Doping
Te fietsen | week 39


click image to play. 0.42 minutes

Een persbericht in mijn mailbox vandaag kopte provocerend: ‘Geen bewijs dat epo op hoog sportief niveau werkt’. Want aldus heeft een schaatstrainer uitgezocht. Bram Brouwer. Die dan weer waarschijnlijk niet toevallig promoveert bij Harm Kuipers — want dat is ook al zo iemand die de gebruikelijke wijsheden over dopinggebruik durfde aan te vallen.

Tegelijk blijkt uit de tekst onder meer dat er domweg geen wetenschappelijk bewijs bestaat, omdat geen enkele actieve topsporter zich voor het noodzakelijke onderzoek zou lenen. Want de dopingautoriteiten geven vanzelfsprekend geen ontheffing om kennis over dit onderwerp te helpen vermeerderen.

Dus zal het onderzoek dat gedaan wordt, zich beperken tot de prestaties van amateurs, en andere goedwillende liefhebbers; die altijd beter gaan presteren, bij welk soort wetenschappelijke begeleiding ook. Doping of niet.

En door zulke taboes blijft het toch een vreemd soort gepruts, met die doping, en met de dopingjagerij.

Kuipers stelde in zijn autobiografie Van start op twee linkerschaatsen onder meer dat er bij doping een groot placebo-effect kan spelen. Wie gelooft dat het toedienen van medicatie hem of haar tot een beter sporter maakt, wordt daardoor dus waarschijnlijk ook een beter sporter.

En epo-kuurtjes kostten duizenden. Dus is het geloof in de werkzaamheid van het middel automatisch enorm. Want het gebruik vergt vooraf al een grote investering.

Nu dient bij mij het fietsen als doping voor de rest van mijn leven, en misschien kijk ik daarom met steeds grotere verbazing naar alle gebrek aan fundamentele discussie over stimulerende middelen.

Almaar meer ben ik er van overtuigd geraakt dat het niveau van prestaties direct gerelateerd is aan iemands geestelijke gesteldheid. Waarbij zijn of haar lichamelijke bouw en talent er vanzelfsprekend ook toe doen — want ezels zullen nooit renpaarden worden. En waarbij intensieve lichamelijke training natuuurlijk nodig blijft voor topprestaties.

Dus lijkt mij, als geïnformeerde leek, dat het voornaamste effect dat doping hebben kan, is dat al die dodelijk saaie uren training er wat makkelijk door worden. Waarmee training ineens leuker is. Want bijvoorbeeld minder lang pijn doet.

Want al wie stelt dat epo geen enkel effect heeft, moet vervolgens voor mij ook nog verklaren hoe het dan toch kan dat er ooit een wielerpeleton rondreed waarin de renners duidelijk te onderscheiden snelheden hadden. Verklaar die totale dominantie dan bijvoorbeeld eens die éen ploeg ooit hebben kon, zoals getoond is in bovenstaand filmpje [bron].

Dat persbericht zegt mij dus aanzienlijk meer over de droeve staat van het wetenschappelijk onderzoek, dan over onze kennis van de werkelijkheid.

Het is namelijk niet zo heel interessant om te weten of epo werkt of niet. Gegeven blijft dat vanaf eind jaren tachtig tal van doorsnee topsporters ineens kampioenen werden. En ook dat tal van respectabele sporters ineens veel minder presteerden naar verhouding. Verklaar dit alstublieft.


[x]#12037 fan maandag 5 oktober 2015 @ 15:30:57