September
Te fietsen | week 38

Het grote verschil tussen fietsen in de zomer en in de grote rest van het jaar bestaat dus uit onbevangenheid, zo ontdekte ik gisteren. ’s Zomers hoef ik bijna nergens bij na te denken.
In de zomer is het bijvoorbeeld niet erg als er een bui komt — alles droogt toch zo weer op. Maar in september al gaat dat opdrogen veel minder snel. Laat staan in de maanden daarna; als de wegen er vrijwel steeds nat bij blijven liggen.
Dat dwingt dan alleen al tot de keuze voor een fiets met spatborden.
Wordt het bovendien almaar vlugger donker. Waardoor de fiets al spatborden en verlichting hebben moet. Want neem ik eentje zonder lampen dan wordt al een vraag of ik nog bij daglicht thuis kan komen; wat om een berekening vraagt, en daarmee een planning.
Is het bovendien moeilijk om goede kleding te kiezen, in de herfst. Want in september of oktober, als de temperatuur nog in de dubbele cijfers wordt geschreven, is het te warm voor een jack. Terwijl regenbuien dan aanzienlijk minder onschuldig zijn als in de zomer. Waardoor het wel weer goed is om toch een jack mee te nemen dat op zijn minst niet meteen alle regen doorlaat.
En dan tref ik het nog grote delen van de week mijn eigen tijd te kunnen indelen. Zodat ik fietsen kan als het weer gunstig is. Forensen, die elke dag op een vaste moment ergens moeten zijn, hebben zo veel luxe niet.
Weliswaar zijn sites als Buienradar of Weerplaza dan heel nuttig om te kijken hoe het weer wordt. Maar heel nauwkeurig zijn die ook nog niet, als ze meer dan een uur vooruit moeten kijken naar waar de buien vallen.
En ook dat online spieken of het wel droog blijft, valt alweer onder het hoofdje controledrang. En staat daarmee recht tegenover onbevangenheid — of het gevoel even buiten te mogen spelen.
[x]#12020 fan zaterdag 26 september 2015 @ 14:14:18