Help, ik moet met de media omgaan | 16
J. Kleinnijenhuis

* een langere versie van deze tekst is het boeklogje van 24 xi 2010

[…] Kleinnijenhuis bekeek het nieuws nadat het al gebracht door de kranten. En weliswaar gebruikte hij daarbij ook twee buitenlandse dagbladen en het NOS-journaal als controlemechanisme, hij is domweg niet nagegaan uit welk nieuwsaanbod al die journalisten konden kiezen die dagen.

Er komt altijd veel minder in de krant dan er aan nieuws beschikbaar is. En de waarde van een bericht is altijd relatief ten opzichte van de rest van het nieuwsaanbod. Wat in stille tijden opening krant kan worden, gaat als er iets anders speelt veel minder opvallend mee.

En zelfs als hij wel de streams van alle persbureaus in binnen- en buitenland had meegewogen, dan nog is een metavraag of wat journalisten het nieuws noemen wel het grootste nieuws is van een dag.

Wat maakt het onderwerp van een nieuwsbericht tot een zelfstandig nieuwsfeit, en wat tot onderdeel van een grotere ontwikkeling?

Nederlandse media hebben bijvoorbeeld een grote voorkeur voor ‘agendanieuws’. Gezien de niet oneindige menskracht van redacties loont het voor journalisten vaak alleen op evenementen af te gaan waarvan zeker is dat die kopij of beelden opleveren. De Kamer vergadert, een wedstrijd wordt gespeeld, een film gaat in première, een protestgroep marcheert. Daar is allemaal iets over te melden; en dit kan ook heel goed op routine.

Het nieuwsaanbod wordt kortom vaak gekleurd door puur praktische overwegingen, afgezien van andere in de routine van alledag gevormde gewoonten, waar Kleinnijenhuis onvoldoende op ingaat.

Hij keek slechts welke kleuring er was nadat al besloten was om het nieuws te brengen. En dat levert dan opvallend weinig opmerkelijke conclusies op.

J. Kleinnijenhuis, Op zoek naar nieuws
Onderzoek naar journalistieke informatieverwerking en politiek

355 pagina’s
VU Uitgeverij, 1990

[x]#7993 fan woensdag 24 november 2010 @ 10:53:39