Doktor Faustus
Thomas Mann

Doktor Faustus is de laatste grote roman die Thomas Mann [1875 – 1955] zou voltooien. Verkozen, indertijd, door critici tot éen van de tien belangrijkste Duitstalige romans uit de twintigste eeuw. Het hoogtepunt, voor sommigen, uit het toch al zo rijke oeuvre van de schrijver; mede door de vele lagen.

En mij het lukte maar nooit om meer dan vijftig bladzijden te lezen in dit boek. Terwijl al die andere turven uit dat werk van Mann toch nooit problemen hebben gegeven.

En ondanks dat het gegeven me toch zou moeten aanspreken. Over een klassiek componist gaat dit boek, dus zit er veel kennis over de negentiende-eeuwse muziekgeschiedenis in verwerkt. Het boek zou ook in niet geringe mate de biografie van Nietzsche als inspiratie hebben genomen — en ik ken die levensloop.

Heeft Mann, tenslotte, ook nog een boek gepubliceerd waarin hij min of meer uitlegt wat er allemaal in Doktor Faustus verwerkt werd.

Dus doe ik nog een laatste poging om deze roman te temmen. Publiek. En veel langzamer dan ik normaal zou lezen. De komende zeven weken. Met elk weekend een tussenstand.

[volg mijn leeservaringen hier]


Doktor Faustus | bladzijden 5 t/m 110
Thomas Mann

Infinite Jest lezen, was achteraf gezien de juiste training voor elk project om dikke boeken aan te pakken, verspreid over een groot aantal weken. Ik kon aanvankelijk zo weinig met die roman dat lezen vrijwel telkens huiswerk was. Erger zal het nooit meer worden.

Nu vielen me de eerste vijftig bladzijden van Doktor Faustus zeker ook niet mee. Daar gebeurt namelijk niets in. En de verteller is een zeikerd. Dat is ene Serenus Zeitblom, die min of meer opgroeide in de buurt van de eigenlijke hoofdspersoon, Adrian Leverkühn. En Zeitblom heeft een haast negentiende-eeuwse wijdlopigheid van vertellen; die in de eerste hoofdstukken vooral dient om milieu te schetsen.

Maar dan, ineens, komt er ook muziek in het boek voor, en meteen op zo’n manier dat op zijn minst een basiskennis bij de lezer verondersteld wordt, om te kunnen begrijpen wat er verteld wordt over melodie, en componisten.

Enfin, het is nog vroeg dag. Ik begrijp volkomen voorheen direct afgehaakt te zijn bij al dat tijdrekken van Zeitblom. Na een zesde van het boek zijn hoogstens kiemen zichtbaar, van wat er kan gaan groeien.

[zie de hele reeks over Doktor Faustus hier]


Doktor Faustus | bladzijden 111 t/m 204
Thomas Mann

Vervelend aan de roman tot nu toe, op zeg 30% van het totaal, is dat nog telkens die Serenus Zeitblom vrijwel steeds het woord heeft. Die vertelt niets rechtstreeks. Die haalt overal zaken weg om de bladzijden te vullen. Deze man is als verteller hinderlijk aanwezig, zonder ook maar iets toe te voegen.

Maar, er bestaat een kans dat zijn status na pagina 204, vanaf hoofdstuk XIX, verandert.

Tot nu toe is de roman de geschiedenis van een jeugdvriendschap. De eigenlijke hoofdpersoon Adrian Leverkühn en hij zijn samen opgegroeid. En ze gaan ook naar dezelfde universiteit. Al kiest Adrian er daarbij voor om Godsgeleerdheid te gaan studeren, en Serenus niet. Tegelijk blijft hij wel rondom zijn vriend cirkelen.

Doktor Faustus wordt iets levendiger als er ineens een gesprek staat uitgeschreven, tussen een groepje studievrienden. Zelfs al blijft dat pretentieus gepraat over de volksaard van de grote Europese volken.

Iets later, als Serenus de universiteit tijdelijk verlaat, om zijn militaire dienstplicht te doen, en de vrienden moeite moeten gaan doen om het contact te onderhouden, volgt er zelfs een prettig manische brief van Adrian. Die wel na lezing verbrand had moeten worden — wat niet gebeurt.

En toch is het voor mij nog altijd wachten op iets memorabels.

In hoofdstuk XXII schijnt Adrian Leverkühn eigenhandig de twaalftoonmuziek uit te vinden, bijvoorbeeld. Daar was de eigenlijke bedenker, Arnold Schönberg, nog behoorlijk boos over; zoals heel leuk te lezen valt in: De rest is lawaai.

[zie de hele reeks over Doktor Faustus hier]


Doktor Faustus | bladzijden 205 t/m 335
Thomas Mann

Tijdens de derde leesweek, op weg naar de helft van dit boek, passeerde ineens het ene rijke hoofdstuk na het andere. Alle thema’s die in Doktor Faustus aan de orde komen, volgens de samenvattingen, elders, werden zo maar aan me gepresenteerd.

Dus wat mij betreft mist niemand iets die de eerste tweehonderd pagina’s van deze roman overslaat.

Hoofdpersoon Adrian Leverkuhn ontdekt het seksuele genot, maakt niet dat uit dat hij daarbij een venerische ziekte oploopt. De naam van het object van zijn begeerte zal desondanks als motief terugkomen in veel van de stukken die hij daarna componeert. H e a e es. Heteara esmeralda.

Leverkuhn vindt dan de dodecafonie uit, de twaalftoontechniek waarin geen noot of toon belangrijker is dan de andere. En over deze geconstrueerde muziek voert hij op een wandeling een heftig gesprek met zijn vriend, de verteller van het boek Serenus Zeitblom.

Zelfs de duivel komt bij Leverkuhn op bezoek. En die is meteen al zo onbeschaamd om hem te tutoyeren.

Zeitblom schrijft dat lange gesprek over, voor het boek, van aantekeningen die Leverkuhn achteraf koortsachtig op muziekpapier heeft genoteerd.

En daarmee is de kern van dit boek me geopenbaard, naar het schijnt. Wat me voor het eerst benieuwd naar hoe het verder gaat. Of hoe het boek afloopt.

Maar door alle gezever van Zeitblom, en omdat hij vast de verteller blijft, vrees ik voor het leesgenot.

[zie de hele reeks over Doktor Faustus hier]


Doktor Faustus | bladzijden 336 t/m 446
Thomas Mann

Een leesproject als dit, gaat tegen mijn gewone manier van lezen in. Maar door zeven weken uit te trekken, om zo’n telkens te dik gebleken roman gestructureerd te lezen, werd die taak gesplitst in overzichtelijke partjes. Daardoor ben ik ook verder in Doktor Faustus gekomen dan ooit eerder lukte.

Alleen wordt een probleem dat ik normaal, als een boek me weinig zegt, en het me desondanks lukt tot op tweederde te komen, vanaf nu sterk zou gaan versnellen. Om er maar vanaf te zijn.

Wat zo’n uitgave me te zeggen heeft is dan wel duidelijk. Hoogstens moet de resterende inhoud nog even diagonaal doorgenomen worden, om te voorkomen dat ik alsnog verrast wordt, met iets nieuws.

En Doktor Faustus heeft me tot nu toe vooral een taaie zemel van een verteller gebracht.

De eigenlijke hoofdpersoon van het boek, Adrian Leverkühn, is dan wel weer een bevlogen man. Maar hem vind ik dan weer telkens veel te absolute uitspraken doen, om daar enige sympathie voor te voelen.

Dit zijn dan typisch elementen van zo’n boek, waarover literatuurwichelaars enthousiast opmerken dat het dionysische karakter van Leverkühn zo prachtig benadrukt wordt door de apollinische rust van zijn vriend Zemelbloem. Maar voor mij levert de manier waarop het verhaal me gepresenteerd wordt allereerst op dat ik zo zelden vergeet aan het lezen te zijn.

In het boek zijn de heren ondertussen in 1914, en dus de Grote Wereldbrand aangekomen. Behalve dat gebeurde er betrekkelijk weinig.

Enfin, nog twee weken van dit.

[zie de hele reeks over Doktor Faustus hier]


Doktor Faustus | bladzijden 447 t/m 561
Thomas Mann

De een-na-laatste week met dit boek bracht me niets dat ik nog niet wist. Behalve dan dat ik ernaar snak deze roman weg te mogen leggen, en het in die zin een kwelling is nog een week te moeten doorgaan.

Toch waren de bladzijden 447 tot en met 561, ofwel de hoofdstukken XXXIII-XXXIX, niet eens de langdradigste uit het boek. Er kwam ineens zelfs wel wat vaart in de vertelling, doordat er plots vrij snel door de jaren heen gevlogen werd.

En de componist Adrian Leverkühn heeft succes met zijn werken, dat is ook aardig.

Punt is wel dat het door kleinigheden zo vaak duidelijk wordt hoe ver dit boek in cultuur van mij afstaat. Zo kan de verteller Serenus Zeitblom zijn jaloezie niet verhullen als er ineens een andere man in het leven van Leverkühn komt, die hem mag tutoyeren. Terwijl Zeitblom tot dan de enige was; al schijnt hij niet te beseffen dat dit enkel is omdat hij samen opgroeide met de componist; en dat het Dutzen van iemand ook beledigend kan zijn.

En dan is er nog de enorme status die componisten in Duitsland hadden — zeker tijdens de negentiende eeuw, wat er zo hielp om ineens vele grote werken te laten ontstaan.

Ook zo’n in de cultuur ingebedde eerbied kleurt vast veel meer dan ik meekrijg bij het lezen.

[zie de hele reeks over Doktor Faustus hier]


Doktor Faustus | bladzijden 562 t/m 672
Thomas Mann

De roman Doktor Faustus hield op zoals ik voor het lezen al wist dat die zou eindigen. Thomas Mann leende wat drama uit de biografie van Nietzsche, en sloeg zijn hoofdpersoon met plotselinge krankzinnigheid. Einde verhaal.

En dat viel me de hele tijd op, aan dit boek. Ik wist wat er komen zou. Tot in detail. Al is ook zonder voorkennis bij een boek met een verwijzing naar Faust in de titel aan te nemen dat de duivel er een rol in gaat spelen.

Tegelijk viel me op dat hetzelfde fenomeen eveneens speelde bij het boek Infinite Jest. Door alle publieke commentaren op die romans worden sommige gebeurtenissen en feiten nogal wat groter en steviger dan ze in het eigenlijke verhaal zijn.

In de samenvatting van iets, om een ander wat te vertellen, worden verhaalelementen zo makkelijk uit hun context geïsoleerd.

En goed, normaal hoort dit allemaal geen probleem te zijn. Van de meeste verhalen, of het nu om romans gaat of films, maakt het me niet uit de uitkomst al te kennen. Van belang is enkel hoe verteld wordt dat Dr. Jekyll en Mr. Hyde éen en dezelfde persoon blijken te zijn; of noem willekeurig welk cruciaal plotelement maar op.

Schrijvers hebben zo veel mogelijkheden meer om een boek memorabel te maken. Maar van deze roman zal me weinig bijblijven. Uiteindelijk bleek Doktor Faustus me vooral een roman waarvan ik nog net begrijpen kan dat anderen die knap vonden. Een boek, waarschijnlijk nog altijd befaamd om de weerklank die het in eigen tijd vond — omdat er bijvoorbeeld parallellen te trekken zijn tussen romanelementen en met wat er in de Duitsland tussen 1933 en 1945 gebeurde, voor wie dat per se wil.

Volgt nog: een boeklogje.

[zie de hele reeks over Doktor Faustus hier]


Doktor Faustus | eindoordeel
Thomas Mann

[…] Verder speelde mee dat grote delen van de inhoud van klassiekers vaak al bekend zijn, zonder dat het nodig is het boek daarvoor te lezen. Al is ook zonder voorkennis aan te nemen dat de duivel een rol gaat krijgen in een boek met een verwijzing naar Faust in de titel.

Dus trad bij het lezen een dubbele teleurstelling op. Allereerst wist ik al ongeveer wat er komen zo. Het boek zou gaan over een componist, die de syfilis had opgezocht, omdat hij tijdens acute aanvallen van die ziekte mogelijk nog verder kon zien dan normaal.

Daarnaast had deze Adrian Leverkühn ook nog eens terloops de dodecofanie uitgevonden; de twaalftoontechniek waarin geen noot of toon belangrijker is dan de andere.

Ten tweede komt dit verhaal van een relatieve buitenstaander — deze Serenus Zeitblom is toevallig met Leverkühn opgegroeid, en kan daardoor de hele levensgeschiedenis geven.

Maar Zeitblom vertelt er telkens net een beetje naast. Wat dan als effect heeft dat de verhaalelementen die ook buiten het boek bekend zijn geworden, in het boek lang zo krachtig niet lijken. […]

boeklog 18 ii 2011

[zie mijn ervaringen tijdens het lezen van Doktor Faustus hier]