Help, ik moet met de media omgaan | 04

De nieuwsmedia doen wat ze doen. Maar waarom hun werkmethoden toch zo merkwaardig uitpakken, is een complex verhaal.

Eén interessante uitleg hierover is ooit bedacht door Noam Chomsky en Edward Herman. Die stellen, onder meer in het boek Manufacturing Consent, dat massamedia alleen te begrijpen zijn door er vanuit te gaan dat alles wat ze brengen propaganda is.

Dit propagandamodel staat elders uitgebreid uitgelegd, dus is het misschien overbodig dit hier over te doen. Bovendien is het een Amerikaans model, dat me niet helemaal universeel geldig lijkt.

Zo beklemtonen Chomsky en Herman telkens nogal dat de media onder grote economische druk staan om nieuws weg te laten dat de machthebbers onwelgevallig is. En dit zal in de VS zeker opgaan, waar hele TV-kanalen en uitgeverijen in handen zijn van bedrijven uit het militair-industrieel complex. Maar in Nederland is zo’n verdachtmaking al gauw wat te paranoïde. Hier is er meestal gewoon sprake van pure incompetentie, en beroepsblindheid, als nieuws niet gezien wordt, in plaats van dat er censuur, of zelfcensuur speelt. En laat me daar toch een paar woorden aan wijden.

Economische druk op de nieuwsmedia om te doen zoals ze doen, bestaat ook in Nederland. Alleen komt die dan vooral voort uit de merkwaardige positie die de journalistiek inneemt. Journalisten mogen bijvoorbeeld niets doen dat lezers of kijkers wegjaagt. Media drijven nu eenmaal nog steeds op inkomsten uit advertenties; zelfs al verkopen ze allemaal de leugen dat het brengen van nieuws hun prioriteit is. En die reclame moest vanouds liefst bij een zo groot en stabiel publiek als mogelijk door de strot worden gedrukt. Hoe meer ogen, hoe hoger de advertentietarieven.

Vaker heb ik al uitgelegd waarom de claim van hoofdredacteuren mij zo ergert dat nu het slecht gaat met de kranten, dit nadelig is voor de democratie. Alle krantenconcerns hebben namelijk de democratische controle decennialang stelselmatig ondermijnt, door eerst al de zelfstandige plaatselijke en regionale bladen op te kopen, de redacties daarvan uit te kleden, en deze publicaties om te vormen tot advertentieblaadjes. Zo kregen ze lokaal, en niet zelden ook regionaal, een advertentiemonopolie dat de samenleving miljarden gekost heeft. Terwijl de aandacht voor kwesties waar gemeenteraden mee worstelen, of provinciale staten, of waterschappen, aantoonbaar minder is geworden.

Verder wordt in Nederland veel minder een beroep gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) dan in bevriende landen. Overheden hebben bovendien moeite om stukken vrij te geven, ondanks dat zij daartoe wettelijk verplicht zijn — wat ook tekent dat ze er geen routine in hebben. Dus als journalisten weer eens claimen het functioneren van overheden te bewaken, dan liegen ze.

En al te streng die overheden controleren kan ook niet. De nieuwsmedia samen functioneren als institutie niet anders als scholen, of andere overheidsinstanties zelve. Die hebben er helemaal geen belang bij om hun publiek of hun klanten wantrouwen bij te brengen tegen de status quo. Dat jaagt mensen maar weg. Media hebben er baat bij om allerlei mythes in stand te helpen houden, zoals het idee dat Nederland een democratie zou zijn. Die spelen het liefst handjeklap met bronnen die veel nieuws kunnen genereren; wees gul naar ons toe, dan zijn we even gul met onze belangstelling terug.

En zo kan bijvoorbeeld de waan ontstaan dat de standpunten van politieke partijen wezenlijk van elkaar verschillen, en dat zelfs in een parlementaire bureaucratie éen nieuwe man of vrouw onmiddellijk van doorslaggevende betekenis kan zijn.

En daarom kreeg zelfs in de Nederlandse media al in 2007 de hype vorm dat een stem op Obama de koers van de wereld zou veranderen. Werd zijn verkiezing vervolgens overmatig bejubeld. Maar is er thans de onvermijdelijke ontevredenheid in de media dat die stakker van een president de verwachtingen nog steeds niet heeft waargemaakt.

Hoe kon hij ook?

Eerst maak je in je onbenul iets groter dan het is, en vervolgens breek je het dus af. Met de werkelijkheid heeft dit allemaal werkelijk niets van doen, alleen vult het de pagina’s en de actualiteitenrubrieken, en zo houdt een non-onderwerp de journalisten en commentatoren jaren bezig. Da capo.

heb ik toch nog minstens éen volgende ronde nodig, ter afsluiting

[ deel 1 ][ deel 2 ][ deel 3 ]


[x]#6981 fan woensdag 27 januari 2010 @ 10:19:16