wat minder slecht dan de mannen in de politiek?
ik:Die troost heeft mevrouw Verdonk jullie nu toch wel ontnomen. Kunnen we het over iets anders hebben?
zij:Ach ja, Rita Verdonk. De gevangenisdirecteur die even mocht denken dat het hele land haar regels zou gaan volgen. Horen we daar ooit nog iets van na woensdag, denk je?

Zij en ik | Is dat wat?

 

zij:Is dat nog wat, dat boek van A.F.Th. dat gisteren die grote prijs won? Of laat ik het anders formuleren, zegt het iets dat jij hem niet leest? Volgens je boeklog tenminste.
ik:O ja.
zij:Jij bent vast ook zo iemand die nu juist een boek niet gaat lezen omdat het een prijs heeft gewonnen.
ik:Prijzen interesseren me niet, dat klopt wel. Maar ik had al meteen besloten dat Schervengericht niet te gaan lezen. Die vreselijke Charles Manson-zaak naverteld met de holle galm van een Adri van der Heijden? Bespaar me. Dat zijn meteen al twee redenen om er geen bek op te zetten. Dan heeft hij er ook nog eens duizend pagina’s voor nodig, wat wel een heel goede derde reden geeft om dat boek te mijden. Moet ik doorgaan?
zij:Maar is hij een terechte winnaar?
ik:Geen idee. Is dat interessant? Terecht of onterecht, dat weten we pas over twintig jaar, lijkt me. Dertig jaar. En dan is iedereen allang vergeten wie er ooit iets won.
zij:Ik had het Grunberg wel gegund.
ik:Grunberg heeft al zo vaak gewonnen.
zij:Van der Heijden ook.
ik:Dus had je het eigenlijk Willem G. van Maanen moeten gunnen.
zij:Is dat dan wat?
ik:Hij wordt de laatste tien jaar overal ineens hogelijk geprezen, maar dat is nog altijd geen reden geweest iets van hem te gaan lezen.
zij:Zwagerman’s boek had je als enige van de nominaties wel gelezen, zag ik.
ik:O, ja. Maar daar is me werkelijk niets van bijgebleven. Toch mooi dat er boeklog is.
zij:En Verhulst, daar was je ook al zo lekker positief over. Je hebt zeker niet gekeken gisteren, naar de prijsuitreiking op televisie?
ik:Ik las een boek, dat leek me heel wat zinvoller. Maar een half uur later heb ik nog wel gekeken naar de Huw Wheldon Lecture op de BBC. Over de toekomst van de televisie ging die.
zij:En wat is de toekomst van de televisie?
ik:Dat weet niemand. Maar televisie moet vooral op inhoud gaan concurreren met alle andere media. TV-bazen moeten daarom niet zo onnozel blijven als nu, en niet alleen kijken naar wat hun collega TV-bazen doen.
zij:Op inhoud concurreren, hè. Waar heb ik dat toch vaker gehoord.

Zij en ik | keken televisie

 

zij:Waarom heb je de lezers van je weblog nog altijd niets verteld over je grote liefde voor MasterChef?
ik:Omdat het erg meevalt met die liefde.
zij:Maar het was nu juist zo leuk om daar samen naar te kijken.
ik:Nee, dat we er met zijn vieren tegelijk over konden chatten, dat was wat daar leuk aan was. Het sociale aspect.
zij:Ik heb zelden zo gelachen, de laatste jaren.
ik:O, ik ook. Maar daarmee werd het ook iets waar een ander bij had moeten zijn. In humor draait alles om timing. En als éen van ons op het precieze moment de juiste opmerking maakte, is dat prachtig. Maar wil je iemand anders uitleggen waarom die opmerking leuk was, moet die eerst context krijgen. Hoe kan je dan vertellen wat er leuk aan MasterChef is als iemand het programma nooit gezien heeft?
zij:Dan maak je er toch een filmpje bij?
ik:Nee, zo werkt het niet. Dan had ik van tien afleveringen opnamen moeten maken, om daarvan dan in een compilatie te laten zien wat telkens weer lekker overdreven terugkomt.
zij:“Cooking just doesn’t get tougher than this.”
ik:En zo nog wel wat meer. Maar alleen het kijken naar dat programma was al een serieuze investering in tijd, elke dag. Laat staan dat ik er dan nog een keer compilatiefilmpjes van zou maken. Webloggen moet ook weer geen werken worden, daar hebben we het vaker over gehad.
zij:Maar het was toch leuk?
ik:Ja. Maar er hoeft toch niet altijd meer gedaan worden met iets dat leuk was op het moment zelf?
zij:Ik zie niet in waarom niet. Je zou ook op je boeklog best eens wat meer moeite mogen doen om mensen te overtuigen dat ze echt iets missen, zonder dat boek.

Zij en ik | kwinkeleren

 

zij:En, went het al wat, dat getwitter?
ik:Ach.
zij:Dat klinkt erg enthousiast.
ik:Het is weer een ander medium erbij. Alleen zit er veel ruis op dat medium. Dus is het zaak het gejeuzel zo goed mogelijk weg te filteren. Waarbij dan weer een probleem wordt dat de onzin van het ene moment op een ander ogenblik precies goed kan vallen.
zij:Maar heb je er al wat aan gehad?
ik:Mja. Ik heb wat verwijzingen naar websites gekregen, die ik anders niet had gezien, of pas veel later.
zij:Zou je het mij aanraden?
ik:Twitteren is nu typisch iets dat je eerst moet doen om te kijken of het je ligt.
zij:Maar wat jij schreef, van: “Twitter is een soort in jezelf mummelen, ergens op een straathoek met vieze kleren aan”…
ik:Dat was een citaat.
zij:Ik ben zo bang dat het ook voor mij zou gelden. Dat het niets toevoegt, omdat ik alleen met dezelfde mensen zou kleppen waarmee ik dat toch al doe.
ik:Er kleeft ook iets exhibitionistisch aan Twitter, van kijk mij eens bijdehand zijn.
zij:Zie je wel.
ik:En tegelijk is daar aardig de gek mee te steken. Ik ben ook bang daarin nog weleens helemaal door te gaan schieten. Weet je nog dat we het ooit hadden over hoe je in een telefoongesprek, met een belangrijk iemand, met een paar foute woorden je hele toekomst kan verhypothekeren?
zij:Waarbij we ook voorbeelden verzonnen.
ik:Precies. Ik moet met Twitter veel meer uitkijken om niet totaal idiote dingen online te zetten dan met mijn weblogs.
zij:Zoals?
ik:Weet ik veel. Twitter vraagt altijd om aan te geven: wat ben je aan het doen. En dat kan alle kanten op gaan.
zij:Je scheten in de brand aan het steken?
ik:Juist. Mijn borsthaar kammen.
zij:Even de buurjongen verleiden.
ik:En toch is ook dat allemaal al eens gedaan.

 


Zij en ik | loggen meta

 

zij:Weblogmoe? Of hoe heet dat, waar de kranten nu ineens over schrijven, dat webloggers na een tijdje gewoon geen zin meer hebben?
ik:Hoezo?
zij:Er staan steeds van die petieterig kleine stukjes op je log de laatste tijd.
ik:Boeklog brengt anders bijna alle dagen nieuws.
zij:De stukjes op eameldinges zeggen bijna alleen dat er een nieuw stukje op boeklog staat.
ik:Is dat zo?
zij:Valt het jou niet op?
ik:Ik denk daar nooit over na. Er moet het liefst iedere dag wat opstaan. Maar kwantiteit zegt niets over kwaliteit, denk ik.
zij:Zes jaar? Hoe lang ben je er nu mee bezig?
ik:Ja, maar dat doet er nu net niet toe. Zoals ik ooit al eens tegen de Friese radio zei, als het niet leuk meer is, kan ik er meteen mee ophouden. Met eamelje.net dan. Het is toch weinig meer dan een kladblokje, en een hobbyhoekje. Nuttig wat er op staat, ook voor mij, maar het hoeft allemaal niet publiek te blijven.
zij:Eigenlijk vroeg ik je dus of er wat is. Of er een verband is tussen hoeveel je online zet en hoe jij je voelt.
ik:O, dank voor je bezorgdheid. Maar, geen idee. Ik heb wel gemerkt dat er fasen zijn dat ik vooral opneem, en fasen waarin ik juist uitzend. Ik surf op het moment niet zo veel rond, misschien is dat een reden dat ik niet zo veel schrijf.
zij:De computer kan dus ook uit bij jou, gelukkig maar.
ik:Dat is het niet eens. Ik kijk juist heel veel naar het beeldscherm, naar documentaires. Sinds ik door die nieuwe van Michael Moore heb ontdekt dat er honderden documentaires online te vinden zijn, met een beetje zoeken. Maar kijken kost tijd.
zij:Moet je misschien een documentairelog gaan maken, erbij.
ik:
zij:Grapje.

Zij en ik | maken een balans op

 

zij:Ik vind het allemaal best, als je denkt dat ook anderen plezier hebben van onze telefoongesprekjes. Maar kun je dan wel proberen het een beetje realistisch te houden? Zo ad rem als jij het nu opschrijft, ben je normaal nooit. Dat kan trouwens ook niet, want je zegt bijna nooit wat.
ik:Nee hoor. Ik zeg juist heel veel. Ik heb daar alleen lang niet zo veel woorden voor nodig als jij.
zij:En de grapjes die je normaal maakt zijn lang niet zo leuk als je op je weblog doet voorkomen. Iedere keer als ik denk: wat geeft hij nu weer voor raar antwoord? – dan ga ik er nu maar vanuit dat je geprobeerd hebt een grapje te maken.
ik:Je bent ook zo’n dankbaar publiek.

Zij en ik | ontwikkelen zich

 

zij:Heb jij me indertijd niet nog eens Alain de Botton aanbevolen? Als schrijver? Of me een boek van hem cadeau gedaan?
ik:Dat kan. Dat weet ik niet meer.
zij:Hij is éen van mijn lievelings. En ik dacht dat dit bij jou wegkwam. Daarom vond ik het raar dat jij hem nu niet meer zo mag.
ik:Volgens mij staan er toch ook woorden als ‘goed geschreven’ in mijn boeklogje van gisteren.
zij:Ik was daar toch wel wat van in de war.
ik:Dat lijkt echt niet nodig. Als jij hem goed vindt, en ik een beetje op hem ben uitgekeken, zegt dat toch niets?
zij:Ja. Wel.
ik:Het is toch de normale gang der dingen? Het ene moment is een schrijver goed om weet ik wat voor reden, en de volgende keer is het om precies dezelfde reden dat zo’n schrijver wat tegenvalt. Omdat hij dan ineens voorspelbaar lijkt. Terwijl dit alleen maar betekent dat jij weer wat verder bent. Datzelfde gebeurt toch bijvoorbeeld ook met muziek?
zij:Hoe?
ik:Draai je nu nog dezelfde muziek als toen je nog studeerde, of weet ik veel wanneer ik Alain de Botton aan jou heb opgedrongen?
zij:O, zo.
ik:Koop je nog altijd blind de nieuwste CD van weet ik wie je toen maar goed vond?
zij:Datzelfde kun je ook met mensen hebben, toch? Of zeg ik nu iets vreemds?
ik:Vreemd niet. Maar het lijkt wel of je ineens dreigt met iets…
zij:Vrienden raken uit het zicht, gewoon omdat het zo gaat, toch? Mensen groeien helemaal een andere kant uit, of ze blijven juist te veel hangen, wat dan wel leuk is om even herinneringen mee op te halen, maar verder helemaal niet.
ik:Schrijvers zijn net mensen.
zij:Wist je dat jij de enige bent die ik nog weleens spreek, uit die tijd?
ik:Ja, maar nu durf ik niet meer te vragen waarom.

Zij en ik | over actie en reactie

 

zij:En, heb je verder nog spannende dingen meegemaakt?
ik:Spannend weet ik niet. Er heeft wel iemand een wat botte en onhandige persiflage op mijn boeklog online gezet.
zij:Link! Link! Link…
ik:Ik weet niet of dat lukt.
zij:Lafbek.
ik:Nee, zo zit dat niet. Het is een nogal knullig stuk op een nog knulliger website. De makers daarvan hebben werkelijk geen enkel idee van wat een website normaal bruikbaar maakt. Hier, je moet een heel eind naar beneden scrollen voor: boeklog op goloch… 1
zij:Het is toch niet in het Fries? O, wacht even. Even lezen.

lees door »»

  1. mirror 1, gelinkte website laat weleens ‘spontaan’ teksten verdwijnen []

Zij en ik | pakken de draad op na de vakantie

 

zij:Maar, hoe zit het met je weblog, staat dat nog op vakantierooster, of niet?
ik:Eigenlijk niet. Maar de gang komt er nog niet erg in.
zij:Ik zie nooit meer leuke, of interessante filmpjes die ik nergens anders tegenkom.
ik:Ik kijk ook geen televisie.
zij:Nu ja, het komt zoals het komt, dat zeggen jullie in Friesland toch altijd?
ik:Ach ja. Maar er moet wel iets. Daar ben ik me ook al een tijdje van bewust. Ik moet weer even wat hebben om mee te spelen. En ik merk ook iets anders. Als ik veel moet schrijven, kan er altijd ook nog wel een weblogpostje af. Maar in weken die vooral uit vergaderingen bestaan, komt werkelijk alles tot stilstand. Alsof al mijn gedachten dan ook maar stollen, tot een soort stinkende kaas in mijn hoofd.
zij:Dus een beetje babbelen over de telefoon helpt dan niet?
ik:Misschien helpt het als je iets leuks zegt.
zij:Ik ben al leuk, dat is een vrouwelijk privilege. Dat zou genoeg moeten zijn.
ik:Ik ben wel aan het prutsen met geluid. Om podcasts te maken, voor mijn weblogs. Maar het is nogal confronterend om de hele tijd naar mijn eigen stem te moeten luisteren.
zij:Geen Idols-audities voor jou dus. Gelukkig maar.
ik:Ik praat nogal sloom.
zij:Je kunt ook zeggen dat jij je woorden met zorg kiest.
ik:En ik pers mijn zinnen er soms ook heel raar uit. Alsof ik eigenlijk op de WC zit, tijdens de opname
zij:Je kunt ook zeggen dat jij je woorden met zorg uitkiest, om mij te pesten.

Zij en ik | representatief online

 

ik:Nee, het is anders. Iemand die mij mailt over mijn weblogs typt daarvoor meestal apart een boodschap in op boeklog, of eamelje net. Die gebruikt niet zijn normale e-mailprogramma. Dus als zo iemand dan zijn titeltje gebruikt, is dat heel bewust.
zij:Begrijp ik nog het probleem niet.
ik:Zulke mensen denken vast dat ik meteen automatisch mijn plaats weet omdat een hele echte doctorandus het zich verwaardigd om me te komen toespreken. Terwijl ik meteen, alleen bij het zien van een academische graad in het vakje met de afzender al weet, dat een enorme blaaskaak me schrijft.
zij:Hoeveel mensen doen dat dan?
ik:Genoeg om me op het verschijnsel te wijzen. Dat gebeurt zeker meerdere keren per jaar.
zij:Uit de hoeveel mail?
ik:Dat hangt er vanaf. Ik krijg meer post dan commentaar. Zeker op boeklog. Laat me even tellen…
zij:…Dus je bewaart al die berichten wel?
ik:75 berichten in 2010, tot nu toe, zegt de mailserver.
zij:En allemaal onzin?
ik:Grotendeels wel. Nog altijd heel veel mensen die boeken willen bestellen via mij. Mensen die me om telefoonnummers vragen, of om een e-mailadres. Mensen die klagen dat ze geen plaatjes kunnen jatten van mijn websites. En al die boekhandels dus, waar we mee begonnen, die denken voor niets mijn boeklog commercieel te mogen maken.
zij:Maar als al zo veel mensen denken dat je een boekhandel bent, wat heb je er nu tegen dan om advertenties te plaatsen?
ik:Daar hebben we het weleens vaker over gehad.
zij:O, dus krijgen we nu je gebruikelijke smoesje weer dat als je iets doet dit dan ook goed moet. Anders heeft het allemaal zo weinig zin.
ik:Smoesje?
zij:Die karaktereigenschap dan, van je, dat je nooit iets gewoon wilt proberen, voor de lol, maar dat je er altijd meteen zo verschrikkelijk serieus over bent.
ik:Altijd?
zij:Als ik vraag waarom jij nog altijd niet Twittert, zeg jij dat de tijd ontbreekt om te Twitteren. Omdat je dat dan goed wilt aanpakken. Je kent jezelf, zoiets kan niet half. Terwijl ik denk, doe het nu maar gewoon. Zonder van tevoren alles dood te plannen, met een begroting, een zevenjarenplan, en tussentijdse evaluatiemomenten.
ik:
zij:Of klink ik nu heel hard?
ik:O nee. We hebben deze discussie vaker gehad. Ik vind alleen dat je altijd compromisloos moet kunnen beginnen met iets nieuws, omdat de omstandigheden je vanzelf dwingen om je doelen af te zwakken. Half aan iets beginnen, dat wil ik niet. Dat zeg je net zelf. Vooraf al compromissen sluiten werkt gewoon niet.
zij:Dus als jij advertenties zet op boeklog, moet die website ook meteen helemaal commercieel worden. Anders heeft het geen zin.
ik:Ja. De Nederlandse markt is gewoon te klein om iets te verdienen, anders.
zij:En als jij gaat Twitteren, wil je ook meteen de beste Twitterberichten…
ik:…Tweets…
zij:…Tweets schrijven die er maar te lezen zijn.
ik:Je kunt leuk overdrijven.
zij:Maar daar komt het wel op neer.

Zij en ik | RSVP

 

zij:Waarom niet?
ik:Nee, dat is de vraag niet. De vraag is waarom ik wel in zo’n televisieprogramma zou willen verschijnen?
zij:Maar dat is toch leuk?
ik:Ik vind het al vreselijk als ik voor mijn werk mediacontacten moet onderhouden. Wat is er in vredesnaam leuk aan om ergens als edelfigurant nummer zoveel een paar minuten het beeld te mogen gaan vullen?
zij:Zie ik je ook weer eens.
ik:Ik kan zo de webcam aanzetten. En zwaaien.
zij:Dat blijft surrogaat. Maar het is toch een eer dat je gevraagd bent? Ik krijg nu nooit eens zulke uitnodigingen. Het is toch ook bijzonder dat iemand je vraagt?
ik:Volgens mij heeft een luie redacteur gewoon een beetje gegoogled wie er in Nederland zo ijdel is om online te melden weleens een boek te lezen. Een massamailtje is dan snel geschreven.
zij:Wat ben je toch een vreselijke zeur soms. Zie het gewoon als een avontuur.
ik:Nee, er is gewoon éen kant aan de media die me altijd vreselijk ergert, daar waar de journalistiek hoernalistiek wordt. Waar redakteuren erop kunnen speculeren dat de mensen die ze benaderen zo gevleid zijn door de aandacht, dat ze desnoods door brandende hoepeltjes springen. Kietel iemands ijdelheid maar genoeg, dan gaat dat vanzelf. Dan vindt die het zelfs een eer om een hele dag van zijn leven op te offeren om drie tellen te verschijnen in éen of ander lullige TV-programmaatje.
zij:Je zei net dat het een nieuw programma is.
ik:TV-programma’s over boeken deugen toch vrijwel nooit. Dat kan ook moeilijk anders. Lezen is gewoon een veel te intieme handeling. Jij stelt je dan helemaal open voor een ander, en die heeft zijn of haar best gedaan dat complete vertrouwen niet te beschamen…
zij:Jouw boeklog is eigenlijk een pornolog, dat zeg je daarmee.
ik:In het begin voelde dat zeker zo.
zij:Weet je wat het met jou is? Jij wilt alles altijd veel te goed doen. Jij kunt niet ontspannen lachend naar zo’n televisieopname toe gaan, met het idee er gewoon een leuke dag van te maken. Ik bedoel, alles wat jij zegt, vind ik slappe smoesjes. Schrijf nu maar gewoon naar die redacteur dat je je bedacht heb. Natuurlijk valt dat programma tegen, maar dat weet je toch? Wat kan jou dat dan verder schelen?

Zij en ik | schuld en boete

 

zij:Meende je dat nou, van dat Balkenende een oorlogsmisdadiger is?
ik:Ja.
zij:Maar waarom vind je dat dan?
ik:Een commissie onder leiding van iemand die ooit de hoogst benoemde jurist van Nederland was, heeft deze week geconcludeerd dat steun aan de oorlog in Irak steun aan een illegale oorlog was.
zij:Ja ja, dat weet ik toch allemaal wel. Waar het mij om gaat, is dat jij de enige bent die dat rapport dan helemaal doorredeneert naar zijn uiterste consequenties. En helemaal niemand anders dit doet.
ik:Dat is omdat iedereen er meteen politiek van maakt, en daarmee de nuancering toelaat, en dus de corruptie. En daar heb ik geen zin in. Omdat er domweg een paar onderwerpen zijn waar ik niet genuanceerd over denken kan. Of wil. En éen van die onderwerpen is het beginnen van een oorlog.
zij:Dus dan moet je je dood geërgerd hebben van de week, toen Balkenende kwam zeggen toen toch alles goed gezien te hebben.
ik:Nee.
zij:Hè, werk nu even mee. Ik wil toch niet meer dan alleen maar weten hoe jij voor de televisie zit, en omgaat met wat je dan ziet?
ik:Ik heb dinsdag de persconferentie van de Commissie Davids live op mijn computer gevolgd, en er toen naar geluisterd. En daarbij meteen gehoord waar het mij om ging; dat ook een hoge Nederlandse jurist stelt dat die oorlog volkenrechtelijk gezien niet mocht. Wat buiten Nederland trouwens al een paar jaar bekend was. En daar heb ik rechtstreeks een commentaartje aan gewijd op mijn weblog.
zij:Dat is alles.
ik:Zo ongeveer.
zij:Dus wat er allemaal op volgde, heb je niet gezien. Dat Kamerdebat bijvoorbeeld. Wij hebben tot heel laat naar dat Kamerdebat zitten kijken.
ik:O, ik niet. Dat was alweer poppenkast, en daarmee voorspelbaar oninteressant.
zij:Maar het is toch een schande dat dit kabinet er nog altijd zit? Met iemand als minister-president die geen leiding geeft, en de Kamer verkeerd informeert. Of van wie nu duidelijk is dat als er eenmaal een besluit genomen is, hoe verkeerd ook, hij daar nooit meer van afwijkt…
ik:Nee, de schande ontstond al op het moment dat de PvdA in dit kabinet is gaan meeregeren, met een partij die een illegale oorlog mee heeft helpen plotten. Toen heeft ook de PvdA zich gecorrumpeerd, en wist ik al dat er nooit meer een meerderheid in de Tweede Kamer zou komen om Balkenende te veroordelen.
zij:…En dat ze alleen maar blijven zitten omdat iedereen verliest als er nieuwe verkiezingen komen. Om die Wilders.
ik:Wist je trouwens dat dankzij Balkenende nu ook de koningin een oorlogsmisdadiger is? Ook zij is een deel van de regering. En dus hoofdelijk aansprakelijk.
zij:Maar niemand zal haar toch ooit gaan berechten?
ik:Nee.
zij:Waarom zeg je dat soort dingen dan?
ik:Gewoon. Omdat die logisch volgen uit wat nu aan de hand is. En omdat het voor mij nut heeft om te zien hoe macht corrumpeert, en wat macht dan corrumpeert. Zolang Amerika een supermacht blijft, doet dat hele Volkenrecht er niet toe; of welke consequenties je daar maar uit wilt trekken. En dat weet ik natuurlijk ook wel. Ik vind alleen niet dat ik daar mijn denken door moet laten leiden.
zij:Ik begrijp volgens mij steeds minder van je.
ik:Raar. Want mijn wereldbeeld zit toch echt niet zo ingewikkeld in elkaar.
zij:Ja ja.
ik:In het algemeen hoef je bij alle politieke nieuws alleen maar te kijken wie of wat de macht heeft, hoe groot die macht is, en waar verder nog gevestigde belangen zitten. Om daar dan je eigen conclusies uit te trekken. Alles wat de politici over het onderwerp te melden hebben, doet er niet toe. Bijna alles wat de media erover berichten, bestaat uit dezelfde flauwekul.
zij:En jouw abstracties deugen zeker wel.
ik:Vaak genoeg.
zij:Makkelijk hoor.
ik:Alleen heb ik daar dus verder niets aan.

Zij en ik | tijden hebben tijden

 

ik:Daar zitten twee kanten aan. Ja, we zijn zelfs precies even oud. Cameron had vroeger bij me in de klas kunnen zitten, net als Clegg. Bij wijze van spreken natuurlijk. En tegelijk hebben de Britten het over hun piepjonge prime-minister. Dus in sommige opzichten valt het nog mee.
zij:Jouw generatie neemt nu wel de macht over.
ik:En jouw generatie dus ook.
zij:Ik ben anders wel geboren in de jaren zeventig, en niet uit de jaren zestig.
ik:Maar jij weet nog hoe het was om geen kabeltelevisie te hebben, en geen computer. En je zou het raar hebben gevonden als je ouders je naar school hadden gebracht. Generaties delen allereerst dezelfde mentaliteit en ervaring…
zij:Wat ik me telkens afvroeg. Liep er vroeger bij jou in Friesland in de buurt een klein jongetje met flapoortjes rond dat Jack heette?
ik:Jack de Vries? Die was toen wel gristelijk, of zijn ouders waren dat tenminste, dus hij verkeerde in heel andere kringen.
zij:Ook geen Jackie? Sjakkie? Of kwamen zulke namen helemaal niet voor?
ik:Niet dat ik weet. Ik herinner me zo wel nog een Sjappie. En er waren ook verschillende jongens die Mike heten, dus helemaal vreemd waren die buitenlandse namen toch niet. Maar hoe kom je hier nu weer op?
zij:Gewoon. Mannen van jouw leeftijd. En wat die inmiddels gepresteerd hebben.
ik:Ja ja.
zij:Of niet presteren, dat natuurlijk ook. Wat vind jij daar trouwens van, vrouwen in een uniform?
ik:Heb je plannen om het leger in te gaan?
zij:Nee, en ik ga ook niet in een ziekenhuis werken, of toeteren bij de fanfare. Mijn vraag is gewoon, wat vind jij van vrouwen in uniform?
ik:Is je ooit opgevallen dat al die hotemetoten prettig uitziende adjudanten meekrijgen als ze ergens op bezoek gaan? Ik herinner me dat ik ooit iets aan Pieter van Vollenhoven moest vragen, op reportage voor de krant, en toen een tijd aan een tafeltje zat te wachten, en met zijn adjudante praatte…
zij:En toen dacht je?
ik:En toen kreeg ik voor het eerst spijt dienst te hebben geweigerd.
zij:Ha. Moest je wel eerst nog dezelfde rang halen als zij, ander mocht het nog niets eens, van de baas.
ik:Ik hoop alleen dat het CDA flink verliest bij de verkiezingen, en lang de oppositie in moet. Het lijkt me de prettige ironie van de geschiedenis als Balkenende wel kan wegkomen met een illegale oorlog, maar dan toch pijnlijk sneuvelt omdat zijn spindokter zo geilde op een blond soldaatje, en toen niet meer in te zetten was.
zij:Zou ze ingehuurd kunnen zijn, door een andere politieke partij, denk je? Omdat in oorlog en bij de verkiezingen alles mag?
ik:Nee, dit is Nederland. Als het zo werkte, dan hadden ze wel iemand met grote tieten op Balkenende gezet. Grote tieten, en een fijne rooie sportwagen onder de kont.
zij:Ik weet ineens wat ik had moeten zeggen toen jij over Elvis Presley begon. En dat je nu ook al ouder bent dan hij ooit geworden is…
ik:
zij:Heb je éen ding in elk geval alvast beter gedaan.

Zij en ik | vastgelegd

 

zij:Maar het is toch bespottelijk dat de overheid zo meteen altijd weet waar ik naartoe ben geweest met de auto?
ik:Dat weten ze nu toch ook al, als ze dat willen weten.
zij:Hoe zo?
ik:De belastingdienst fotografeert nu al automatisch de autokentekens op sommige punten. En altijd als jij je telefoon bij je hebt, dan moeten de telecombedrijven bijhouden bij welke zendmast je telkens het dichtst in de buurt was. Kan zo opgevraagd worden, die informatie, als er ergens een misdaad is gepleegd.
zij:Dus het maakt allemaal niet uit dat met die kilometerheffing nog maar weer eens informatie wordt vastgelegd, zeg je.
ik:Als je in een leasebak rijdt, moet je nu een kilometeradministratie bijhouden. Straks gebeurt dat automatisch; doet de overheid dat voor je. Scheelt een hoop onnozel werk.
zij:Ik snap jou niet. Altijd ben je keihard tegen al die aantastingen van de privacy, en dat er straks kilometerheffingen worden ingevoerd, kan je niet schelen?
ik:Nee. Behalve dan dat kilometerheffingen in het Noorden nogal wat sneller oplopen dan in de Randstad, omdat de afstanden zo veel groter zijn. Wat die heffing dus een nieuwe verkapte belasting maakt om het onnozele beleid te betalen om alles maar in het propvolle Westen te blijven concentreren.
zij:Er wil toch niemand weg van waar al het werk is?
ik:Ik zag laatst in een televisieprogramma hoe forenzen in Taiwan in een half uur 160 kilometer reden met de kogeltrein. 160 kilometer van Amsterdam of Utrecht ben je al een heel eind Friesland, Groningen, Overijssel, of noem maar op in. Maar in Nederland doen ze er gemiddeld vijftig jaar over om over alles te lullen, zonder dat er ooit iets gebeurt. En zonder te beseffen dat hier de ruimte niet is om iedereen auto te laten rijden.
zij:Maar met de kilometerheffing lopen ze nu toch weer voorop.
ik:Behalve dat de boven ons gestelden altijd onmiddellijk enthousiast zijn als ze iets hebben dat meteen ook kan dienen om iedereen klein te houden.
zij:Dus heb je er toch ideeën over.
ik:Nee, die kilometerheffing verrast me niet.
zij:Nou, mij wel. En ik ben er kwaad over.
ik:Wat ik me nu wel bedenk, is dat de politie straks nog vaak bij bejaarden gaat binnenvallen…
zij:Hoe?
ik:Wie gedragen zich straks het meest verdacht, in een land waar alles over iedereen wordt bijgehouden? Dat zijn de mensen zonder mobiele telefoon, zonder auto, en zonder internetabonnement…
zij:Maar vast met hele uitgebreide elektronische patiëntendossiers — dus nee, die grap moet je nog eens beter uitwerken.

Zij en ik | zwagermannen

 

zij:Wat heb je precies tegen Joost Zwagerman?
ik:Niets. Behalve dan dat hij alom aanwezig is, en ik niet zo goed begrijp waarom.
zij:Ja, dat was me duidelijk. Maar wat ergert je dan zo?
ik:Hij ergert me niet.
zij:Ik heb op ‘zwagerman‘ gezocht op je weblog, en dan vind ik alleen maar citaten om hem af te kraken.
ik:Citaten van anderen, dan toch meestal.
zij:Met een nogal wellustig genoegen door jou gesignaleerd.
ik:Goed. Het is misschien een beetje onzinnig om Zwagerman eruit te pikken. Er zijn maar heel weinigen in Nederland die iets kunnen, daarvoor heb ik nu toch echt genoeg van over de grens gezien…
zij:…Maar…
ik:Zwagerman werkt een beetje op mij, als je vroeger op school kon hebben. Hij komt op me over als het brave jongetje dat altijd zo leuk de leraren kon slijmen, waardoor hij mij altijd tot voorbeeld gesteld werd. Hoewel dit eerder door zijn gedrag dan om zijn prestaties was. Terwijl gedaan wordt of dit andersom is.
zij:Okay, dat begrijp ik. Maar is het niet ook zo dat je soms de persoon van de kunstenaar, of de wetenschapper, los moet zien van zijn werk?
ik:Ik beoordeel hem op zijn werk. En misschien zegt het wel meer over het Nederlandse cultuurlandschap dan over Zwagerman dat hij daarin nog zo positief opvalt.
zij:Wie zijn de leraren trouwens in die vergelijking van jou?
ik:De aandachtgevers, de politiek correcte gemeente die bepaalt hoe wij denken moeten. En tja, wie zijn dat?