Kwantificeerbare onzin | 0427
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) presenteerde vandaag weer eens een wondertje aan cijfergoochelarij;
‘Computers kosten nu nog geen 10 procent van wat ze in 1996 kostten.’ staat er, in het persbericht;

Het CBS redeneert daarbij: technologie wordt steeds beter, maar ook almaar goedkoper; Een computer van zeshonderd euro nu, kan meer dan éen van duizend euro in 2004 kon. Dus is de prijsverlaging niet 40%. Nee, die is groter. De verbetering in technologie moet ook nog eens meewegen als factor in de prijs;
En daar begint de onnozelheid, wat mij betreft, om alles in cijfers uit te willen drukken;

Wat zijn bijvoorbeeld niet kwantitatief maar kwalitatief de verschillen tussen de computer waar ik in 1996 mee werkte, en die waarop ik deze woorden tik?

In aanschafprijs was er inderdaad een duidelijk verschil. Net als dat zelfs mijn netbookje tientallen malen meer werkgeheugen heeft dan bij mijn Apple toen aan opslag op de harde schijf paste;
Maar dat is maar éen aspect;

Die Apple uit 1996 startte sneller op, maakte minder lawaai, en hoefde geen virusscanner, spywarecatcher, of vuurmuur te draaien;
Mijn tekstverwerker van toen startte meteen op, en had er geen problemen mee om met langere documenten te werken — in tegenstelling tot het spul waar ik het nu mee moet doen;

Het 14k4-modem van toen bood meer dan genoeg snelheid voor websurfen — al was er nog niet veel web. Maar e-mail, usenet, en telnet hadden toen nog nut;
Bibliotheekboeken bestelde ik in 1992 al even makkelijk als nu online;

In het dagdagelijkse gebruik was er kortom wel verschil tussen de prestaties van het spul uit 1996, en dat van nu, maar is er niet direct sprake van een verbetering;

Alleen is er door het krachtiger worden van de processoren en grafische chips zo veel meer mogelijk geworden met de computer. Het ding werd sindsdien ook mijn doka, mijn muziekstudio, en mijn videobewerkingslab;
Mijn videotheek, mijn klassieke muziekbibliotheek, mijn videotelefoon, en mijn archief;
Daar een cijfer op plakken, zoals het CBS zo graag doet, is onzinnig. Dan zou bij de prijs van de computer uit 1996 ook de aanschaf van al die gespecialiseerde apparatuur mee moeten tellen, die sindsdien overbodig werd;

Gevoelsmatig wordt die 10% dan helemaal flauwekul;
Dat kan net zo goed 2% zijn;

Een apparaat van toen werd niet hetzelfde gebruikt als éen van nu wordt ingezet. Dat maakt het onzin het verschil tussen de prijzen van toen en die in 2009 te willen kwantificeren;

Tip voor een volgend CBS-onderzoek: het prijsverschil berekenen tussen een computer nu, en éen uit 1974;
[x]#5826 fan maandag 27 april 2009 @ 13:10:40