Navigare 2
Te fietsen | week 45

Op den duur is er altijd een snelste weg om ergens te komen op de fiets. Vaak ook zal dit dan de kortste route zijn.
Grootste voordeel van de snelste weg is dat je grote delen daarvan op de automatische piloot kunt rijden. Aan het einde van een lange rit, of juist aan het begin daarvan, wil het weleens helpen om een behoorlijke afstand af te leggen zonder daar al te veel gedachten bij te hebben.
Nadeel is dat je op een bekende route ook te goed kunt weten wat er komt. De moeilijke of vervelende stukken. Dat veel te hobbelige klinkerstraatje hier. Het onoverzichtelijke kruispunt daar. Een brug die ’s zomers bij aankomst altijd open staat. Zo’n barrière kan namelijk ook een barrière worden in je hoofd.
Al vanaf dat ik mijn Batavus Sprint kocht, als veertienjarige, had ik bijvoorbeeld een hekel aan het fietspad langs de N381 tussen Donkerbroek en Oosterwolde. En beredeneren waarom lukt me niet goed. Er lopen wel meer fietspaden of ventwegen parallel aan een drukke autoweg. Even pal daar op.
Was het omdat dit fietspad de snelste weg was de provincie uit, en daarmee de verplichting kwam om die route te nemen?
Sinds dit jaar heeft die N381 evenwel een nieuw traject. Maar dat fietspad is gebleven waar het lag. En ineens viel me op dat het stuk tussen Donkerbroek en de eerste afslag naar Oosterwolde amper drie kilometer lang is. Een eindje van niets. Helemaal omdat het in gedachten, vanwege mijn weerzin, werkelijk kilometers langer was.
Van de weeromstuit heb ik dat fietspad waarschijnlijk nooit vaker gereden dan juist dit jaar.
Dus zit er vast een les in deze minigeschiedenis. Een optimistisch zelfhulpconclusie waar iedereen zijn voordeel mee doen kan.
Punt blijft alleen dat er een enorme inspanning van buitenaf nodig was — dat infrastructurele project van talloos veel miljoenen — om me de dwalingen in te laten zien mijner wegen. Hopen dat hetzelfde positieve effect zich vaker voor doet, is daarmee als het hopen op een wonder.
[x]#12738 fan woensdag 9 november 2016 @ 11:37:36