Statistieken
Te fietsen | week 01

Volgens het KNMI was 2017 zeer warm, en vrij nat. En omdat de samenvatting van zo’n statistiek dan niet klopt met mijn idee over het afgelopen jaar, is vervolgens nader onderzoek nodig.
Daaruit blijkt dan onder meer dat zo’n meteorologische dienst alleen al anders naar het weer kijkt als ik, omdat hun metingen vanzelfsprekend 24 uur per dag doorgaan. Ik moest al toevallig buiten zijn geweest zo’n dag.
En dan kan het KNMI 2017 bijvoorbeeld zeer warm noemen, omdat het in de zomermaanden ’s nachts zo veel minder afkoelde dan voorheen.
’s Nachts ben ik alleen zelden buiten.
Ook was 2017 naar mijn idee eerder zeer nat te noemen dan vrij nat. Al is die meting enkel gebaseerd op het gegeven dat ik vorig jaar aanzienlijk minder dagen gefietst heb dan in de jaren daarvoor. Alleen al om niet telkens nat te regenen onderweg. Omdat ik vaker natregende dan normaal.
Overigens fietste ik vorig jaar nog altijd > 37 kilometer gemiddeld per dag tijdens de kleine 300 dagen dat ik heb gefietst. Het normale aantal. Ondanks dat het jaartotaal aan kilometers lager lag dan wat dit decennium normaal leek te zijn geworden, maakte dit dus voor mijn inspanning niet per se iets uit; als zo’n inspanning geleverd werd.
Al is ook zo’n manier van statistiek bedrijven verneukeratief. Fietste ik de rest van 2018 verder geen meter meer, dan nog had ik een behoorlijk eind gereden op de ene dag dat ik toevallig mijn fiets pakte voor een eindje om. Die eerste januari. Toen het me niet verkeerd leek om even rustig een tochtje te maken. Niet eens als goed voornemen. Maar gewoon om buiten te spelen, na al die verplichte feestdagen grotendeels binnen te hebben doorgebracht.