Huizenprijzen
week 15

Over huizen en huizenbouw denk ik al heel lang na. Simpelweg om de moeite die het niet alleen mij, maar vrijwel iedereen kost om telkens een aardig plekje te vinden om te wonen.
Die moeilijkheid riep al vroeg vragen op. Ook al omdat woningbouw en het volkshuisvestingbeleid tot de weinige zaken zijn waar onze overheden zelf over beslissen; zonder daar in Europees verband richtlijnen over te krijgen opgelegd.
Als het hier een zootje wordt, is dat enkel onze bestuurderen te verwijten.
Tegelijk is enig volkshuisvestingbeleid zeker nodig. Mensen trekken automatisch naar de plaatsen waar werk is. Dus moet een overheid meehelpen om te zorgen dat er in het hele land arbeidsplaatsen zijn; zodat niet iedereen zich op die ene plek verdringt.
Maar dit lukt niet al te goed.
Kijk ik naar mijn eigen woonprovincie, Friesland, dan is daar een probleem dat iedereen met enig verstand al jong verbannen wordt, om elders te gaan studeren. En terugkeren lukt de meeste van hen niet, omdat in de geboorteprovincie banen voor hoger opgeleiden schaars zijn.
Mede daarom blijven degenen met wel een baan op dat niveau daar lang aan hun werkplek kleven. Wat dan weer grote gevolgen heeft voor de doorstroming, en daarmee het vermogen tot vernieuwen van organisaties, en dus zelfs de kwaliteit van het werk dat er wordt gedaan.
Wat mij daarom verbaast, is dat een overheid er een volkshuisvestingsbeleid op na houdt dat onverkort voor heel het land geldt.
Zo leek het me al heel lang onzin dat in Friesland, of Groningen, de huizen percentueel zeker zo veel duurder moesten worden, als ze de afgelopen twintig jaar werden in de Randstad.
Tenzij er sprake was van speculatie. Tenzij ook alle gemeenten in de perifere provincies gretig meegokten in het piramidespel. En aan het uitgeven van bouwgrond een prachtige bron van inkomsten dachten te hebben.
De conclusies die het rapport biedt van het Kamerlid Verhoeven [D66] en zijn Commissie huizenprijzen zijn daarom veel te beperkt. Iedereen was namelijk geldbewust. Iedereen deed mee aan het spel. Er leken geen immers slachtoffers te zijn. Behalve dan de paar stakkers nu die tot 2007 voor veel te veel geld een veel te duur huis kochten, met een veel te hoge hypotheek, verstrekt door banken die dat geld niet eens hadden.
Zeggen dat er een huizenbubbel was, is makkelijk praten achteraf. Tijdens een economische crisis. Als de luchtbel eindelijk aan het leeglopen is. Tot voor kort heb ik politici namelijk altijd halsstarrig horen ontkennen dat de huizen in Nederland te duur zouden zijn. Terwijl OESO-economen al heel lang op de kunstmatig hoge huizenprijzen hier wijzen. Zeker al vanaf medio jaren negentig — en misschien wel eerder, alleen las ik hun rapporten toen nog niet.
Zelfs in 2008 klaagde ik hier nog dat het onderwerp niet eens leek te bestaan. Jaren en jaren daarvoor had ik daarover al in het Engels gediscussieerd, elders online.
Het enige nieuwsfeit dat me deze week trof is dat dus al veertig jaar gepleit wordt voor het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Zo lang is dit onbetaalbaar dure belastingvoordeel dus al onaantastbaar gebleken.
In het vorige kabinet zat dan ook een minister met een hypotheek van ruim twee miljoen, en navenante aftrek. Cijfers over de huidige bewindslieden met een villasubsidie heb ik nog niet gezien.
[x]#10956 fan zaterdag 13 april 2013 @ 10:47:02