The Captive Mind | chapters II, III & IV
Czeslaw Miłosz

Ondertussen werd me duidelijk waarom ik eerder dit boek zo slecht in kwam. Want Miłosz, de dichter, heeft The Captive Mind nooit opgezet als een strak betoog, waarin elk hoofdstuk voortgaat op het vorige. In plaats daarvan begint hij telkens weer opnieuw, als was elk chapiter een gedicht dat ook op zichzelf moest kunnen staan.

Het probleem van wat die Communistische heilsleer dan zo aantrekkelijk maakte, met Rusland als lichtend voorbeeld daarbij voor al die geknoete landen in Oost-Europa, wordt in elk hoofdstuk vanuit een andere invalshoek benaderd. Waarop tot in detail is uitgewerkt wat dit betekende voor hoe de mensen daar zich zijn gaan gedragen.

Chapter II gaat onder meer over het unieke gevoel in het Oosten dat zij toch wel in het bijzonder geleden hadden onder die Tweede Wereldoorlog — wat daarmee alle cultuur uit het Westen welhaast verwend en verwijfd maakte. Dus was wat ze in Oost-Europa deden en dachten beter.

En in Chapter III zette Miłosz weer een metafoor in, net als in het eerste hoofdstuk, ditmaal om uit te leggen waarom onoprechtheid onder het Dialectisch materialisme de standaard was. Iedereen was een acteur geworden. Want de kunstenaars, zoals de dichters, schreven immers niet meer poëzie voor zichzelf. Nee, die probeerden taal te vinden voor de ideeën en gevoelens van de ideale Communist. En dat is altijd een ander.

Chapter IV is het eerste van vier hoofdstukken over collegeschrijvers, de heren Alpha, Beta, Gamma, en Delta, die allemaal op hun manier het Communisme gingen gebruiken om vooruit te komen in de wereld. Schrijver Alpha, de moralist, was een goede vriend van Miłosz, en daarom wil deze hem niet te hard aanvallen. Maar de goed-Katholieke boeken die Alpha voor de oorlog schreef over heldhaftige priesters, waren wel erg makkelijk om te turnen tot boeken over ideale Communisten; die al evenmin kunnen bestaan.

[ lees al mijn gedachten over The Captive Mind van Miłosz hier ]


[x]#13557 fan maandag 18 december 2017 @ 11:05:40