Van Oekel
Waarom veroudert iets, en waarom juist niet? Nu goed, dat zijn onmogelijke vragen. Net als dit voor schoonheid geldt, bestaat veroudering en verval waarschijnlijk alleen in het oog van de waarnemer. Een objectieve beschrijving van het verschijnsel wordt moeilijk; hoogstens zullen er cultureel bepaalde gemiddelden bestaan.
Maar mij valt bijvoorbeeld op dat de strip Guust Flater me ook na dertig jaar nog telkens kijkplezier weet te bieden, terwijl de veel recentere reeks gewijd aan Sjef van Oekel dit niet wist te doen.
En toch is de wereld van Guust Flater aanmerkelijk minder tijdloos dan die van Sjef van Oekel. De kantoren zijn anders ingericht nu, en de ‘office Leonardo’s’ van het moment wijden zich aan elektronica of misbruik van de computer.
Daar zijn aanmerkelijk minder visuele grappen over te maken.
Sjef van Oekel is veel minder cartoonesk — op de grappen na die duidelijk van Franquin geplagieerd zijn — en juist door dat realisme goed in staat om vervreemdingseffecten op te roepen. Ooit was dit wel leuk. Nu wilde het maar niet meer aardig worden; heel merkwaardig. Alsof ik alle trucs inmiddels al bij voorbaat herkende.
In boeklogje 1138 moet ik bovendien constateren dat de makers van Sjef van Oekel misschien wel nooit de mogelijkheden hebben gezien die de strip had kunnen bieden.
[x]#4473 fan donderdag 16 oktober 2008 @ 11:35:09