Mijn rondje ii
Te fietsen | week 25

Vanzelfsprekend dat het interviewboek Mijn rondje me tot eigen gedachten aanzette. Want het ligt nogal voor de hand om na te denken over hoe jij dan de vragen zoudt beantwoorden die dat boek telkens stelt.
Alleen is mijn uitgangspunt nogal anders dan voor de fietsers waarmee gesproken werd in dat boek. Ik ben nergens voor in training. Voor mij is dat fietsen het doel al, en daarmee geen noodzakelijke en verplichte oefening op weg naar iets groters.
Sowieso is er nauwelijks iets verplicht aan mijn fietsen; behalve dat zo’n ritje voelen moet als buitenspelen.
Bij triestig weer hoef ik daarom doorgaans niets.
Kleed ik me verder lang niet altijd om voor het fietsen, en gebeurt dit op gewone schoenen, nee ’s zomers op sandalen zelfs. Hangt er verder meestal een enorme tas aan het zadel, als er geen fiets met bagagedrager werd gekozen.
Heb ik al evenmin éen werkelijk vast rondje. Meer. Want in 2015 is op deze website nog wel degelijk een reeksje ‘Te fietsen’ gewijd aan mijn wekelijkse tochtje naar voorheen de provinciale bibliotheek en weer terug. Die rit heb ik sinds 2011 een kleine driehonderd keer gemaakt. Alleen was dat afgelopen november ineens over. Want, ook al werd elke week geprobeerd om niet precies dezelfde wegen te volgen als de keer daarvoor, heel veel variatie is er domweg niet mogelijk; voor wie heen en terug niet over precies dezelfde straten rijden wil.
Heen ging het over de Zomerweg of De Warren, terug via Hempens of over Wergea/Warten — of verrassing, als de oostenwind te wreed was, dan reed ik het rondje krekt andersom. Veel meer smaken bestonden er niet.
En afgezien van die paar weken in de zomer dat alle wegen in Nederland er prachtig bij liggen, zijn de polders rond Leeuwarden me gewoon te kaal om daar met enig plezier door te fietsen.
Eenmaal de vaste gewoonte werd losgelaten, voor even dacht ik toen nog, is die ook geen tel gemist.
Dus dat zegt inmiddels genoeg.
[x]#13185 fan dinsdag 20 juni 2017 @ 21:25:58