Kaf en koren

Hoeveel boeken in mijn kasten kunnen er eigenlijk wel weg?
De vraag is op zich niet heel dringend. Mijn huis heeft nog wel ruimte voor een boekenkast of wat erbij. Verder heb ik jaren geleden al eens een grote schifting gedaan. Sindsdien is de regel dat er elk jaar eigenlijk zo veel boeken uit moeten als er inkwamen. En zo heel veel komt er ook niet meer in. Vergeleken met vroeger.
Bovendien zijn er verschillende antwoorden op de vraag mogelijk.
Sommige boeken hebben me nog steeds niet alles gegeven. Daar verwacht ik nog iets van. Die moeten nog eens worden herlezen. En kunnen dus zeker niet weg.
Andere titels zijn allereerst interessant om de heb. Omdat ik ze nog voor een eerste keer moet lezen. Omdat het zulke mooie objecten zijn. Of omdat een weldenkend mens die titels in huis hoort te hebben in zijn privé-bibliotheek; om op elk moment te kunnen raadplegen.
Maar al dit laat onverlet dat er heel wat boeken in mijn kasten staan die ik nooit meer zal aanvatten. Die verkocht werden, of weggegeven, zou ik naar het buitenland verhuizen; om eens een moment te noemen waarop dit dilemma kan optreden.
De vraag hoeveel boeken weg kunnen, is gebaseerd op de potsierlijke column waarin Francisco van Jole de zegeningen van het e-boek bejubelt. En op Gerrit Komrij’s veroordeling van het gegeven dat van Jole inmiddels tachtig procent van zijn boeken heeft weggedaan.
Alsof Komrij niet meermaals zijn hele boekenbezit wegdeed, om elders opnieuw te beginnen. Trouwens.
Punt is natuurlijk, als ik tachtig procent van mijn boeken de deur uit deed, zou bezoek nog altijd goed gevulde boekenkasten blijven zien — en waarschijnlijk onder de indruk komen van dat rijke bezit.
Voor Komrij geldt dit evenzeer.
Dus wordt het potsierlijk als iemand pocht probleemloos het grootste deel van zijn boekenschat te hebben weggedaan.
Maar, we leven nu eenmaal in tijden van revolutie. Er verandert wel wat. En zoals altijd in de geschiedenis zijn er dan velen die kritiekloos het nieuwe omarmen, net als er tallozen zijn die willen vasthouden aan hoe het was.
Ik vind de discussie niet heel interessant of het e-boek en internet beter of handiger zijn dan uitgaven op papier. Naast mijn bureaucomputer staan bijvoorbeeld Van Dale’s Groot Synoniemenwoordenboek en Het juiste woord. Via internet en die computer kan ik Synoniemen.net gebruiken. Wat ik hanteer als het schrijven even niet vlot is strikt willekeurig.
Zit ik niet op kantoor aan mijn bureau te werken dan is maar éen keuze mogelijk.
Discussies over de waarde van het éen of het nut van het ander moeten altijd breder worden getrokken. Ik durf bijvoorbeeld de stelling wel aan dat de meeste boeken die worden verkocht vervolgens nooit een lezer krijgen. Boeken zijn namelijk zo’n makkelijk cadeau.
Ook zij opgemerkt dat heel veel boeken niet per se hadden hoeven te worden uitgegeven. Er verschijnen elk jaar tienduizenden titels in het Nederlandse taalgebied, en uit de meeste spreekt geen enkele noodzaak, behalve dan dat de auteur van zich wilde doen laten spreken. Maar de meeste van die uitgaven verdwijnen ook weer vanzelf, anders dan de boeken die zich thuis opstapelen.
En goed, in de beoordeling van boeken geldt ook dat wat de éen een meesterwerk vindt, of een werk dat van grote waarde was in zijn of haar ontwikkeling, een ander met diepe onverschilligheid slaat.
Een voordeel van het overbodige elektronische boek zal in elk geval zijn dat er geen bomen voor sneuvelen. Een nadeel is dat het bestaan werkelijk volkomen onopgemerkt voorbij kan gaan.
[x]#9825 fan maandag 20 februari 2012 @ 12:26:55