Meteen al afkickverschijnselen
boeklog in 2012

Schrijven is voor mij meer dan enkel het leuk op een rij zetten van een reeks woorden. Pas door te schrijven, krijgt wat ik dacht helemaal vorm. Want opvallend vaak nog komt er iets anders te staan op mijn computerscherm dan ik in mijn hoofd had van tevoren.

Dus merk ik nu dat zeven jaar boeklog veel veranderd heeft aan mijn manier van lezen. Door de zelfopgelegde plicht om iets te vinden van een tekst, en de inhoud niet enkel te ondergaan, bleef een boek nadat het uit was altijd in mijn gedachten.

Het valt me zwaar om die gewoonte onmiddellijk op te geven, bij het sabbatical. Een boek zo maar kunnen wegleggen, voelt nu nog te veel als het ook maar meteen vergeten.

Bovendien dwong boeklog me om boeken helemaal door te nemen als ik het trucje van de schrijver wel doorhad op een gegeven moment. Alleen al om te voorkomen dat ik feitelijke onjuistheden zou debiteren in het uiteindelijke boeklogje over zo’n tekst.

In de eerste weken van 2012 begon ik onder meer in De weldoener van P.F. Thomése, en lukte het me niet om deze roman uit te lezen. Ik had weliswaar van alles op deze uitgave aan te merken — zo is het boek doordrenkt van een mij wezensvreemde religieuze saus — maar omdat er toch geen boeklogje van komen zou, vervlochten die constaterinkjes en ergenisjes zich nooit tot een heldere opinie. Op de mening na dan dat verder gaan geen zin had.

Een ander boek dat al passeerde was de populair-filosofische essaybundel En toen wisten we alles van Coen Simon. In recensies elders werd de auteur onder meer vergeleken met Rudy Kousbroek; dus dat beloofde. Maar een principieel verschil tussen beide is alleen al dat Kousbroek zo vaak dingen opmerkte die verder niemand zag. Terwijl Simon nu juist gemeenschappelijke ervaringen een kader probeert te geven; en daarvoor dan leentjebuur speelt in de grote bibliotheek van de filosofie.

Dus had een boeklogje over En toen wisten we alles waarschijnlijk een hardop uitgesproken gedachtegang opgeleverd over de vraag of dat nog kan, tegenwoordig, om waarheden op te merken die verder nog niemand gezien heeft.

Nu passeert al dit zonder dat er een poging tot beantwoording wordt gedaan. Terwijl de vraag me zinnig lijkt. Er is absoluut nog bijziendheid genoeg.

En zo maakt de schrijfpauze op boeklog me bewust hoe nuttig het is om teksten te blijven schrijven. Mijn gedachteleven verkalkt anders te erg.

Maar voorlopig voelt het nog vooral schandalig dat ik boeken meteen na het lezen al vergeten mag.

Zoals al vaker opgemerkt hier, zoals een mens gereedschap maakt, vormt zo’n werktuig de mens weer.

 


[x]#9711 fan maandag 16 januari 2012 @ 10:00:23