Rabbit at Rest | 181 t/m 346
John Updike

Met nog éen week aan lezen tegoed dringt zich de vraag op waarom ik Rabbit at Rest zo veel beter vindt dan de eerdere drie romans in de serie.

Is het om de zekerheid dat Rabbit Angstrom zo meteen dood gaat, en daarmee een natuurlijk einde aan de reeks komt? Maakt het naderende afscheid dat alles vanzelf een extra lading krijgt?

Of is het prozaïscher, en komt mijn plezier in het boek door mijn eigen gewenning? Rabbit at Rest verscheen in 1990. Toen was ik al een tijdje in Updike. Deze roman, net als die ervoor en erna, werden dan ook min of meer gelezen op het moment dat ze uitkwamen. Misschien is simpelweg de Updike en zijn manier van schrijven van rond die tijd me beter bekend dan die uit welke andere periode uit zijn loopbaan ook.

In het tweede deel van Rabbit at Rest zijn Harry Angstrom en zijn Janice terug in Brewer, Pennsylvania. Anders dan ik dacht zijn ze toch niet definitief naar Florida verhuisd — die emigratie vindt slechts in de winter plaats.

Rabbit Angstrom ontdekt eindelijk ook dat zoon Nelson aan de cocaïne zit. En dat hij, om de drugs te bekostigen, hun bedrijf aan het opsnuiven is.

En ander belangrijk lijntje is Rabbit’s gebrekkige gezondheid, en het gegeven dat hij spoedig een open-hartoperatie moet ondergaan. Zijn sporthart heeft zich tegen hem gekeerd, en daarmee worden zijn triomfen als basketballer op de highschool nog eens extra wrang.

Lees al mijn gedachten over Updike’s Rabbit Tetralogy hier.


[x]#10279 fan zaterdag 25 augustus 2012 @ 21:51:38