De mens in opstand | l’Homme révolté
Albert Camus

Leesprojectje voor de maand april wordt het klassieke opstel l’Homme révolté van Albert Camus [1913 — 1960], over wat mensen zoal tot verzet brengt. Daarin rekende deze schrijver onder meer af met alle domme gedweep van intellectuelen met dictaturen. En daarmee heeft hij zich in éen moeite door communisten en fellow travelers als Jean-Paul Sartre tot vijand gemaakt indertijd.

De voosheid in hun wereldbeeld was iets te onbarmhartig aangetoond.

De mens in opstand | l’Homme révolté op dit moment lezen, biedt mogelijk parallellen met The Captured Mind van Czesław Miłosz, dat ik niet al te lang geleden las, en me nu nog redelijk bij staat. Verder moest er later dit jaar toch ook eens de herlezing volgen van Canetti’s Masse und Macht.

l’Homme révolté dateert uit 1951, The Captured Mind uit 1953, Masse und Macht uit 1960. Dat zijn allemaal Koude Oorlog-boeken. Enige studie van de toen gebruikte retoriek, en de manieren waarop er indertijd angst werd gezaaid door machthebbers lijkt me niet verkeerd, in dit zo merkwaardig paranoïde tijdsgewricht.

Andere reden om Camus’ lange essay te lezen, is dat het me eerder nooit lukte om dit boek in te komen, zoals vrijwel steeds met deze projectjes.

[ ziet al mijn gedachten bij De mens in opstand van Camus hier ]


De mens in opstand | 7 – 89
Albert Camus

Onmogelijk taaie kost, de eerste tientallen bladzijden van dit boek. Kan er nog een filosoof aan het woord zijn die ik wel vertrouw. Alleen hanteert zelfs Albert Camus precies dezelfde werkwijze als al die andere filosofen, door vanaf ijle hoogten zijn waarheden over de werkelijkheid te projecteren.

Een boek wordt ook erg lang als je aan het eind van bijna iedere paragraaf al niet meer weet waar die nu eigenlijk over ging.

De tekst werd iets begrijpelijker in het lange hoofdstuk ‘De metafysische opstand’ — mede omdat Camus daar over enkele collegaschrijvers uit het verleden kan vertellen hoe het met hun wrevel zat. Niet helemaal is me duidelijk alleen waarom nu net deze auteurs werden gekozen.

Nietzsche, akkoord. Het helemaal doordenken van dogma’s bij hem, en het nihilisme daarvan het gevolg, verdient zeker een plaats in zo’n opsomming. Alleen waren er ook al nihilistische tendensen bij zoveel auteurs voor hem.

Lautréamont daarentegen? Of Rimbaud?

Korte tussenbalans na de eerste van drie leesweken luidt derhalve: ik moet helder en uitgerust zijn wil er überhaupt iets van de tekst tot me doordringen. Maar gelukkig lijkt Camus een auteur te zijn die zijn betoog sterker denkt te maken met telkens schijnbaar wat toevallig gekozen bewijzen. Zijn gedachten zijn kleiner dan ze in dit boek aan ruimte lijken in te nemen.

[ ziet al mijn gedachten bij De mens in opstand van Camus hier ]


De mens in opstand | 90 – 202
Albert Camus

Een boek als dit, uit 1951, is niet onbevangen te lezen. Er bestaat een afstand in tijd. En daardoor kan er nogal een verschil in mentaliteit zijn tussen lezer en auteur.

Albert Camus had nog demonen te bekampen die niet noodzakelijkerwijs de onze meer zijn.

In zijn geval speelde er nog het toen algemeen levende idee dat de geschiedenis een doel heeft en een richting — oftewel teleologisch is, in het dieventaaltje van de filosofen. Zo is predestinatie een fundamenteel element van het christelijke geloof; als daar zelfs al geen dubbele predestinatie speelt, omdat de God van de calvinisten al voor iemands geboorte bepaald heeft wat of het wordt met dat kind; tot en met de beslissing over hoe de ziel daarvan eeuwig voort leven zal na de dood.

Maar ook het historisch materialisme, gebaseerd op het werk van Marx, ging er vanuit dat de geschiedenis zich op éen manier ontwikkelt. Al leverde de precieze uitleg van hoe dan, nog weer stammenstrijden op onder de gelovigen; zoals tussen de Bolsjewieken en de Mensjewieken.

In het lange hoofdstuk ‘De historische opstand’ begint Camus bij de Franse Revolutie, en het gegeven dat koningen altijd zo zeker wisten dat ze koning waren bij de gratie Gods. Een idee dat hun onderdanen lang kritiekloos aanvaard zullen hebben. Tot dat dus niet meer ging, en deze ordening doorbroken werd.

Hegel’s dialectiek, als inspiratiebron voor Marx, komt ook uitgebreid langs. Net als de ideeën van Marx zelf, en de verschillen in uitleg daarvan later. Alleen las ik toch nog nauwelijks iets dat door Camus’ tijdgenoten als heel iconoclastisch zou kunnen worden ervaren. Dat zal volgende week dus nog langs moeten komen.

Of zij moeten al aanstoot hebben genomen aan Camus’ nu nog wat impliciet geuite idee dat de geschiedenis toch echt geen doel heeft, laat staan een richting.

[ ziet al mijn gedachten bij De mens in opstand van Camus hier ]


De mens in opstand | 202 – 245
Albert Camus

Het duurde lang voor me duidelijk werd wát Camus precies aan te merken had gehad op het Communisme als overtuiging. En dit was dan toch dat hij consequenties hechtte aan het uitgangspunt van die leer dat de geschiedenis een einduitkomst heeft.

Wie dat oprecht geloofde, accepteerde hem te makkelijk alle schade onderweg naar het hogere einddoel. Die negeerden, volgens Camus, te snel alle miljoenen doden die ondertussen zouden kunnen vallen; en vanzelfsprekend ook zijn gevallen. Omdat voor hen geweld bij de revolutie vanzelf sprak; het einddoel heiligt nu eenmaal dan alle middelen.

En, de gehoorzaamheid die de leer eiste, zoals dat geloof in dat hogere einddoel, was hem ook een gruwel. Mede omdat de kunstenaar immers alles moest kunnen denken — en dus was in zulke paragrafen al vaag te beluisteren waar Czeslaw Milosz tezelfdertijd in Parijs nog zo veel krachtiger tegen zou protesteren in The Captive Mind.

Conclusie, alles overziend, is dat het lezen van De mens in opstand helaas nooit meer werd dan een verplicht nummer. Slechts éen van de slothoofdstukken bracht iets van wat lezen tot zo’n genoegen kan maken. Albert Camus gaat er dan onder meer op in hoe auteurs in hun romans voor even God kunnen zijn.

Probleem was waarschijnlijk dat de probleemstelling van dit boek me te weinig zei — Camus’ demonen zijn de mijne nooit geweest. En ook bleek tijdens het lezen dat ik eigenlijk vooral vergeten kennis van college vroeger aan het ophalen was, over inmiddels niet zo heel actuele discussies meer. En daardoor speelde dat zulke inzichten met recht en reden al half uit mijn geheugen waren verdwenen, vanwege te academisch.

Boeklogje volgt dra.

[ ziet al mijn gedachten bij De mens in opstand van Camus hier ]


De mens in opstand
Albert Camus

[…] ook bleek tijdens het lezen dat ik eigenlijk vooral vergeten kennis van colleges vroeger aan het ophalen was, over inmiddels niet zo heel actuele discussies meer. En daardoor speelde dat zulke inzichten met recht en reden al half uit mijn geheugen waren verdwenen, vanwege te dor academisch.

Dus blijft er enkel het literair-historische gegeven over, dat Camus met dit boek de sympathie verloor van Jean-Paul Sartre en andere fanatieke communisten. Al speelde daar zeker ook bij mee dat Albert Camus al niet was als zij, afkomstig uit een Parijse elite. Camus was een pied-noir uit de kolonie Algerije — en daarmee toch al van een minder slag.

Dus blijft staan dat de filosofie van Camus beter te genieten is in zijn romans. […]

boeklog 12 iv 2018