Ankersmit

Meerdere keren kreeg ik deze week een mailtje met de vraag wat mijn gedachten zijn over het interview met Frank Ankersmit in NRC Handelsblad vorige week [pdf].

Iedereen die in Groningen geschiedenis doet legt tentamen over de theorie van de geschiedenis af bij Ankersmit. De meesten zelfs meerdere keren. Hetzelfde tentamen dan. Blijkbaar maakt dat zo veel indruk dat Ankersmit altijd in onze gedachten blijft.

De mailtjes gingen natuurlijk over de laatste alinea van het interview, waarin hij ons groot leed aanzegt:

Ik vraag mezelf wel eens in alle ernst af of de alpha-disciplines over honderd jaar nog wel bestaan. Misschien zijn mijn collega’s en ik wel de laatste exemplaren van een traditie van kennisvergaarders die afstammen van de Middeleeuwse monniken. Het verlies zou enorm zijn.

Voor een historicus is dat een merkwaardige uitspraak, al was het maar omdat de universiteit er bijvoorbeeld honderd jaar geleden nogal wat anders uitzag dan nu. Gesteld mag zelfs worden dat er toen, gode zij dank, nauwelijks aandacht was voor ‘alpha-disciplines’ en alle prietpraat en hol getheoretiseer daarmee annex.

Het kennisbedrijf, zoals dat in de twintigste eeuw ontstaan is, leidt er inderdaad toe dat de zo veel geprezen academische vrijheid om onderzoek te doen kleiner is geworden, en op sommige gebieden zelfs nauwelijks meer bestaat.

Dat zal best. Maar als wetenschapshistoricus wil ik ook opgemerkt hebben dat maar zeer weinigen in de geschiedenis de vrijheid durfden nemen, die hen zo was toegedacht.

En er zit nog een andere kant aan de ontwikkeling. Onze samenleving is zo rijk geworden dat meer mensen dan ooit universitair onderwijs kunnen volgen. In de wetenschap is geen werk voor de meesten van hen. Al die mensen moeten na hun studie iets anders doen.

Dat maakt ze niet minder.

Toch zijn ze dat wel, in de ogen van Ankersmit, omdat ze de traditie van het kennisvergaren niet doorzetten.

Om dat tentamen geschiedtheorie van Ankersmit te halen, was het nodig uit te leggen waarom het werk van historici als Simon Schama oninteressant is.

Ik vind het werk van Simon Schama juist zeer interessant, en vond dat toen ook al. Omdat er altijd meer is dan inhoud alleen. Ankersmit’s kritiek op Schama is dat zijn werk zo weinig nieuwe inzichten over het verleden oplevert. Maar daar gaat het niet om, van belang is juist dat Schama vormen zoekt om kennis over het verleden naar een breder publiek te vertalen.

Daarom huppelt die man ook zo vaak wat vreemd door Britse landschappen in een of andere BBC-uitzending.

Maar goed. Wie bang is dat zijn ivoren toren verdwijnt, zou zich ook mogen afvragen waarom die toren geen brede toegangsbrug kent, maar enkel een diepe slotgracht eromheen, en hoogstens een wankel touwladdertje om binnen te komen. Alles ook nog, om nooit meer naar buiten te hoeven. Kennis die alleen bestaat uit wederzijdse bewondering van een kliekje over elkaars inzichten is niets.

zie ook de besprekingen op mijn boeklog van Ankersmit’s boeken:
Macht door representatie
Spiegel van het verleden


[x]#1466 fan vrijdag 14 oktober 2005 @ 13:47:52


© eamelje.net 2001-2019. Alle rechten voorbehouden

4 kommentaren

Harry Perton  op 14 oktober 2005 @ 15:50:30

Toen ik nog geschiedenis aan de RUG studeerde (vanaf 1974) had Ankersmit onder mijn mede-studenten een kleine, maar fanatieke schare fans. Die school vooral onder de politiek actieve studenten. Het was dan ook vooral dankzij dit soort studenten geweest, dat Ankersmits’ vak theoretische geschiedenis op het curriculum verscheen.

Maar bij de massa bleek dat vak van Ankersmit allesbehalve populair. Het gros van de eerstejaars kwam na een of twee hoorcolleges niet meer bij de opgehemelde goeroe opdagen en de meeste ouderejaars stond diens intellectualistische benadering eveneens enorm tegen. Er waren dan ook nogal wat studenten die het tentamen uitstelden tot vlak voor hun doctoraal. Voor dat tentamen moest je vijftien boeken bestuderen uit een beredeneerde lijst (‘Bibliographie Raissonnée’) van Ankersmit zelf. Met een honderd, tweehonderd lotgenoten deed ik ’t omstreeks 1982, op een snikhete dag in in de kantine van de Veemarkt aan de Sontweg. Vooraf lag iedereen op het gazon bij die kantine, vaak nog met een boek of uittreksel voor zich. De meeste kennissen die ik sprak gaven geen cent voor hun kans om in één keer voor dat tentamen te slagen. En omdat ik nog geen drie weken over mijn literatuurlijst gedaan had, terwijl anderen er de volle drie maanden over deden, was ik er zelf ook niet bepaald gerust op. Maar het resultaat viel enorm mee. Ik had een 8,5, en was zo, tot mijn eigen en andermans stomme verbazing, tweede van de hele meute tentaminandi. Nog steeds reden voor enige trots.

Dan Ankersmit nu. Als hij, zoals jij zegt, werkelijk neerkijkt op degenen die de traditie van het kennisvergaren niet doorzetten, en denigrerend doet over het werk van popularisatoren als Schama, dan blijkt hij nog steeds een representant van het achterhaalde streven om louter te willen opleiden voor onderzoek. Dat streven heeft heel veel verliezers opgeleverd. Helaas zien we het ook nog steeds terug in de manier waarop onderzoeksprestaties aan de letterenfaculteit van de RUG worden beloond: een onverteerbaar artikel vol jargon in een buitenlandse vaktijdschrift levert veel meer punten op, dan een algemeen toegankelijk boek dat een bepaalde kwestie helder uitlegt.

Als Ankersmit aan het slot van het NRC-interview betwijfelt “of de alpha-disciplines over honderd jaar nog wel bestaan”, en dan zegt dat het verlies “enorm” zou zijn, dan steekt hij zichzelf en zijn directe collegae inderdaad een enorme veer in de kont. Daarop past eigenlijk maar één antwoord: eigen lof stinkt. Juist een historicus moet kunnen relativeren.

eamelje.net  op 14 oktober 2005 @ 16:07:03

Dan viel dat tentamen bij ons nogal mee, omdat het alleen over zijn leerboek ‘Denken over geschiedenis” ging, aangevuld met twee trimesters aan hoorcollege over een paar denkers. Bij ons de onontkoombare Haydon White, en Tocqueville, met diens gedachten over democratie. [wanneer was het eigenlijk: 1993? 1994? Mijn vierde en daarmee laatste studiejaar bestond alleen uit een stage en het schrijven van de scriptie]

Maar wat ik goed onthouden heb, is hoe zeer dat tentamen alleen behaald kan worden door de particuliere opvattingen van Ankersmit te representeren. En dat doe je dan, als je niet helemaal achterlijk bent.

Maar dat nu, had ik nog niet eerder zo meegemaakt, en hoop ik ook niet weer mee te maken.

eamelje.net  op 14 oktober 2005 @ 16:19:30

Dat van die kleine schare fans was trouwens toen ook zo.

pom  op 16 oktober 2005 @ 12:24:08

Nooit een historisch tractaat gelezen
Over migraine vandaag vrijdag 28 maart 2005.
Historici promoveren niet op slecht slapen
In het begin van de eenentwintigste eeuw,
Noch op het panisch drinken van een liter bier
Om acht uur ’s ochtends; zij lessen hun dorst
Naar kennis met nuchtere feiten en data,
Niet met de eenzaamheid van oude mannen
In de derde eeuw voor Christus of vandaag.

Nooit een historisch tractaat gelezen
Over moeder doodziek alleen in een kamer
Op 31 december 1974; nooit iets wezenlijk
Wetenschappelijks gelezen over haar gebrek
Aan humor, nergens las ik de geschiedschrijving
Van niet meer praten, niet meer lachen.
Zijzelf sprak ooit de historische woorden:
‘Alleenzijn is een soort ernst, een aangeboren
Schaamte, een dodelijk blozen om niets.’

Leonard Nolens (Een dichter in Antwerpen)

** blockquote toegevoegd, eamelje.net