Te fietsen | week 23
concentratie

Comfort bij het fietsen gaat voor mij echt tellen na vijftig kilometer. Of na twee uur. Welke van de twee maar het eerst bereikt is.
Normaliter dan, hè. Bij extreme weersomstandigheden — zoals de afgelopen winter, met zijn permanente straffe oostenwind — wordt de drempel al eerder overschreden.
Tot die vijftig kilometer valt het dan eigenlijk niet op dat het asfalt er slecht bij ligt, de klinkerweg nodig opnieuw bestraat moet worden, de wind net in de verkeerde hoek staat, of dat het zadel broeit. Die omstandigheden zijn allemaal te negeren op dat moment.
Ik weet alleen niet of het een fysieke oorzaak heeft dat ongemak daarna ineens wel wordt opgemerkt, of dat het eerder een geestelijke oorzaak heeft dat het lijden plots kan toeslaan.
Misschien reikt mijn fietsconcentratie onder normale omstandigheden, als er niets aan de hand is, gewoon niet verder dan die twee uur, of die vijftig kilometer.
Sowieso vind ik het opvallend hoe veel het uitmaakt of er een hoger doel is bij het fietsen.
Want moest er iets bijzonders worden verricht — moest er bijvoorbeeld honderd kilometer worden gefietst — dan zijn die eerste vijftig kilometer ineens geen enkel probleem. Die worden nogal achteloos afgelegd. Afmatting treedt dan pas op tegen het einde van de rit; als duidelijk is dat de finish gehaald wordt.
Dus dan kan ik wel denken dat mijn benul de vrolijke passagier is van mijn lichaam, op de ritjes even om tijdens de zomeravond; als het is of ik nog even buitenspelen mag. Maar dan ligt het toch een stuk gecompliceerder.
[x]#11117 fan maandag 10 juni 2013 @ 10:12:47