Lotgevallen van de brave soldaat Švejk | 345 – 432
Jaroslav Hašek

Hašek ontwikkelde zich behoorlijk als schrijver tijdens het maken van De lotgevallen van de brave soldaat Švejk in de wereldoorlog. Beter dan het derde boekdeel is er waarschijnlijk niet. Maar ook deel 2 wat ik nu aan het lezen ben, pakte halverwege al aardig beter uit dan de eerste pagina’s.
Tegelijk gebeurt er nog altijd niets.
Švejk is eindelijk terug bij zijn regiment, en moet daar eerst een tijd het cachot in; vanwege zijn afwezigheid. In de petoet maakt hij vriendjes met ander schoon volk. En tezamen weten ze hun bewakers behoorlijk effectief te treiteren. Met niets.
Taal is het telkens waar al deze gebeurtenissen om draaien. De zinnen, woorden, en anekdotes die de personages met elkaar uitwisselen. En als die woorden goed vallen, kunnen ze onbedaarlijk grappig worden. Zo niet, dan blijft er weinig over.
Dan moeten hij en zijn kameraad op transport naar Hongarije met de rest van het regiment — als enige gevangenen — en worden ze helemaal behulpzaam.
Volgt er nog een vrouwengeschiedenis, als Švejk weer als oppasser wekt voor zijn luitenant, en hij weinig handig is in het overbrengen van een boodschap. Slapstick biedt het boek dus ook.
[volg mijn ideeën over De lotgevallen van de brave soldaat Švejk hier]
[x]#9769 fan zaterdag 4 februari 2012 @ 10:18:25