Te fietsen | week 26
kilometers

Ik versimpelde de waarheid een beetje veertien dagen terug. Toen beschreef ik hoe puur door de routine alles op een vaste route onzichtbaar kan worden bij het fietsen, daar waar je bij een eerste kennismaking juist alles ziet.
Maar, om iets te zien die eerste keer, moet je nog wel in staat zijn om te kunnen kijken.
En bijvoorbeeld met vermoeidheid onderweg komt ook meteen de tunnelvisie. Of de blik omlaag, naar enkel het asfalt.
Voor mij is dit mechanisme een reden om mijn maximale dagafstanden tegenwoordig relatief bescheiden te houden. Sterke stukken heb ik genoeg gepresteerd, al is dat inmiddels lang geleden. Maar een probleem alleen al aan die afstandsprestaties is dat ze geen enkele herinnering hebben opgeleverd. Op een gegeven moment werd niet alleen het fietsen op zo’n dag simpelweg een automatisme, ook mijn gedachtenleven kromp ineen tot vrijwel niets.
Om lang en ver te kunnen fietsen op een dag moet je zelf eerst fiets worden. En heel interessant vind ik die transformatie niet meer.
Daarom nam ik ook met een mengeling van bewondering en afschuw kennis van het nieuwe wereldrecord om-de-wereld fietsen. Dit heeft de Brit Mike Hall onlangs gevestigd met een tijd van 91 dagen en 18 uur.
Hall reed 29080 kilometer, op vier continenten. Al was hij langer onderweg dan die kleine 92 dagen, maar tijd in de lucht en op de vliegvelden wordt niet meegerekend volgens het reglement van het Guinness Recordboek.
Dit kilometeraantal betekent dat Hall bijna tweehonderd mijl per dag reed, ofwel ruim driehonderd kilometer.
’s Nachts sliep hij slechts een uur of vier. Verder was hij aan het fietsen en aan het eten.
En veel zal hij niet hebben gezien onderweg, zo lijkt me.
Dat er een wereldrecord rond-de-wereld fietsen is, raakte een paar jaar terug bekend door de Schotse avonturier Mark Beaumont. Hij wist een documentaire over zijn belevenissen aan de BBC te slijten. En sindsdien zijn velen hem gevolgd op zijn pad. Waarbij Beaumont’s record vrij makkelijk viel.
Beaumont reed indertijd ook amper honderd mijl per dag — de helft van wat Hall presteerde.
Beaumont reed bovendien op een trekkingfiets, met een vlinderstuur; en sleepte een heel pakket aan opname-apparatuur mee. Mike Hall bouwde gewoon een carbon crossertje om. Zijn racefiets woog met bagage achttien kilo.
En het merkwaardige is nu dat ik Mark Beaumont’s prestatie eigenlijk interessanter vindt dan die van Mike Hall. Misschien omdat bij hem nog gold dat die honderd mijl per dag ook voor mij haalbaar waren geweest. Zijn wereldreis leek te doen voor iemand met wat doorzettingsvermogen en te veel vrije tijd.
Maar tweehonderd mijl fietsen per dag is het werk van een fanaat. Die prestatie verdient misschien bewondering, maar nodigt geen moment uit om me in zijn plaats voor te stellen.
[x]#10177 fan maandag 25 juni 2012 @ 10:34:21