Reis naar het einde van de nacht
Louis-Ferdinand Céline

Langzaam-leesproject voor de donkerste maanden van het jaar wordt Voyage au bout de la nuit. Dat is de klassieke roman uit 1932 waarin de Franse arts Louis Ferdinand Destouches, onder het pseudoniem Céline, zijn ervaringen met oorlog en het kolonialisme verwerkte.

Vanzelfsprekend lees ik dit boek in vertaling. Er nog van afgezien dat het grondig lezen van een roman in het Frans me maanden zou kosten, in plaats van weken, doorspekte Céline zijn taal met nogal wat argot. Volkstaal die niet of nauwelijks in de woordenboeken is terug te vinden.

Wel wil ik de versie lezen die geïllustreerd werd door Tardi. Die neemt extra tijd. Omdat het bij mij zo vaak van tweeën éen is. Of ik kijk naar de plaatjes, óf ik lees de tekst. Beide tegelijk doen gaat niet.

Bekijk al mijn gedachten over Voyage au bout de la nuit hier


Reis naar het einde van de nacht | 9 t/m 90
Louis-Ferdinand Céline

Of ik dit boek eerder al las tijdens mijn Middelbare-schooltijd weet ik niet. Iets later kan ook. In elk geval wijkt wat Céline schreef in Voyage au bout de la nuit nog niet vreselijk af van de gewelddadige SF waar ik indertijd verzot op was.

Céline blijft aan de buitenkant. Beschrijven wat er aan gruwelijks gebeurt, volstaat wel.

Bovendien gaat het vlot. Op een kwart van het boek is de hele Eerste Wereldoorlog al even doorgenomen. Van het moment dat de hoofdpersoon als vrijwilliger het leger ingaat, tot zijn ontslag vanwege diens geestelijke instabiliteit. Met alle ellende tijdens de gevechten in België plus een verblijf in meerdere gestichten daarbij.

De illustraties van Tardi voegen nog niet heel veel toe aan het boek naar mijn smaak. Slechts als deze speelt met licht en donker werkt de toevoeging, omdat hij daarmee de toon van de tekst lijkt aan te voelen — bijvoorbeeld als hij de soldaten op hun paarden tekent in de schemer.

Door de illustraties is de tekst dan weer over meerdere kolommen verdeeld op de pagina. Dat leest naar.

Bekijk al mijn gedachten over Voyage au bout de la nuit hier


Reis naar het einde van de nacht | 91 t/m 180
Louis-Ferdinand Céline

Er is iets merkwaardigs met de vertaling van dit boek. Elke keer als ik de roman oppak, en opnieuw begin, hapert het lezen. Dan lijkt het Nederlands dat er staat te knullig. En vervolgens neemt de inhoud het over, en valt me niet meer op dat ik een vertaling lees.

Het gaat ook hard in Reis naar het einde van de nacht. De hoofdpersoon maakt in negentig pagina’s boek meer door dan de meeste van ons in heel ons leven.

Deze week bracht een vreselijke reis naar de koloniën in Afrika, en afschuwelijk verblijf aldaar, en hup ook maar meteen een reis door naar de VS. Alwaar de hoofdpersoon dan ineens liefde vindt bij een licht meisje.

In een uitzending van Brands met boeken vorig jaar [mp3] kwam de vertaler van Céline nog uitgebreid aan het woord. E.Y. ‘Many’ Kummer. Een zoon van een Nederlandse vader en een Franse moeder. Een man die onder meer dienst nam in het Franse koloniale leger.

Zijn vertaling dateert uit de jaren zestig, en wordt nog altijd zo uitgegeven. Terwijl van boeken met zo’n blijvende populariteit nog weleens een nieuwe vertaling verschijnt — omdat omzettingen zo veel sneller verouderen dan de oertekst.

Kummer kreeg indertijd geen royalties voor zijn werk van de oude Geert van Oorschot. Die had de onwetende vertaler overbluft bij de onderhandelingen. Terwijl Reis naar het einde van de nacht al snel de meest verkochte klassieke roman werd van die uitgeverij, en dat nog altijd is.

Dit bedrog had zo uit een boek van Céline kunnen komen.

Zoon Wouter van Oorschot zette de fraude ietwat recht door Kummer nu de helft van de royalties te betalen.

Bekijk al mijn gedachten over Voyage au bout de la nuit hier


Reis naar het einde van de nacht | 181 t/m 281
Louis-Ferdinand Céline

Halverwege de roman maakte Céline een opvallende tournure. Het boek sprong eerder ook al opvallend door de tijd, zonder dat de schrijver zich daarbij om uitleg bekommerde. Maar halfweg staat wel het meest vage zinnetje van al.

De hoofdpersoon, Ferdinand Bardamu, nam even vijf, zes jaar afstand van het boek, om in de tussentijd medicijnen te studeren, en arts te worden. De zin die ik hier ter uitleg gebruik is al langer dan het boek over deze ontwikkeling biedt. Daarna wordt het verhaal weer opgepakt in Parijs. Daar wordt de hoofdpersoon huisarts in een buitenwijk, zonder daarbij iets te verdienen. De mensen zijn arm, en er zijn nog zo veel meer artsen als hij.

Anders dan hier hadden de huisartsen daar vrije vestiging.

Voor het boek betekent dit dat niet de hoofdpersoon nog langer het centrum is van alle verwikkelingen. In plaats van hem overkomt zijn patiënten nu allereerst van alles. Dat maakt het boek een stuk indirecter.

Ook klassieke romans blijken dus soms debuutromans te zijn geweest, waarin de schrijver nog worstelde met het evenwicht in alles wat hij zeggen wilde.

Reis naar het einde van de nacht moet ook weer eens in zijn tijd gezien worden, om te kunnen beoordelen. De roman was ooit baanbrekend om de vrijheid die de schrijver nam om zaken te beschrijven waar zijn voorgangers en collega’s nog discreet over zwegen.

Bekijk al mijn gedachten over Voyage au bout de la nuit hier


Reis naar het einde van de nacht | 282 t/m 381
Louis-Ferdinand Céline

De draai halverwege de roman, die ik vorige week al beschreef, maakt dat de tekst uiteindelijk wat vervelend werd. Er komen nauwelijks hoogte- of dieptepunten meer voor in het boek, want de climaxjes die Céline in de tweede helft in zijn verhaal aanbracht, stellen niets voor vergeleken met wat er eerder gebeurde.

Van deelnemer veranderde de hoofdpersoon halverwege het boek in een commentator. En dat blijft altijd een degradatie.

Dus werd weer eens bewezen dat een roman geslaagd kan lijken in de herinnering, door enkel een goed gelukt deel — als dat maar even een intense leeservaring heeft opgeleverd.

Van de weeromstuit ging ik deze week telkens de tekeningen beter bekijken bij de tekst. Om Tardi daarbij nog altijd heel erg goed te vinden als hij met licht en donker speelt, en zo veel minder als hij enkel wat hoofdjes afbeeldt van de personages.

Tijdens de tweede helft van het boek ging ook meewegen dat het tijdsbeeld in de tekeningen meehelpt aan de sfeer van het verhaal.

In Frankrijk, waar BD als kunstvorm wordt gezien, waren enkele twee-pagina-grote illustraties van Tardi uit dit boek een tijd als poster in de handel.

Boeklogje over de roman volgt hopelijk volgende week.

Bekijk al mijn gedachten over Voyage au bout de la nuit hier


Reis naar het einde van de nacht | uiteindelijk
Louis-Ferdinand Céline

[…] Tegelijk geldt wel dat de grootste bijzonderheden van de roman me domweg ontgaan zullen zijn. Ook bij deze herlezing. Céline’s talloze navolgers hebben het zicht op het origineel vertroebeld; dat alleen al.

In 1932 was Céline’s debuut in meerdere opzichten nieuw en baanbrekend. Zo kan er in het Frans een immens verschil zijn tussen de spreektaal en de schrijftaal. Uitdrukkingen genoeg in de dagelijkse conversatie die op schrift nooit gebruikt worden. Maar deze auteur waagde het nu toch eens om die vaak als zo plat en rauw ervaren spreektaal in een boek vast te leggen.

Dat moet de vertaler vervolgens immense problemen hebben opgeleverd.

Mij viel dan weer alleen op dat de toon van het Nederlands soms wat kunstmatig stoer was, als ik opnieuw met lezen begon. Dan duurde het altijd even voor de tekst genoeg boeide om die taal niet meer zo te laten opvallen.

Ook nieuw was Céline’s achteloze behandeling van zaken die tot dan toe taboe waren in de literatuur — sex in het algemeen, masturbatie in het bijzonder — en dat er zo veel lelijks in zijn boek aan de orde kwam. […]

boeklog 12 xii 2012