Te fietsen | week 27
peloton

Weinig is onvoorspelbaarder dan een rechtstreeks uitgezonden sportwedstrijd. Doorgaans dan. Favorieten kunnen opzichtig falen, underdogs het onmogelijk presteren. Het scenario aan verwikkelingen wordt in sport pas geschreven tijdens de wedstrijd zelf.
Daarom kijk ik zelfs naar de Ronde van Frankrijk. Hoewel daarin de eerste week zelden iets bijzonders gebeurt, en het bij de meeste etappes volstaat om de laatste tien minuten even te gluren naar het eindresultaat.
Tegelijk is het kijken naar sport tot vermaak geworden, voor mij. En misschien dat er daardoor een dimensie mist vergeleken met vroeger. Ooit kon ik dromen zelf nog eens iets te gaan presteren. Ooit had zelfs wielrennen op televisie iets inspirerends.
De sport leende zich bovendien ook goed voor dagdromen. Rijd wat in je eentje rond, en je bent al gauw een koploper, eenzaam vooruit. De flauwe stijging van het lokale viaduct kan in de verbeelding heel makkelijk tot steile helling worden in het hooggebergte.
Zwijg ik er nog over dat profwielrenners over dezelfde wegen rijden als normale stervelingen. En dat daarmee zelfs de knulligste fietser nog het parcours van een profkoers echt kan narijden.
Maar ik merk tegenwoordig nooit meer in vergelijkingen te denken. Mijn fietsen is allereerst ontspanning geworden. En van de weeromstuit misschien zijn mijn wensen ook heel anders.
Zo voelt het momenteel vooral als een gemis dat ik nooit tot een wielerpeloton heb behoord. Nimmer ben ik meegezogen door een grote groep rijders; in de buik van de roedel; als vanzelf meetrappend; op een veel hogere snelheid dan ik in mijn eentje ooit had kunnen bereiken; tegen een veel lagere inspanning bovendien.
Wielrennen is een teamsport. Geen renner kan het af in zijn eentje. De dromen die ik als jongetje had, negeerden dat wezenlijke aspect voor het gemak. De fietser die ik werd weet dat je alleen rijdend te weinig kilometers gratis krijgt.
[x]#10195 fan maandag 2 juli 2012 @ 21:23:10