Philip Roth [1933 — 2018]
Overwegingen | week 21

Als er geen werk van een schrijver voorkomt onder de ruim 3400 boeken die ik uit las sinds 31 december 2004 dan kan dat twee dingen beteken. Of ik ken hem of haar niet. Of hun werk was voor mij niet te lezen.

Voor Philip Roth geldt alleen nog iets veel ergers. Ooit las ik hem wel, en soms zelfs met graagte. Alleen bleek vervolgens geen van die boeken herleesbaar te zijn — terwijl herlezen voor mij de grote betekenis heeft het ware lezen te zijn.

Roth was daarmee voor mij een cultureel verschijnsel geworden, zoals er wel meer van dat slag schrijvers zijn. Iedereen, al waren dat dan immer mannen, deed altijd geweldig druk over zijn boeken. Elk jaar oktober weer was er die roep om Philip Roth nu eindelijk de zo verdiende Nobelprijs te geven; en daarop de teleurstelling dat een ander daar mee weg was gelopen.

Onder vele in memoriams die ik zag, waren ook wel erg weinig van vrouwen. En die ik daarop las gingen dan gauw eens slechts in op de betekenis van éen boek voor hen persoonlijk; nooit het oeuvre.

Wat dan precies mijn probleem werd met dat werk? Ik kan daar moeilijk een vinger achter krijgen.

Weinig schrijvers hebben nog iets nieuws te vertellen als je meer dan tien boeken van ze hebt gelezen. Dan is bekend wat zij in hun werk verkennen. Dit gegeven zal zeker op gaan. En onder de boeken van Roth die ik las waren ook nogal wat matige romans achteraf gezien. Vrijwel al die Zuckerman-boeken bijvoorbeeld, en hun vervelende spel met het doppelgängermotief, dat alleen spannend is voor Letterenfaculteiten.

Kwam daar de verzadiging bij die een ervaren lezer gauw eens kwellen kan, zeker bij romans, dat als iets nu nog indruk maakt, dat toch onvergelijkbaar veel minder indruk is dan toen alle lezen nog een echte ontdekkingstocht was.

Roth was op een gegeven moment voor mij gewoon een Amerikaanse schrijver geworden, met de nogal vrouwonvriendelijke trekjes die bij mannen van zijn leeftijd scheen te horen. Bellow wordt om eenzelfde reden oninteressant, en zelfs Updike. En ja, ik weet dat Roth zich tegen het etiket verweerd heeft misogyn te zijn, en zelfs een roman schreef waarin hij zich verdedigde tegen die beschuldiging: The Counterlife.

Maar ooit las ik dus wel Portnoy’s Complaint, op precies de goede leeftijd; toen masturbatie voor mij nog een taboe-onderwerp was. En ruim tien jaar later maakte Sabbath’s Theater van Philip Roth nog eens grote indruk door de humor, vaart, en schrijfstijl. Twee keer was dus er wel een sterke click, bij eerste lezing — en dat is wel nog altijd meer dan de meeste schrijvers lukt.


[x]#14152 fan zondag 27 mei 2018 @ 00:00:00