Psychokiller
Te fietsen | week 38

Fietsen is uiteindelijk een mentale inspanning. Heb ik het wel over fietstochten van enige duur, niet over een ritje naar de buurtsuper om snel even nog een baal chips te kopen voor straks bij de TV.
Vorig jaar was mijn langste rit op een dag er éen van 218 kilometer — en dat vond ik toen bijzonder genoeg om er hier over te schrijven.
Dit jaar ging het in augustus nog straffer, meer dan éen keer zelfs. En heel interessant vind ik het niet meer om het daar in detail over te hebben. Behalve dan dat ik de eerste keer geestelijk een inzinkinkje kreeg toen ik nog honderd kilometer te rijden had, terwijl er tot dan toch al honderdvijftig waren afgelegd.
Toen hielp het om elke vijftien kilometer even van de fiets te gaan, mijn rug te strekken, en paar teugen te drinken, en vervolgens verder te peddelen op een heel licht verzet.
Het regende weleens, laat op die doordeweekse dag. De vakantieperiode was al afgelopen, of liep ten einde. Schuilgelegenheden, zoals Horeca, waren dicht of niet voorhanden in de regio waar ik door moest.
En ik verbeeld me dat die moeizame veertig vijftig kilometer van die ene monsterrit maken dat sindsdien al mijn fietsen met een zeldzaam gemak gaat. Want de wetenschap is nu werkelijk ingedaald dat mijn lichaam geen enkel problemen heeft met een langdurige inspanning. Dat enkel mijn benul zich onnozele vragen kan gaan stellen, over het waarom en het waarvoor — maar dit inmiddels pas gebeurt na al een werkdag onderweg te zijn geweest.
Eerstkomende test of deze theorette klopt, is komend voorjaar. Als ik een langzame en wat moeizame rit maakte dan, om vervolgens te merken dat alle ritten daarna aanzienlijk makkelijker gingen.
[x]#12625 fan maandag 19 september 2016 @ 14:26:06