Te fietsen | week 51
metgezel

Als het mistig is, zoals vorige week twee avonden achter elkaar, dan weet ik éen plek waar de mist nog net wat dikker zal zijn. In een polder nabij mijn woonplaats. Het is net alsof daar alle mist voor de hele regio gemaakt wordt. Alsof het een diepe ketel is waar alle koude damp ontstaat, die dan langzaam over de grond wegdrijft.
Draai op een nevelige dag van een hoger gelegen weg die polder in, en het zicht is soms van de ene meter op de andere compleet verdwenen.
Helemaal in deze tijd van het jaar, met zijn amper 7½ uur aan daglicht.
Heet het er ook nog Zwarteweg.
Want dan kan ik wel telkens schrijven zo tevreden te zijn met mijn LED-verlichting. Als het mist kaatst dat felle licht uit de voorlamp bijna net zo hard terug.
Dus toen ik dinsdag op een nevelige avond weg naar huis deze polder indook, waren mijn zenuwen van tevoren al wat gespannen. Hoe gevaarlijk zou het ditmaal worden? Wanneer kwam de muur? Ik had mijn vingers aan de remmen. En daarom vielen de omstandigheden me bijna mee. Ik kon het licht van de eerste straatlantaarn een stukje verderop gewoon nog zien.
Alleen dook er ineens van rechts een haas op voor mijn fiets. En dat domme beest bleef voor me lopen. En dan niet voorspelbaar rechtuit. Maar in een zigzagbeweging. Waarmee zijn gedrag volkomen willekeurig leek, en er angst groeide bij mij om het dier aan te rijden en dan zelf te vallen.
Remde ik af, deed het beest dit ook.
En net toen ik besloten had om dan maar helemaal stil te gaan staan — altijd weer een nederlaag als fietser — dook de haas van de weg af. En was ik mijn metgezel kwijt.
Reed ik honderd meter verderop alsnog een vettig klamme mistbank in die de wereld deed krimpen tot een wel heel kleine cirkel om mij heen. Maakte dat geen enkele indruk meer.
[x]#11388 fan maandag 16 december 2013 @ 12:26:55