Memoires met een chloorlucht

Ik herinner mij hoe ik een van de drie jongetjes was die als eersten naar het grote bad mochten om daar verder te oefenen voor het diploma A. Het was het eind van de les, en we maakten ter kennismaking nog even een lange en koude tocht van het instructiebad naar de ontzagwekkend grote hal met het vijftigmeter wedstrijdbad. De overgang was te groot, en het water veel te koud. Ik verloor mijn normale soepele slag, en kon nog maar net met moeite naar het dichtstbijzijnde trapje toe krabbelen. Tijdens de volgende les zwom ik gewoon weer tussen de anderen in het instructiebad; terwijl ik het proefkaartje toch al gehaald had.

Ik herinner me talloze sproeikoppen aan het plafond van de doucheruimte, die allemaal tegelijk water naar beneden storten als de badmeester eenmaal de enorme kraan had opengedraaid. Zelfs al stond je er maar in je eentje. Douches met genoeg kracht om zo’n klein jongetje als ik door de afvoer weg te kunnen spoelen als ik niet uitkeek. Hoe heerlijk warm het water altijd was na het zwemmen. De waterstraaltjes prikkend op mijn huid.

Ik herinner me het bibberende wachten tot de badmeester eindelijk de douchekraan kon opendraaien. De draaiknop was weleens zoek.

Ik herinner me mijn diepe ontzag voor de wonderen die het mogelijk maakte om de vloer van het instructiebad een eind omhoog te laten komen, of juist te laten zakken. Ik herinner me het metalen hek tussen het ondiepe gedeelte en het diepe. Dat hek kon ook omhoog en omlaag.

Ik herinner me hoe me tijdens een van de eerste lessen gevraagd of ik mijn gezicht onder water durfde te houden. Was mijn moeder daar bij? Ik herinner me haar aanwezigheid vaag op de achtergrond. Wat deed ze eigenlijk tijdens dat half uur, of hoe lang die lessen ook geduurd mogen hebben?

Ik herinner me de druk op mijn trommelvliezen en het suizen in mijn oren als ik mijn hele hoofd onder water stak.

Ik herinner me hoe vaag de wereld onder de waterspiegel werd, als ik mijn ogen tenminste open durfde doen. Toen me nog onbekend was dat mijn ogen in water een afwijking van -45 krijgen, zonder zwembrilletje. Licht van water tot water breekt minder scherp als het licht dat door lucht naar water gaat. En in de oogbol zit vocht.

Ik herinner me de witte piepschuimen plankjes, en de kurkjes. En vooral de moeite die het kostte die kurkjes weer van mijn lijf los te krijgen met mijn koude vingers.

Ik herinner me het bibberen aan de kant, als het te lang duurde voor ik het water weer in mocht. En dat alle geluid er in die betegelde ruimen bijna altijd hard klonk. Ik herinner me hoe de geur van chloor die bij het binnenkomen van het zwembad even overweldigend te ruiken viel, vlak daarna al niet meer geroken werd.

Maar wat voor kleur mijn zwembroek had, dat weet ik niet meer.


[x]#597 fan zaterdag 5 juni 2004 @ 19:54:39