Als kranten de secondewijzer van de geschiedenis zijn — en daarbij zelden gelijk lopen — wat maakt dat mijn weblogs dan?
Ben ik een narrige koekoeksklok die op onregelmatige uren ook iets roept?
Een zonnewijzer die het liefst in de schaduw blijft?
Het gaat niet aan om deze week helemaal niets te zeggen over de crisis op de financiële markten — en uit alle actuele ontwikkelingen alleen te signaleren dat mevrouw Verdonk highlights heeft;
Maar toch;
De ware reden voor de crisis bij de Amerikaanse banken en financiële instellingen meldde ik hier vorig jaar augustus al:
Ook was het O’Rourke die me in dit boek uit 1991 vertelde waarom de hypotheekcrisis in de VS van het moment zo ernstig uitpakt. Dat is omdat de banken maar 6% van al hun kapitaal voorhanden hoeven te hebben. Bij andere financiële instellingen is dat slechts 3%, en de gebouwen en kantoren tellen in dat percentage mee. Op het moment dat er iets tegenzit voor deze bedrijven, en zij hun eigen verplichtingen niet meer kunnen afbetalen, gaan ze dus onverwacht makkelijk onderuit.
Bankieren was dus heel lang een soort piramidespel van een beperkt aantal spelers met zelfbedacht geld, en stond vrijwel los van de werkelijke economie, waarin dingen geproduceerd worden;
Freakonomics, het weblog, doet een betere poging dit principe, en de gevolgen daarvan, uit te leggen, voor wie daar in geïnteresseerd is;
Interessant vond ik wel de opmerking dat deze hele crisis het resultaat zou zijn van een langdurige economische cyclus — een Kondratieff, maar dan anders;
In dit geval zouden er om de tachtig jaar ernstige crises uitbreken in de financiële wereld. Waarbij er inderdaad 79 jaar zit tussen deze week en de beurskrach van ’29, maar aan 1849 opvalt dat er niet echt een crisis was;
Ha, zeggen de economisch historici dan: juist in die tijd werd er zo veel nieuw en pas gedolven zilver en goud in de markt gepompt, dat er wel een crisis was, maar die nauwelijks effect had;
Economie is geen wetenschap;
Economische geschiedenis ook niet;
Mijn standaardbenaming voor bankier was trouwens altijd het heerlijk oud-testamentische ‘woekeraar’;
Net alsdat ‘tollenaar’ een prima benaming is voor iemand bij de Belastingen;
Maar nu bankiers meer dan ooit weer woekeraars zullen gaan worden, voor de mensen met echte dubbeltjes en kwartjes, zoek ik eigenlijk toch naar een nieuwe benaming;