Memoires over de tijd…

Ik herinner me hoe mijn stopwatch soms meteen na de start van een duurloop al stil bleef staan op een tiende van een seconde. Sloofde ik me een klein uur om uit een parcours in recordtijd af te leggen, begon de tijd pas te lopen op het moment dat ik hem wilde stoppen.

Ik herinner me ook zo goed getraind te zijn dat ik met een marge van een paar tienden kon schatten hoe snel ik een bepaalde afstand had afgelegd. Maar dat was alleen op de atletiekbaan.

Ik herinner me de uren vlak na een atletiekwedstrijd. Als na mijn strijd tegen de klok, die poging om met al mijn kracht sneller dan ooit te lopen, de tijd daarna altijd terugsloeg door vijf keer sneller te gaan dan normaal. Na een wedstrijd was de dag eigenlijk al over.

Ik herinner me ooit standaard een ochtendpols van vijfendertig te hebben gehad. Ik weet niet meer of ik toen sneller of juist langzamer leefde dan nu.

Ik herinner me de uren voor een tentamen, als de tijd eigenlijk niet bestond omdat ik onderweg was naar de examenhal en pas daar weer van belang zou zijn hoe laat het was. De volledige concentratie tegelijkertijd waarmee de volledige leerstof nog eens doorgenomen werd. Voor een tentamen dat om negen uur in de ochtend begon, ging ik soms al voor zeven uur van huis weg. Zo’n dag kende de ene tijdslimiet na de andere; van een overstap die gehaald moest worden tot de maximale tijd die beschikbaar was voor het tentamen. Maar door mijn diepe concentratie kon vijf minuten ook een kwartier zijn. Of andersom.

Ik heb nu al jaren geen horloge meer. En tegelijkertijd meer klokken dan ooit in huis. Met een videorecorder die zijn timer regelt naar teletekst, zodat die altijd de juiste tijd aanwijst. Een DVD-speler met klok. Een magnetron. En telefoons die automatisch bijhouden hoelang een gesprek duurt. Waarom zit tegenwoordig overal een klok in?

Ik weet maar al te goed dat na zeven uur ’s ochtends negen minuten sluimeren meestal even lang duurt als drie uur uitslapen.

Ik herinner me de topologie van de tijd zoals beschreven door Lewis Mumford; over de uitvinding van het besef dat er zoiets verschrikkelijks als tijd bestaat; die ook nog eens met horten en stoten verstrijkt, omdat er op allerlei manieren invloed op uit te oefenen is.

Hoe oud ben ik eigenlijk ondertussen? In hartslagen gerekend gerelateerd tot het voorgeprogrammeerde biologische maximum? Die driemiljard slagen? Die vier slagen per ademhaling?

En hoe oud wil ik me voelen?


[x]#594 fan donderdag 3 juni 2004 @ 00:08:20