Hitch-22 | pagina’s 93 t/m 203
Christopher Hitchens

In het leven van Hitchens ben ik inmiddels gevorderd tot 1979; het jaar dat hij dertig werd en ineens op Thatcher zou stemmen; ondanks zijn vuurrode achtergrond. In de jaren daarvoor reisde hij onder meer naar Cuba, om daar de heilstaat met eigen ogen te zien. En zo was daar wel meer. Hij begon zijn journalistieke loopbaan door voor verschillende socialistische uitgaven te schrijven.

Die bekentenis nu, van die stem op Thatcher, heeft iets van een ontkenning van dat rode verleden.

In het boekgedeelte dat ik vorige week las, schermde Hitchens er dan weer mee in zijn late tienertijd zo veel boeken van Koestler te hebben gelezen. En ook die opmerking snap ik niet. Had hij iets van Koestler en diens anti-Communisme begrepen, was hij nooit zo enthousiast naar Cuba gereisd, lijkt me.

Tegelijk heeft hij de laatste jaren meermaals verkondigd weliswaar geen socialist meer te zijn, maar altijd nog wel Marxist te wezen; van het heel conservatieve soort.

Enfin, niet dat elk mens van mij altijd consequent hoeft te zijn. Maar aan memoires kleeft al zo zeer het idee dat de schrijver zijn versie van zijn leven geeft. De kwaliteit van de bekentenissen zegt dan wel iets over de geloofwaardigheid.

En bij Hitchens heb ik tot nu toe niet het idee een heel eerlijk boek te lezen.

Dan vermeldt hij wel met Martin Amis naar het bordeel te zijn geweest, maar dan volgt onmiddellijk de opmerking dat hij, eenmaal in ogen met de vrouwen, wel wilde betalen om geen sex te hoeven hebben daar. En dan lijkt Hitchens me een te goede schrijver om niet te weten dat hij zo een sympathieke lul wordt, in plaats van enkel een lul.

Gelukkig is de kwaliteit van de andere anekdotes beter.

Bovendien staat dit boek nogal vol. Met een vijftien twintig pagina’s per dag ben ik ook echt bijna overvoerd.

[ lees al mijn gedachten over de autobiografie Hitch-22 hier ]


[x]#8694 fan vrijdag 6 mei 2011 @ 08:00:00