Gesprek met Gerrit Krol op 10 juni 1999
” Ik zou ook niet goed weten wat ik daarmee bedoel, maar ik vind dat het er goed staat “
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.
” Ik zou ook niet goed weten wat ik daarmee bedoel, maar ik vind dat het er goed staat “
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.
een allerminst volledige blik in mijn boekenkasten
Uiteindelijk helpt niets – Abrahams
Arbeid een eigenaardig medicijn – Achterhuis
De markt van welzijn en geluk – Achterhuis
De boze tijden waarin wij leven – Allen
De hand aan zichzelf slaan – Améry
Difficulties with Girls – Amis
The invention of Solitude – Auster
Dagboek van een vernederd man – de Azúa
Geschiedenis van een idioot door hemzelf verteld – de Azúa
Dagboek van een teleurgesteld man – Barbellion
kijk verder »»
Om een schrijver te zijn heb je vier dingen nodig:
- je moet iets te vertellen hebben;
- je moet een eigen stijl hebben ( dat is wat men talent noemt );
- je moet, om de stroom op gang te brengen, onzin durven schrijven;
- je moet een of andere neurose hebben, een geestelijke afwijking.
Alle vier voorwaarden hebben met elkaar te maken. Ze voeden elkaar en houden elkaar in stand. Als een van de vier ontbreekt, blijft er van de andere drie niet veel over.
Gerrit Krol, De mechanica van het Liegen, 101.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren heeft een rijke verzameling aan boeken online gezet deze maand. Zoals Montijn. De biografie die leest als een spannend jongensboek.
Blij ben ik dan vooral met de publicatie van Gerrit Krol’s boek De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels. Dat is ooit uit mijn kast verdwenen, en dit boek vervangen, bleek niet zo simpel.
Alle literatuur die geschreven wordt naar voorbeeld van andere literatuur is vervelend, per definitie, want literatuur is toch al niet het meest opwindende bedrijf in de wereld en dan moet je het nog gaan zitten naäpen ook. [16]
Minimum aan middelen, maximum aan effect. Misschien moet je ’t noemen: de kunst van het samenvatten. Daar zou je wat aan hebben, want dat is iets wat je in geen van de andere kunsten aanwijsbaar kunt doen, film niet, schilderkunst niet, muziek niet… in de literatuur wel. Zelfs zo goed dat je de literatuur ermee zou kunnen definiëren.
Literatuur is de kunst van het samenvatten. ’n Aantal gebeurtenissen wordt met een enkele zin beschreven.
[…] Nu herinner ik me die uitzending, van De Plantage, waarin Krol inderdaad als een niet al te vlotte spreker figureerde. Alleen herinnerde ik me geen details. Maar Krol heeft groot gelijk met zijn impliciete klacht, dat het onzin is om alle gasten van zo’n programma tegelijk aan tafel te zetten. Degene die niet als eerste geïnterviewd wordt, is daarmee tot een tergende verveling gedwongen. […]
[…]
Het gasveld Groningen strekt zich uit van Hoogezand tot Winschoten, tot Delfzijl en in het noorden tot de zeedijk. Het heeft een platte, ovale vorm, met een diameter van dertig tot vijftig kilometer. Het gas is gevangen in een poreuze zandsteenlaag, die gemiddeld honderd meter dik is. Dit zogenaamde reservoir ligt drie kilometer diep en zou, naar boven gebracht, op een pannenkoek lijken.
[…]
[…]
Waarom worden gedichten gelezen door voornamelijk jonge mensen? Bij oudere mensen wie dezelfde regels ter beschikking staan, roepen zij lang zoveel niet op omdat ze niet nieuw meer zijn. Die regels niet en die mensen niet. Maar als je pas bent begonnen over je omgeving na te denken, is bijna elk woord dat kracht heeft, goed. Bijna elk woord dat je dan onder ogen krijgt, geeft je een koers aan, richting, wil.
[…]
[bedoeld voor publicatie op boeklog, op 31 december]
Ook in 2010 werd boeklog door snoodaards gehackt. Gelukkig weet ik inmiddels wat te doen. Complete reparatie is binnen een paar minuten gefixt. Hopelijk heeft niemand er daarom iets van gemerkt. Zeker is dat Google de website nog altijd hoog waardeert; waar in 2009 wel degelijk diskwalificatie volgde na een hack. [En nee, de onveiligheid ligt bij mijn host, die dit halsstarrig ontkent].
Dit jaar bracht een 365-boeken project — maar alleen omdat ik vond zoiets eens gedaan te moeten hebben, voor ik met boeklog ophoud.
Verder werd op verschillende manieren onderzocht of er een meerwaarde zit in het lezen in series. Maar daarbij viel me op dat dit alleen kan als de boeken van éen schrijver zijn, en dan nog lang niet altijd.
Het lezen van The Smoking Diaries van Simon Gray was een gebeurtenis.
Het lezen van een reeks schrijversbiografieën benadrukte vooral dat ik het genre niet kritiekloos omarm.
En het experiment om de hele maand september te wijden aan deeltjes privé-domein werd na tien dagen gestaakt, omdat het me verveelde.
In 2010 schreef ik onder meer enige Friestalige stukken voor de papieren en digitale versie van het literaire blad Ensafh. Daarvan werden Nederlandse versies op boeklog, met toestemming, geherpubliceerd.
Verder werd gepoogd de ontsluiting van het al gepubliceerde materiaal te verbeteren, door op boeklog nu ook met dossiers te werken.
Tenslotte werden deze boeken dit jaar aanbevelenswaardig geacht:
[muis over het kaft voor een groter beeld]
De stelling dat een kunstenaar een beeld maakt ter expressie van zijn eigen gevoelens, is onvoldoende. Zij verklaart niet waarom hij pas gelukkig is als hij dit beeld ten toon kan stellen aan het publiek. Zij verklaart ook niet waarom het per se nodig dat de kunstenaar uiting geeft aan de gevoelens van een ander.
Gerrit Krol, In dienst van de ‘Koninklijke’, 248
Het probleem met literatuur, als je erin wilt doceren, is dat je je beweegt op het niveau van de illustere schrijvers zelf en dat, als je daartoe niet in staat bent, of de leerling is daartoe niet in staat — er zo weinig overblijft. Daarom wordt er zo vaak gezegd dat je er niets aan hebt, aan literatuur, in de maatschappij en dat is dan nog waar ook.
Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels
Af en toe oriënteer ik me wel eens op iets nieuws, voor als deze computer het begeeft. Maar ik heb gemerkt dat het heel moeilijk is om een computer te kopen zonder Windows, met alleen maar een tekstverwerker. De poppenkast eromheen vertraagt het ding alleen maar. Als ik iets nieuws koop, zal ik ook wel e-mail gaan gebruiken. Maar ik heb ermee gewerkt bij Shell, en ik vond het geen genoegen. Ik gebruikte e-mail zelf niet, maar ik kreeg wel veel post. ‘Hoi Gerrit’, schreef iemand dan. “Dit lijkt mij een leuk artikel voor jou.” Volgde een verhaal van twintig bladzijden. Ik las dat niet, maar ik gooide het ook niet weg. E-mail levert veel ongevraagde post op. Dus ook daarin ben ik sober als een monnik.”
Gerrit Krol [1934 — 2013] in:
‘Voormalig Shell- en NAM-automatiseerder Gerrit Krol krijgt P.C. Hooftprijs voor literaire werk’
Niets is zo logisch als een fiets. Dat verklaart zijn betrouwbaarheid. De logica is het middel om uit te maken dat de gevolgde weg de enig mogelijke is. De fietser heeft over de gevolgde weg precies hetzelfde idee als zijn fiets. In dat opzicht zijn ze één, hij blijft gewoon op het zadel zitten. Je ziet het wel ’s als het pas heeft gesneeuwd – het dubbele bandenspoor: één spoor van de fietser en één van de fiets. Twee sporen die om elkaar heen slingeren, is er een sterker teken van eenheid? Het ene spoor slingert iets meer dan het andere. Het sterk slingerende spoor is dat van de fietser, het zwakker slingerende is dat van de fiets.
Gerrit Krol [1934 — 2013] in: ‘Bruno 2000’
[…] Of ik de colleges indertijd probleemloos had kunnen volgen, is ook een ander chapiter.
Schrijvers waren indertijd nog autoriteiten — vergelijkbaar met de professoren. Inmiddels ben ik allang van de reflex verlost om zulke autoriteiten zonder meer macht te geven over mij. Ondertussen zie ik Gerrit Krol ook als een veel humoristischer en anarchistischer auteur dan me toen ooit is opgevallen. Het is heel wel mogelijk dat ik indertijd al evenmin raad had geweten met die anarchie — […]
[…] Aardigst aan De man achter het raam was evenwel de vreemde reactie op de roman van Maarten ’t Hart. Die was met het boek naar de wiskundigen van zijn universiteit gelopen, en had van hen te horen gekregen dat wat Krol beschreven had ‘een volstrekte misser’ was.
Voor ’t Hart was dit reden om de roman de toegang tot de literatuur te ontzeggen, omdat het verhaal niet echt mogelijk kon zijn.
Voor Gerrit Krol was die reactie reden om eens af te wegen wat al dat lezen van Maarten ’t Hart nu waard was. Zo veel wist ’t Hart over literatuur, om er dan blijkbaar toch helemaal niets van te begrijpen. […]
[…] Maar codes als ADD en SUB zijn aanzienlijk minder makkelijk te verwisselen dan 16 en 17 — of 10 en 11 in de hexadecimale notatie de Krol’s machine zal hebben benut. En dit omwisselen gebeurde vroeger nogal eens. [Ooit is er bijna een Amerikaanse maanlander neergestort om zo’n basale omdraaiing. De tijd ontbreekt me nu om na te zoeken of optellen en aftrekken daarbij ook echt in de computercode waren omgedraaid, en niet gewoon plus en min]. […]