Bij de 100ste geboortedag van Elias Canetti

Man müßte das System seiner Widerspruche finden, indem man ruhig wird. Wenn man die Gitterstäbe sähe, hätte man den Himmel dazwischen gewonnen.

Elias Canetti, Die Provinz des Menschen, 98.

Als iets mooi gezegd is — of misschien beter: wanneer een uitspraak in mij na blijft klinken — dan kan dat mijn denken voor een hele dag verlammen. En dan niet om het idee: dat ligt ver buiten mijn capaciteiten om te verzinnen. Maar veeleer om de alles platslaande helderheid die sommige uitspraken hebben. Uitspraken kunnen als een zon zijn recht van boven: alles beschijnend, geen schaduw twijfel latend. Daardoor zal het even duren voor ik weer flarden mist op kan roepen, die absolute helderheid weet te dimmen; tot schemering weer wat schaduwen zichtbaar maakt.

Canetti heeft veel van zulke verpletterende zinnen bedacht.

Al blijft het rare van die uitspraken dat ik uit zijn Duitse boeken — de oorspronkelijke taal waarin hij schreef — andere dingen oppik dan uit de Nederlandse vertaling. Bijna alsof het nooit om éen boek gaat, maar er onder dezelfde titel twee verschillende werken zijn uitgebracht.

Voor de boeken van Canetti gold ook dat ze jaren met mij leken te groeien — omdat ik iedere keer bij herlezen nieuwe inzichten ontdekte. Mijn bijbeltjes zouden het kunnen zijn; als ik door die boeken niet nog verder gesterkt werd in mijn twijfels.

Want, het is anders. Zeur verder niet.

Maar, het is op het moment even over tussen mij en Elias Canetti. Voornaamste reden daarvoor: zijn postuum verschenen autobiografische boek Party im Blitz, waarin onder meer staat hoe vreselijk het voor hem was om met Iris Murdoch te neuken.

Manche Sätze geben ihr Gift erst nach Jahren her.

Elias Canetti, Die Provinz des Menschen, 25.

En, hoe nuttig en vormend het ook is om Masse und Macht te lezen, het lijkt me vooral een boek dat iemand op jonge leeftijd onder ogen moet krijgen. Dan maakt de stelligheid van Canetti indruk, dan nog kunnen zijn heldere zinnen schril door iemands onverschilligheid heensnerpen.

Maar mij stoort die enorme stelligheid inmiddels wat. Die bewijzen uit het ongerijmde. Canetti is altijd beknopt, maar schrijft dan toch zo dat hij toch altijd overdrijft.

Toch, sinds ik Elias Canetti en Norbert Elias heb gelezen over het onderwerp macht, werd me ook ineens pijnlijk duidelijk hoe laf de doorsnee historicus schrijft. En hoe plat diens gedachten zijn.

Merkwaardig, dat macht en angst voor macht zo’n allesbepalende rol heeft in ieders leven, maar dat de wetenschap zich altijd ver van de bijbehorende verschijnselen houdt; wel vast wil leggen wat de gevolgen zijn, maar zich te zelden tegen de oorzaken aanmoeit.

Es ist schwer, andere zu durchschauen und selber intakt zu bleiben.

Elias Canetti, Die Fleigenpein, 44.

Canetti is een held voor mij. Alleen nu dan even niet. Maar, hij gaf me een motto mee toen ik voor de tweede keer ging studeren. Een motto dat als een waarschuwing te lezen is tegen alle studiepuntengedoe, maar me ook uitdaagde breed rond te kijken.

Hij voorspelde er trouwens ook goed het willoze pretsurfen op de internetten mee, lijkt me.

Das Lernen muß ein Abenteuer bleiben, sonst ist es totgeboren.

Was du im Augenblick lernst, soll von zufälligen Begegnungen abhängig sein und es solll sich so, von Begegnung zu Begegnung, wieder fortsetzen, ein Lernen in Verwandlungen, ein Lernen in Lust.

Elias Canetti


[x]#1327 fan maandag 25 juli 2005 @ 23:57:18