Doktor Faustus | bladzijden 447 t/m 561
Thomas Mann

De een-na-laatste week met dit boek bracht me niets dat ik nog niet wist. Behalve dan dat ik ernaar snak deze roman weg te mogen leggen, en het in die zin een kwelling is nog een week te moeten doorgaan.

Toch waren de bladzijden 447 tot en met 561, ofwel de hoofdstukken XXXIII-XXXIX, niet eens de langdradigste uit het boek. Er kwam ineens zelfs wel wat vaart in de vertelling, doordat er plots vrij snel door de jaren heen gevlogen werd.

En de componist Adrian Leverkühn heeft succes met zijn werken, dat is ook aardig.

Punt is wel dat het door kleinigheden zo vaak duidelijk wordt hoe ver dit boek in cultuur van mij afstaat. Zo kan de verteller Serenus Zeitblom zijn jaloezie niet verhullen als er ineens een andere man in het leven van Leverkühn komt, die hem mag tutoyeren. Terwijl Zeitblom tot dan de enige was; al schijnt hij niet te beseffen dat dit enkel is omdat hij samen opgroeide met de componist; en dat het Dutzen van iemand ook beledigend kan zijn.

En dan is er nog de enorme status die componisten in Duitsland hadden — zeker tijdens de negentiende eeuw, wat er zo hielp om ineens vele grote werken te laten ontstaan.

Ook zo’n in de cultuur ingebedde eerbied kleurt vast veel meer dan ik meekrijg bij het lezen.

[zie de hele reeks over Doktor Faustus hier]


[x]#8236 fan zaterdag 5 februari 2011 @ 08:00:00