Een vooroorlogse Godwin xii
Te fietsen | week 33

Het hele idee om 330 kilometer te fietsen op een dag kwam er enkel omdat op dit moment enkele dapperen proberen om net iets meer te rijden, elke 24 uur, over een heel jaar gemeten. Tommy Godwin zette een stevig record in 1939.
In Engeland is Steve Abraham op 8 augustus aan een hernieuwde poging begonnen, nadat hij in maart van zijn fiets werd geramd door een dronken brommerrijder, en daarbij zijn enkel brak.
Kurt ‘Tarzan’ Searvogel is al doende sinds 10 januari, begeleid door zijn vriendin, rondtrekkend in een camper; zodat ze telkens het ideale weer kunnen opzoeken in de VS. Searvogel rijdt nooit meer dan twaalf uur op een dag. Ondertussen heeft hij bloedarmoede, en last van zijn longen.
En in Australië is ene Miles Smith bezig, na al eens een poging te hebben afgebroken door ziekte.
Want dat is dus de constante. Niet dat hele eind fietsen elke dag. Maar het simpele gegeven dat je daarbij gezond moet blijven, om morgen weer zo’n zelfde afstand te kunnen rijden. Terwijl de herhaalde inspanning nu net ten koste gaat van je welzijn.
Waarbij er dus ook nog het geluk moet zijn onderweg niet al te veel idioten tegen te komen.
Mijn zaterdagrit van 218 kilometer heeft de inspanningen van de recordjagers wat tastbaarder gemaakt. In de zin dat ik hun dagafstand ineens eigenlijk wel mee vind vallen. Mijn eerder zo gekleurde herinneringen aan dergelijke lange dagen op de fiets kwamen ook omdat ik die ritten zelden in mijn eentje deed op mijn eigen tempo, zoals nu, maar in jachtgroepjes van testosteron-gedreven jonge mannen.
Tegelijk zijn die recordpogingen onwezenlijker dan ooit geworden. Elke dag weer die fiets op, met als enige doel om kilometers te maken. Zinlozer activiteit is ineens nauwelijks denkbaar.
Die ene lange dag op de fiets maakte mij ook duidelijk hoe vervelend een jaar van hetzelfde moet zijn.
[x]#11970 fan donderdag 13 augustus 2015 @ 12:42:04