It paad werom
Te fietsen | week 41

Het duidelijkste bewijs hoezeer het bij fietsen inmiddels meer om mentaliteit gaat dan om het lichaam, vind ik het bestaan van de terugkeerdip.
Gaat het wel om een verschijnsel dat enkel optreedt bij fietsritten van meer dan een paar uur.
Want bijna altijd als ik een tijd heb gefietst, en al bijna weer thuis ben, lijken die laatste kilometers een futiliteit; wat ze daardoor opeens nog opmerkelijk zwaar kan maken. Plots kan daardoor de snelheid nog enorm dalen. Ineens is de lust dan weg om de inspanning te blijven doen die even daarvoor gedachtenloos verricht werd.
Alle moeilijkheden die er konden komen onderweg werden overwonnen, of waren er domweg niet. De weg waarop ik rijd is overbekend. Waarmee er blijkbaar ineens ruimte komt om aan meer veel meer te denken dan dat fietsen alleen — zelfs om al te speculeren wat ik zo ga doen, of ga eten, eenmaal weer thuis.
Meestal volstaat het dan wel om uit het zadel te komen, en een seconde of wat op de trappers te lopen, om me dan te kunnen herpakken. Een vast ritme stompt ook af.
Maar het bestaan van de terugkeerdip verklaart waarschijnlijk dat ik van nogal wat punten in de omgeving weet hoe ver het daar vandaan nog naar mijn huis is.
De laatste vijf kilometer zijn trouwens het probleem nooit. De dips komen vlak daarvoor; doorgaans ergens tussen de tien en vijftien kilometer van huis. Als er zeker nog twintig minuten tot een half uur gefietst moet worden, en ik die eigenlijk al niet meer mee wil tellen.
[x]#12053 fan dinsdag 13 oktober 2015 @ 11:35:59