Ook ik heb een veelbelovende toekomst achter me | 2
Op die eerste werkdag kreeg ik een rondleiding van een wat mollige mevrouw die haar carrière duidelijk was misgelopen. In plaats van haar leven te verdoen aan een provinciale universiteit, had ze goud kunnen verdienen in de handel. Zo goed was ze erin om me charmant de ene teleurstelling na de andere te verkopen alsof het dure cadeautjes waren.
Nog geen postvakje mocht ik het mijne noemen na een halve ochtend geregel. Nu ja, er was een e-mailadres voor me aangemaakt. Het kon even duren voor dit actief zou zijn.
Er zou een bureau voor mij georganiseerd worden, en een kast. Ergens. Maar daar zou eerst nog overleg over zijn. Volgende week dinsdag.
En wat jammer toch dat de man die mij voor de vakantie had aangenomen wat plots vertrokken was naar de VS. Nu was het nut van mijn aanstelling niemand helemaal duidelijk meer.
De laptop die ik kreeg om mee te werken, was zo oud dat het me meeviel dat die al een harde schijf scheen te hebben. Opgewekt feliciteerde de mevrouw van de rondleiding mij ermee. Ik kreeg steeds meer moeite de slappe lach te onderdrukken.
En zo merkwaardig slecht geregeld als toen bleef het de eerste tijd. Ik werkte zo vaak thuis aan heel andere zaken, dat het elke maand weer merkwaardig was dat iemand het toch de moeite vond mij salaris over te maken.
Het enige dat me beviel was de OV-jaarkaart die het instituut zijn medewerkers verstrekte. De NS had altijd wel een zitplaats voor me. En als ik in de trein werkte, had ik ook niet de angst elk moment weggejaagd te kunnen worden door iemand die zijn bureau kwam opeisen.
Maar het meest merkwaardig was nog wel dat mijn tijdelijke aanstelling al op een vroeg moment verlengd werd, vanwege mijn ‘positieve bijdragen’. Wat deden al die andere mensen daar dan?
[x]#2535 fan vrijdag 23 februari 2007 @ 13:59:29
Peet op 24 februari 2007 @ 20:08:22
Je werkt niet waar ik werk, al dacht ik dat eerst wel. Ik had namelijk pas na twee maanden een computer…