De laatste hoofdstukken van Arctic Dreams gaan vooral over alle historische pogingen om de noordelijke streken in kaart te brengen. Waarbij dan ook blijkt dat eskimo’s opmerkelijk goede mentale plattegronden hebben van hun omgeving, en die ook op papier kunnen zetten. Hun kennis werd alleen vrijwel altijd genegeerd.
Het blijft raar om die tochten ontdekkingsreizen te noemen, omdat deze reizen door gebieden trokken waar al mensen woonden. Maar tal van landen hebben geprobeerd om een zeeweg te vinden om de Noord. Beginnend met Willem Barentz. Waarvan de verslagen nog altijd claustrofobisch lezen, vanwege de permanente angst bij de Nederlanders voor ijsberen.
Lopez concentreerde in het boek zich vooral op de pogingen om een zeeweg te vinden boven de Amerika’s langs. En stuit daarbij telkens op bekrompen nationalisme — want resultaten behaald door andere landen telden niet — kou, ellende, schipbreuken, en dood.
Het verhaal van Willem Barentz mag dan in onze Vaderlandsche geschiedenis voortleven, er zijn tientallen gelijkluidende geschiedenissen te schrijven van even mislukte scheepsreizen.
In een epiloog verontschuldigt Lopez zich dan ook het eigenlijk nauwelijks over eskimo’s gehad te hebben — behalve dan dat hij wat van hun geschiedenis heeft weergegeven. Maar de arctische streken zijn ook zo vreemd, en overweldigend, dat als vanzelf de mensen die daar wonen merkwaardig worden,en onbegrijpelijk.
En dat gesnotter over de nobele wilde vond ik dan weer jammer van dit boek.
Boeklogje volgt ergens volgende week.
[ lees al mijn gedachten over Arctic Dreams hier ]