Miniatuur van Wanhoop

Zo schreef ik vandaag deze zin, die je ooit in ‘De Zondvloed’ zult terugvinden:

Je kent dat gezicht niet en toch is het je vertrouwd.
Correctie:
Je kent dat gezicht niet, al is het je toch vertrouwd.
Correctie:
Je kent dat gezicht niet, maar het is je toch vertrouwd.
Correctie:
Je kent dat gezicht niet, maar toch is het je vertrouwd.
Correctie:
Al ken je dat gezicht niet, toch is het je vertrouwd.
Correctie:
Al ken je dat gezicht niet, het is je toch vertrouwd.

Uiteindelijk luidt de zin (voorlopig) opnieuw:
Je kent dat gezicht niet en toch is het je vertrouwd.

Ik heb nog gepiekerd of er een komma moest tussen “niet” en “en”.
Voor zowel komma als niet-komma “viel iets te zeggen”.

Het formuleren van deze ene zin kostte mij precies drie kwartier. ‘De Zondvloed’ telt op heden (ruw geschat, want moeilijk om meer precies te tellen): 440 bladzijden. Op al die bladzijden staan zinnen. Al die zinnen zijn het resultaat van oeverloos getob…Waarvoor?

Jeroen Brouwers, 18 v 1987


De Troost die Literatuur heet

een allerminst volledige blik in mijn boekenkasten

Uiteindelijk helpt niets – Abrahams
Arbeid een eigenaardig medicijn – Achterhuis
De markt van welzijn en geluk – Achterhuis
De boze tijden waarin wij leven – Allen
De hand aan zichzelf slaan – Améry
Difficulties with Girls – Amis
The invention of Solitude – Auster
Dagboek van een vernederd man – de Azúa
Geschiedenis van een idioot door hemzelf verteld – de Azúa
Dagboek van een teleurgesteld man – Barbellion
kijk verder »»


boeklog v: toekomstplannen

Hoewel het bijhouden van mijn boeklog nog absoluut geen last is, heb ik me toch afgevraagd hoe lang ik het experiment moet volhouden. Een jaar? Tot ik vijfhonderd boeken heb gelezen? Duizend? Of misschien als ik een favoriet boek voor de derde keer zou moeten bespreken?

Maar misschien zijn deze overwegingen allemaal onzin, en breekt het moment om te stoppen van zelf aan als ik het log als last ga ervaren.

Voorlopig zijn er plannen genoeg.

Alhoewel. In zekere zin is het vervelend dat ik al zo veel las en ook nog enig onderwijs genoten heb. Veel canonieke teksten zijn mijn ogen al eens gepasseerd. Terwijl er uit oogpunt van klantenbinding wel iets voor te zeggen zou zijn om een paar grote boeken te lezen, en daar uitgebreid mijn mening over te geven.

Raar hoe een persoonlijk leesdagboek ineens toch al van betekenis kan veranderen nu het een heel aardig aantal bezoekers per dag blijkt te trekken. Even afgezien van de invasie der Belgen komen er per dag minstens zestig mensen langs, net veertien dagen na de publieke opening.

Maar goed, wat weet ik zeker te gaan lezen de komende tijd:

  • er komt een serietje over Geert Mak, zo verwacht ik, omdat me intrigeert dat hij de dingen doet die Nederlandse vakhistorici nalaten maar hadden moeten doen. Terwijl er dan toch ook iets in zijn aanpak lijkt te ontbreken dat nu nog onbenoembaar is;
  • ik zal vele favorieten herlezen, zoals de vroege kortverhalen van John Updike, de verhalen van Alice Munro, en het brievenboek van Jeroen Brouwers;
  • Ferdydurke
  • ik wil weer eens wat filosofie lezen, maar zal me daarbij zeker beperken tot schrijvers die me niet meteen met mijn hoofd tegen de muur laten bonken. Mumford, Rorty, Achterhuis, Illich, Lolle Nauta. Schopenhauer misschien. Of Nietzsche in het Fries. Ankersmit;
  • ik wil ook eens wat tijdschriften gaan recenseren, of Elsevier’s Belastinggids. De Allerhande. Het lokale huis-aan-huisblad. Ter afwisseling, als het nodig is om even iets leuks te doen

Verzoekjes mogen overigens worden ingediend, maar zekerheid dat ik zo’n boek dan ook lees is waarschijnlijk niet te geven.


Literatuur op het themakanaal geschiedenis

Te ontvangen op iedere breedbandverbinding bij u in de buurt, onder andere deze [boeken]week: gesprekken van Adriaan van Dis met Jan Montyn, Karel van het Reve en Hella Haasse. Cherry Duyns’ documentaire over Jeroen Brouwers en diens zelfmoordboek.


Meer lucht

Pas op het eind van dit interview [real] stipt schrijver Jeroen Brouwers aan weleens lucht tekort te komen. En dat hij daarom weleens denkt nog eens in een ochtendwandeling te blijven door een gebrek aan adem.

Tot dat moment had deze luisteraar al meermalen gevreesd dat mijnheer Brouwers het interview niet zou overleven. Zijn ademhaling is tijdens het gesprek zo duidelijk hoorbaar dat alle wisselingen daarin opvielen. De door mij zo bewonderde schrijver hijgde zo dat ik amper nog luisteren kon naar wat hij zei.

Gelukkig vroeg de interviewer vooral naar de bekende weg, al bleek die dan een marathon voor zijn gesprekspartner. Maar dan nog. Een zegen toch dat Jeroen Brouwers zonder haperen schrijft.

radioprogramma Knetterende Letteren, uitzending 13 augustus 2005


Meer lucht ii


foto uit Trouw vandaag

Viel ik er tijdens een radioprogramma over dat schrijver Jeroen Brouwers nogal nadrukkelijk naar lucht hapte, komt in een interview met Trouw terloops even langs dat hij een nieuwe luchtpijpprothese moet krijgen.

Is dit algemeen bekend ofzo? Nu schaam ik me over mijn eigen opmerkingsvermogen.

** update. Maar goed, ondertussen wel door blijven paffen

Brouwers is wel op dreef trouwens, in dat Trouw-interview:

We zitten er nu wel om te lachen, maar ik heb het altijd als een vloek ervaren, dat kunstenaarschap van mij. Geen spatje romantiek, meneer. Het is saai. Sáái! Ik zit hier en ik werk. Ik merk niet eens dat het zondag is. Je ziet het: ik woon diep in het bos. Er is hier geen enkele bekoring. Geen bordeel, geen kroeg, niks. Goed voor de kunst, maar je wordt er wel mensenschuw van.


Kroniek van een karakter
Jeroen Brouwers

[…] Het Nederlands lijkt dan ook vakantie te krijgen bij hem, en de taal mag dan even alles. Daardoor lukt hem veel meer dan in zijn serieuze werk, zo lijkt wel.

Ik ken geen boek dat zo veel invloed heeft gehad op mijn ideeën over wat een levend taalgebruik is. Bijna had ik hier geschreven: zo veel invloed op mijn eigen taalgebruik. Maar, dat zou wel erg hoogmoedig van mij zijn […]

boeklog 342


Verdwenen stad
Guus Luijters

[…] Brouwers fulmineerde indertijd nogal tegen al die inwisselbare jongetjes in de boeken van Luijters en diens vrienden. En, toeval of niet, ook De verdwenen stad gaat weer voornamelijk over het leven en streven van zo’n alledaags jongetje.

Als tijdsbeeld is het wel prettig hoor,[…]
 

boeklog 439


Wat is een boek?

Wat is een boek?

Die vraag kan op erg veel verschillende manieren beantwoord worden. Dat maakt het een te brede vraag voor dit weblog. De boekhandelaar die op het moment zijn overtollige voorraad slijt in de aanbieding, denkt anders over die boeken dan ik. Om maar éen voorbeeld te geven.

Wat is een boek voor mij?

De vraag blijft nog te algemeen. Ik houd van lezen, maar om uit te leggen waarom dat is, zijn duizenden woorden nodig. Maar ik acht het niet heel slim om te onderzoeken waarom ik nu precies van lezen houd. Sommige conclusies worden misschien maar beter niet gedacht.

Wat is voor mij reden een boek te kopen?

Nieuwsgierigheid? De lage prijs? Een heel belangrijke reden om boeken te kopen, is omdat de inhoud me beviel en ik het graag herlezen wil. Herlezen blijft voor mij het echte lezen. Maar dan nog gaat het alleen om het lezen. Meegenomen is het dat een boek mooi vormgegeven werd, en ook als object schoonheid heeft; het gaat me om de inhoud.

Wat is voor mij reden een boek niet te kopen, als ik dat wel zou willen hebben?

Als de prijs de waarde van de inhoud verre overstijgt? Hoe nieuwsgierig ik ook ben? Ik weet nu dat twee van mijn schrijvershelden gecorrespondeerd hebben. En dat die brieven van Jeroen Brouwers en Gerrit Komrij zijn verzameld in een boek. De stilte bestaat uit zoveel woorden heet dat, een eenmalige activiteit van uitgeverij De Luchtbuks. Maar enkele van Brouwers’ brieven zullen ook in Kroniek van een karakter staan. En van Komrij’s kant kwam de correspondentie nooit op gang.

Hopelijk kom er nog eens een handelsuitgave van dit boek. Of anders lees ik het wel in een bibliotheek ergens, misschien. Want het gaat me alleen om het lezen, niet om de heb.

beluister ook het tweede uur van Desmet Live van 16 januari, voor meer details over Brouwers’ en Komrij’s brieven


Waarom vrouwen betere lezers zijn
Herman Franke

[…] Ik voelde me aangesproken door die opmerking over dat dédain. Want, als ik me ergens negatief over uitlaat hier, dan wel over het niveau van de doorsnee Nederlandse roman. Zelfs bij geliefde schrijvers als Komrij of Brouwers stel ik moeite te hebben met hun verhalend proza.

Maar lees ik die romans dan niet omdat essaybundels en andere non-fictie me beter voorbereiden om in gezelschap mee te praten, zoals Franke wil? […]

boeklog 580


Brouwers

 

Bovendien heeft Brouwers ‘het egodocument verheven tot een volwaardig literair genre’ en noemt de jury Brouwers’ brievenboeken van een ‘ongeëvenaarde kwaliteit’.

persbericht Prijs der Nederlanse Letteren

Kijk, dat Jeroen Brouwers nu eens raakschiet, en de Prijs der Nederlandse Letteren krijgt, is vooral leuk voor hem.

Maar dat de jury hem prijst om zijn autobiografische proza, en in het bijzonder zijn brieven, raakt ook mij. Dat brievenboek hoort tot mijn favoriete boeken, ongeacht genre of taal. En als een jury die kwaliteit nu ook eens erkent, dan is dat op zijn minst een verstandige jury.

meer brouwers op boeklog


DBNL.org

Onder de maandelijke oogst aan nieuwe boeken in de Digitale bibliotheek der Nederlandse letteren [DBNL.org] ook twee voor mij opvallende titels.

Van Karel van het Reve’s bundel Het geloof der kameraden is gelukkig de versie uit 1989 geplaatst. Oorspronkelijk dateert de uitgave uit eind jaren zestig, en toen riep Van het Reve’s uitleg over de irrationele kanten van het Marxisme nogal wat wrevel op bij communisten en fellow travellers. Twintig jaar later was er genoeg bekend over de slechte Sovjet-Russische economie om hem meer medestanders te geven. Toch voorziet Van het Reve de val van de muur nog niet, later dat jaar.

Kladboek is de eerste bundel met autobiografische schetsen, scheldbrieven, pamfletten en boekbesprekingen die Jeroen Brouwers liet uitgeven. Daar zouden meer op volgen. Voor een deel is het erg jaren zeventig, deze bundel. Bij een auteur als Brouwers gaat het er alleen lang niet altijd om waarover hij schrijft, maar vooral om hoe hij dat doet.
 
 


Bekentenissen van een snelle lezer | 2

Tweeënhalf jaar geleden schreef ik, bij de start van mijn boeklog, wat ideeën op over wat lezen is.

Dezer dagen sta ik her en der in de krant als iemand die opschept wel duizend woorden per minuut te kunnen lezen. Nu lieg ik aan die snelheid niets, maar tegelijk is deze compleet irrelevant. Zo’n karakteristiek komt weleens ter sprake, als je uitlegt weliswaar elke dag wel een uurtje of wat te lezen, maar dit toch echt voor de lol te doen. Erbij.

Het is lang niet het eerste dat ik normaal vertel over mijn leesgedrag.

Bovendien gedenk ik Jeroen Brouwers’ woorden, omdat hij in Kroniek van een karakter heeft uitgelegd dat aan veellezers altijd dezelfde foute vraag gesteld wordt. Niet interessant is dat zij zo’n groot tal boeken onder ogen hebben gehad, veel boeiender is de vraag hoeveel zij onthouden van al dat lezen.

En ook al prijs ik mijzelf een redelijk geheugen te hebben, het valt tegen wat ik van mijn lezen onthoud. Vandaar ook boeklog, dat alleen al dient om op zijn minst de titels ergens vast te leggen.


Kijkend naar werk | 3

  1. Thuis zijn betekent voor mij niet preuts hoeven zijn, met deuren op slot, en alles in het verborgene. Maar dan lopen er ineens werklieden in en uit. Dan is dat anders. En naar.
  2. Na jaren vooral zwarte sokken te hebben ingepikt, geeft mijn wasmachine eens iets terug. In ruil heb ik meters inwitte vitrage gekregen. Meer vitrages dan er ramen zijn om die voor op te hangen. Ik sta voor raadsels.
  3. Nooit begreep ik waarom Jeroen Brouwers in zijn Kroniek van een karakter zo uitgebreid klaagde over de verbouwingen aan zijn boerderij. Nu weet ik beter. Dit is de vijfde werkdag.

De schemer daalt
Jeroen Brouwers

[…] Jeroen Brouwers mag Van het Reve dan verwijten dat die zo vaak thema’s recyclet, ook de onderwerpen in zijn eigen geschriften zijn voorspelbaar voor wie er meer dan éen heeft gelezen. Dat is enerzijds prettig — men weet wat in huis komt — maar anderzijds ook wat vermoeiend. […]
 

boeklog 867


In het midden van de reis door mijn leven
Jeroen Brouwers

[…] In het eerste stuk kijkt de meester zelf terug op een periode in zijn leven, rond zijn dertigste. Het was in die tijd dat hij het bestaan in de goot toch maar eens opgaf, om rechtopstaand naar de sterren te kunnen reiken. Daarbij vult Brouwers wat biografische details in, die zijn vaste lezers al grotendeels hadden kunnen oppikken uit eerdere boeken. […]

boeklog 866


Bloedende trein
Bob den Uyl

[…] Jeroen Brouwers meldt nog in De schemer daalt dat Den Uyl waarschijnlijk de eerste was die de naam euro gebruikte voor een betaalmiddel. Dit deed die in het verhaal ‘De grote klap’. Daarin komt de hoofdpersoon tot zijn verbazing bij in het jaar 2080, na bewusteloos te zijn geraakt in het jaar 1980. Helaas klopt de logica van dit verhaal niet voor mij, en die heeft dat ook nooit gedaan. […]

boeklog 878


Overwegingen | 19

  1. Een vraag waarop wel nooit een antwoord zal komen — maar waarom duiken in de statistieken van mijn weblogs soms in korte tijd heel veel van dezelfde, zeer typerende zoekopdrachten op?
  2. In heel 2007 zocht niemand op boeklog om ‘”joris moens” bor’, afgelopen weekend alleen al kwamen er twintig bezoekers op die manier binnen;
  3. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor ‘”jeroen brouwers” luchtpijpprothese’, hier op eamelje.net;
  4. Of ‘hand in eigen boezem bijbel’: vandaag hier al tien keer goed voor visite, met letterlijk die vijf woorden, in deze volgorde;
     
  5. Freak accident: bij het instellen van een spamfilter op éen van mijn domeinen, blijk ik éen van mijn belangrijkste e-mailadressen te hebben uitgeschakeld;
  6. Ofwel, dat adres heeft nooit werkelijk bestaan, al heb ik er jaren mail vandaan gestuurd, en kwam alle post er naartoe gezonden aan;
  7. Catch-all heette dat mirakel, maar de overlast door spam die daardoor ontstond, bleek uiteindelijk onverdraagbaar;
     
  8. Heeft het ook een naam, als je geen enkel teken van verkoudheid vertoont, maar toch een hoofd vol snot hebt?;

Het aardigste volk ter wereld
Willem Frederik Hermans

[…] Jeroen Brouwers bewees weer eens welk een nauwgezet onderzoeker hij zijn kan, door ook Hermans op de kleinste details te verbeteren. [Die buurman vloog niet bij Sabena, maar bij Belgian Air].

Verder vermoed ik dat Brouwers’ eigen problemen met de ademhaling hebben bijgedragen tot de opvallende aandacht voor Hermans’ homerische hoestbuien.

Maar dat was het wel. […]

boeklog 10 iii 2009


Zoals lezen het leven voedt, verrijkt leven het lezen

Karel van het Reve heeft in zijn boeken veel op te merken over critici en literatuurtheoreten. En met éen opmerking ben ik het wel bijzonder eens. Van het Reve vond het vreemd dat als gekeken werd wie er invloed hadden gehad op een schrijver daarbij alleen de heel groten worden genoemd. Kafka mag dan wel, of Joyce. En Proust natuurlijk. Maar dat een schrijver ooit beslissend beïnvloed kan zijn door de albums van Suske en Wiske is uitgesloten binnen zo’n wereldbeeld.

Elitarisme is vaak gewoon een vorm van bekrompenheid. Of gemakzucht.

En het is mede door dit gegeven dat ik meld geen goed antwoord te kunnen geven op een vraag van Achille van den Branden, naar mijn autobiografie in bepalende boeken. Omdat mijn leven invloed heeft op mijn lezen, en andersom. Zoals boeken me ooit anders naar de wereld konden laten kijken — eventjes — zo bepaalt de wereld vaak weer welke boeken ik kies om te lezen. En ook hoe ik die lees.

Maar wat was er dan eerst?

Kafka heeft in elk geval geen bepalende invloed gehad op mij. Joyce al evenmin. Of Proust. Maar de gisteren overleden schrijver J.G. Ballard is wellicht toch iemand die aanwijsbaar effect heeft gehad. Net als vele andere schrijvers van science fiction die ik in mijn tienerjaren las overigens — of ‘speculatieve fictie’ zoals Ballard’s genre tegenwoordig heet. Al die auteurs tezamen hebben iets teweeg gebracht. De pulpisten, sexmaniakken, en imitatoren even goed als de echt originele auteurs onder hen.

Ik ben toevallig Ballard blijven lezen na mijn puberteit. Tegelijk is er geen boek van hem dat ik tot mijn favorieten zou rekenen. Hij was vaak zo donker. Zelfs al hanteerde Ballard een prettig sardonisch soort humor bij alle beschreven ellende.

Maar het is door schrijvers als hem — maar ook weer niet hen alleen — dat ik voor het eerst ging twijfelen aan de status quo die mij voorgespiegeld werd in de media en de meeste romans. Wat weer tot keuzes heeft geleid in mijn studie en werkzame leven.

En het is door schrijvers als Ballard dat ik slecht tegen geliteratureluur kan. Tegen l’art pour l’art. Tegen zo iemand als Jeroen Brouwers bijvoorbeeld, die voor zichzelf een uitzonderingspositie claimt als literator, en vindt dat de samenleving hem zo veel meer verschuldigd is om de boeken die hij schrijft, dan hem nu toegedacht wordt.

Ik zal nooit de invloed ontkennen die Brouwers op mij heeft gehad met het levendige Nederlands in zijn brieven, of de scherpte waarmee hij polemiseert. En tegelijk willen diens romans zo graag kunstwerkjes zijn dat ze alleen al onder die pretentie bezwijken. Bovendien missen ze duidelijk iets. Ik vind die boeken heel matig, en Brouwers’ poging tot zelfverheffing pathetische borstklopperij.

Literatuur staat voor mij op drie pijlers: taal, verhaal, en een derde factor, die ik bij gebrek aan een beter woord nu maar even wijsheid noem. In vrijwel alle romans, van wie dan ook, mist er altijd wel wat aan éen van de drie. Maar aan wijsheid, of inzicht, mankeert het mij toch het vaakst.

Toch gaat het altijd het minst over deze factor in de discussies over literatuur. Hoogstens dat een literatuurperfesser eens oppert straatrumoer te missen — waarop auteurs dan prompt weer verontwaardigd doen. Die gymlerares in hun boek was toch een zwarte vrouw?

Nee, taal staat het hoogst. Verhaal doet er al minder toe; plot is al verdacht. En de rest hoort blijkbaar tot de non-fictie.

In dat opzicht heeft een Jeroen Brouwers me absoluut geleerd dat zelfs een drol nog een taartje kan lijken, als die maar in goede stijl beschreven wordt.

J.G. Ballard heeft me daarentegen geleerd dat er schrijvers bestaan die kijken en doorzien, en het angstwekkende dat ze daarbij aantreffen ook over weten te brengen.

Door Ballard valt me de zo selectieve blindheid van andere auteurs op. Ik acht dat een grotere verdienste dan wat Brouwers me heeft bijgebracht. Maar tegelijk moet ik toegeven dat J.G. Ballard en zijn collega’s me in dit aspect mede hebben gevormd.

En waarschijnlijk niet met éen boek. Kwam het leven er vervolgens ook nog eens over heen.

Toen Brouwers onder mijn ogen kwam, was ik al bedorven.


Overwegingen | 0424

Wanneer is iemand een groot schrijver, en wanneer niet? Merkwaardig genoeg is die onvraag ineens actueel;

En niet eens alleen door de dood van Martin Bril;

Mij werd vandaag al verweten een veel te zuinig boeklogje aan Bril gewijd te hebben, onder meer omdat daarin de zin voorkomt dat een belofte nooit is uitgekomen;
Maar moet ik ineens mijn mening over een auteur herzien, omdat hij veel te jong sterft? Terwijl online in detail te inspecteren is hoe ik bij leven over hem dacht?

Ook Raymond van den Boogaard vraagt zich vandaag af in NRC-Handelsblad of Bril niet gewoon een minor writer was, wiens verscheiden natuurlijk te betreuren is, maar waarvan de verdiensten nu wel erg overdreven worden;

Maar daarvoor al werd, eveneens in NRC-Handelblad, Connie Palmen afgebrand, in dit geval door een uitgever;
Terwijl diezelfde Palmen nog maar even terug de ‘hoge literatuur’ vertegenwoordigde, in een niksig televisiedebatje over wat nu waarlijk goede boeken zijn;

Ach ja, Connie Palmen;

En ook was er Jeroen Brouwers nog, die hoge kunst schept, en daar een vakman in is;
Maar wee hem die daar oneerbiedig over doet;

Het doet er allemaal zo weinig toe;
Men vindt het vreemd dat Willem Frederik Hermans al zo snel na diens dood vergeten lijkt, terwijl hij toch éen van dé grote drie schrijvers was in Nederlandsche litteratuur;
Terwijl Hermans’ werk zijn grootste impact had in de jaren vijftig en zestig, en alleen daarom al voor nieuwe lezers niet direct het meeste te zeggen heeft;


15 in 15

Een nieuwe meme: noem binnen een kwartier 15 boeken die je gelezen hebt, en je voor altijd zullen bijblijven:

  1. Saul Bellow, Herzog
  2. Jeroen Brouwers, Kroniek van een karakter
  3. Elias Canetti, Die Provinz des Menschen
  4. Norbert Elias, Über den Prozeß der Zivilisation
  5. Max Frisch, Montauk
  6. Eduardo Galeano, Het boek der omhelzingen
  7. Peter Handke, De last van de wereld
  8. Esther Jansma, Picknick op de wenteltrap
  9. Garrison Keillor, Lake Wobegon Days
  10. Gerrit Komrij, Humeuren en temperamenten
  11. Fernando Pessoa, Het boek der rusteloosheid | The Book of Disquiet
  12. Karel van het Reve, Uren met Henk Broekhuis
  13. Jean-Philippe Toussaint, De badkamer
  14. John Updike, Pigeon Feathers and Other Stories
  15. Rink van der Velde, Feroaring fan lucht

opmerkingen:

  • aan het bijhouden van een boeklog is blijkbaar de eis gekoppeld je favorieten eens in de zoveel tijd te herbezoeken;
  • te weinig vrouwen. Maar Alice Munro noch Renate Rubinstein bijvoorbeeld schreven boeken uit éen stuk; dat maakt het vrijwel onmogelijk een memorabele titel van hen te noemen;
  • romans vind ik blijkbaar de moeite van het herinneren nauwelijks waard;
  • een strikte keuze uit de wetenschappelijke boeken, of filosofie, had een andere lijst opgeleverd;

Aantekenen: volgend jaar opnieuw doen, en kijken of er dan iets is verschoven.


Ongefilterde aandacht | 0727

Drie uur van mijn ongefilterde aandacht. Zijn er programma’s op radio of televisie die ik drie uur alle attentie gun?
Ik kan me die niet zo maar heugen…

Zelfs bij wielerwedstrijden in de bergen, waarbij er naast de sportieve strijd ook nog dat uitzicht is, zijn geen drie uur aan kijken waard;

Misschien dat er eens een film wordt uitgezonden, of een documentaire van Frederick Wiseman, die me drie uur aan de televisie kan kluisteren;
Maar die zijn nu net niet voor TV gemaakt;

Het jaarlijkse VPRO-programma Zomergasten duurt drie uur, en heeft mij al jaren geleden als kijker verloren. Bij de rechtstreekse uitzending dan;
Zomergasten is een perfect programma om op een ander moment te bekijken met de snelspoeltoets paraat;

Pratende hoofdjes op televisie, het unieke verkoopargument van een zender als het Gesprek tegenwoordig, geloof ik wel. Die brengen zelden iets uitzonderlijks teweeg;

En door de vele video online kan ik elke dag mijn eigen uitzending samenstellen van fragmenten om nog eens terug te kijken;

Nee, dan het Marathoninterview. Van dezelfde VPRO. Ooit uitgezonden als radioprogramma, en thans bijna geheel te beluisteren als podcast;
Da’s drie uur Jeroen Brouwers. Of Karel van het Reve. Hans Achterhuis. Of noem ze maar op;
Toegegeven, ook daarbij heb ik vaak na een uur wel genoeg gehoord, tot een volgende keer. Maar het mooie van radio, en dus een podcast is, dat je er ondertussen ook nog iets anders bij kunt doen;


Kroniek van een karakter, deel 1
Jeroen Brouwers

[…] Die bloemlezing uit de Kroniek van een karakter levert een boek op dat me op een avond een paar heerlijke en intensieve uren lezen brengt. Alle emoties uit een klein decennium van een schrijversleven komen dan langs, in een levend Nederlands waar ik zeer van geniet. Zulk lezen is gelijk een achtbaanrit.

De oerboeken, met dezelfde titel, dwingen tot een veel langere en intensievere leesreis, met vele halteplaatsen onderweg. Waartoe er lang niet altijd lust is bij mij om verder te gaan. […]

boeklog 4 i 2012


Kroniek van een karakter, deel 2
Jeroen Brouwers

[…] Ooit was de roman ook voor mij de hoogste vorm van schrijven. Dat Jeroen Brouwers romans schreef waar ik behoorlijk wat moeite mee had, lag daarmee aan mij.

Vervolgens ben ik heel andere kwaliteiten gaan waarderen in auteurs. Zoals helderheid. Zoals verrassing. En misschien wel het belangrijkst van al: zoals het vermogen om het schijnbaar bekende toch in een nieuw licht te kunnen zetten.

Veel fictie-auteurs bleken zo bezien wel bijzonder weinig te melden te hebben, omdat hun voornaamste schrijfkracht zat in een oninteressant soort krullendraaierij. […]

boeklog 4 i 2012 bis


weverbergh ’30 – ’70
Julie Weverbergh

[…] Blijft er alleen staan wat Jeroen Brouwers ooit publiekelijk aan Julien Weverbergh verweten heeft. Fijn dat Weverbergh begin jaren zestig de grootste polemist van Vlaanderen was, en hij daar de hele literatuur de maat nam — met goede argumenten bovendien. Als uitgever bracht Weverbergh alleen dezelfde troep uit die hij ooit zo finaal kraakte. […]

boeklog 4 vi 2013


De zwarte zon
Jeroen Brouwers

[…] Dus waar ik onlangs Willem Frederik Hermans verweet dat hij vervelend werd als hij te veel Hermans in zijn stukken stopte, kan het omgekeerde dus ook. Dat essays niets nalaten, omdat er te weinig aan persoonlijkheid van de auteur, Jeroen Brouwers, in zit.

Al geldt voor De zwarte zon dus allereerst dat het wel doorleefde stuk over Daniël Robberechts de collectie uit balans trekt. […]

boeklog 23 xii 2013