Far from the Madding Crowd | ch. 1 t/m 19
Thomas Hardy

De negentiende eeuw is de eeuw van de wijdlopigheid. Misschien dat daarom weinig auteurs uit die tijd nog heel fris lijken voor een hedendaagse lezer. Hun omhaal van woorden voegt voor ons weinig toe aan de verhalen.
Komt daar nog bij dat romans vaak eerst ergens als feuilleton verschenen. En de auteur daardoor dan heel vermoeiend telkens cliffhangers inbrengt, of soms nog eens samenvat wat er zoal aan het lopende verhaal voorafging.
Heel makkelijk lazen de eerste hoofdstukken ook niet, van Far from the Madding Crowd. En de enige gebeurtenis die me werkelijk terzake leek te doen, werd wel opvallend terloops afgedaan.
Held van de roman is Gabriel Oak. En zeker lijkt meteen al dat hij iets gaat krijgen met de schone Bathsheba Everdene. Daarvoor beschrijft de auteur iets te nadrukkelijk hoe fraai zij is. Alleen heeft deze liefde nog vele moeilijkheden te overwinnen – en daarover zal het boek waarschijnlijk gaan.
In het begin van het boek is er een enorm standsverschil tussen de personages. Gabriel Oak is jonge boer, en Bathsheba heeft helemaal niets. Maar plots draait het fortuin van beiden geheel om.
Oak’s schaapskudde wordt van een klif gejaagd door een onervaren herdershond, en hij blijkt dan niet verzekerd te zijn. Dat ruïneert hem.
Zij erft.
Waarop hij dan weer een tijd later bij haar in dienst treedt, als schaapsherder.
Lees hier al mijn gedachten over Far from the Madding Crowd
[x]#10073 fan donderdag 10 mei 2012 @ 10:46:36