Dode dichters, en hun schatten ii
Nu ik een driehonderd Dode Dichters Almanakken heb zien langskomen op mijn PC, durf ik daar wel een paar conclusies aan te verbinden.
Zo waren er maar weinig Nederlandstalige dichters die me door hun optreden overtuigden nog eens hun werk door te nemen. Integendeel. Veel van de poëten spraken met een onverwacht bekakte stem, of hadden zo’n überverzorgde dictie, dat ik van de weeromstuit hun gedichten ging wantrouwen.
Raar is dat.
Maar ook viel op dat het regiolect van sommige andere dichters zo veel sterker was als tegenwoordig nog te horen is. En dat was juist wel weer leuk.
click image to play. 1.00 minutes
Neem nu het fascinerende Groningse accent van Hendrik de Vries, als hij zijn gedicht Credo voorleest. Die alle klinkers wel duidelijk uit kan spreken, maar dat lang niet altijd doet. Met nogal opmerkelijke t’s en r’en praat, en er een Onnederlands tempo en ritme op nahoudt…
Juist zo’n gedicht als dit, lijkt ineens een sleutel tot zijn werk te bieden die ik tot nu steeds ontbeerde.
[x]#1834 fan dinsdag 30 mei 2006 @ 00:30:24
Gelkinghe op 30 mei 2006 @ 20:23:15
Ik had hem nog nooit op film gezien. Mooi. Waar hoor je nog zo’n r.
De visionaire dichter was – vermoed ik – in het dagelijks leven een enigszins timide man.