Lessen
De belangrijkste taak voor het onderwijs is om te helpen een samenleving in stand te houden; ofwel om kinderen te vormen tot oppassende burgers die betrouwbare werknemers worden en braaf hun belasting betalen. En het instituut klas helpt in deze vorming net zo zeer als de leerkracht die voor zo’n groep staat.
Alleen gaan onderwijsdiscussies daar nooit over.
Slaagt een samenleving er in zijn kinderen door te laten leren, en daarbij niemand te discrimineren op grond van milieu of geslacht, dan zal zo’n land beter presteren in een mondiale economie.
Maar Nederland doet het hierin niet heel goed, ondanks joechhei-berichten vorige week over de hoge scores van onze vijftienjarigen in een OESO-test. Die vijftienjarigen hier zijn nog leerplichtig; die moeten nog wel. Het gaat de jaren daarop al snel mis, als te veel jongeren zonder diploma de school verlaten, en er ook niet genoeg doorstromen naar het hoger onderwijs.
In De Groene van begin december treurt Piet Gerbrandy over de teloorgang van het gymnasium. Waarbij hij zich afvraagt wat het onderwijs zijn leerlingen bieden moet, en of hij niet vasthoudt aan opvoedingsideaal dat allang achterhaald is.
Maar welk systeem je ook invoert, het staat of valt met de kwaliteit van de docenten. Als die niet ver boven de stof staan en de leerlingen geen respect voor kennis kunnen bijbrengen door geïnspireerd te laten zien hoe fijn het is om veel te weten, valt een school ten prooi aan vlotte managers en «tutoren» die het ontbreken van specifieke vakkennis als voordeel beschouwen. Leerlingen die, lang voordat ze eraan toe zijn, het web op worden gejaagd en voortdurend presentaties moeten houden over onderwerpen waarvan noch zij, noch de docenten verstand hebben, worden opgeleid tot loyale werknemer en ideale consument, tot onmondig kanonnenvlees van de media. Ze voeren braaf de procedures uit, zonder zich af te vragen of die nog ergens over gaan. Wat dat betreft kneden de managers de leerlingen naar hun beeld: vorm gaat vóór inhoud, structuur is belangrijker dan substantie.
Piet Gerbrandy, “Het gymnasium” in De Groene van 03 xii 2004.
De waarheid over onderwijs is volgens mij dat het niet eens zo zeer uitmaakt wat leerlingen aangeboden krijgen, zolang ze maar leren om te leren. Kernprobleem blijft daarbij alleen dat niet iedereen op dezelfde manier tot actie te prikkelen is, en dat nu wel steeds zo gebeurt.
Die klas met zijn deprimerend nivilerende werking, ik zie daar steeds minder in.
[x]#935 fan maandag 13 december 2004 @ 15:08:46
Ronald op 15 december 2004 @ 19:56:35
Zolang ze maar leren om te denken. De meeste leraren zeggen vaak: “denk maar na”. Maar als napraten en nadoen nare eigenschappen zijn, hoe zit dat dan met nadenken?